In de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt dezer dagen de federale programmawet besproken. Die voorziet voor wat betreft de sector ‘energie’ in de oprichting van een Fonds voor de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. De opdracht van het Fonds bestaat er in om bij te dragen tot de vermindering van het energiegebruik en tot de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.
Volgens de Raad van State betreedt de federale overheid hiermee echter het bevoegdheidsdomein van de gewesten. De federale overheid mag enkel regelingen instellen over hernieuwbare energie op zee. Voor regelingen inzake alle andere nieuwe energiebronnen is de federale overheid daarentegen niet bevoegd.
De Raad van State is in haar advies zeer duidelijk: de regering dient de ontworpen regeling te beperken tot wat tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort, ofwel dient ze hierover met de gewesten een samenwerkingsakkoord te sluiten.
Dinsdagnamiddag laatstleden vroeg ik daarom aan de Minister van Energie hoe hij tegemoet wou komen aan de opmerkingen van de Raad van State. Er kwam enkel een nietszeggend antwoord, waarop commissievoorzitter Bart Laeremans en ikzelf formeel protesteerden.
Het is niet de eerste maal dat de federale overheid haar bevoegdheden inzake hernieuwbare energie overschrijdt en op het terrein komt van de gewesten. Een onhoorbare, maar stoemelingse recuperatie door België ten nadele van de gemeenschappen en gewesten. Het Vlaams Belang eist dat daar paal en perk aan wordt gesteld en zal dan ook de nodige stappen zetten naar het Vlaams Parlement.
Het spreekt vanzelf dat wij hierover naar de pers hebben gecommuniceerd. De aandacht was oorverdovend.