POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





donderdag 30 september 2010

In welke zak verdwijnt uw en mijn geld?

Interessant cijfermateriaal in De Morgen (28.09.2010) naar aanleiding van de vakbondsactie gisteren in Brussel. Uit een overzicht van de portemonnee van de 27 Europese lidstaten leren wij bijvoorbeeld dat het gemiddelde pensioen in België – 2.868 euro per maand, bruto natuurlijk – gewoonweg het laagste gemiddelde is van àlle geïndustrialiseerde (West-Europese) lidstaten van de EU.



Zo bedraagt de gemiddelde pensioenuitkering in Denemarken 3.968 euro, in Finland 3.317 euro, in Frankrijk 3.481 euro, in Italië 3.176 euro, in Luxemburg 5.597 euro, in Nederland 3.597 euro, in Oostenrijk 3.949 euro, in het Verenigd Koninkrijk 3.035 euro en in Zweden 3.882 euro.



Als je dan weet dat onze sociale bijdragen tot de hoogste van de wereld behoren, dat onze belastingdruk de op twee na hoogste van de ganse EU bedraagt, dat de spanning tussen brutoloon en nettoloon nergens in de wereld zo hoog is als in België, en dat we voor al deze bijdragen inderdaad slechts minimale uitkeringen terugkrijgen. In Zweden en Denemarken bijvoorbeeld is het onderwijs helemààl gratis, in België zijn we daar héél ver van af.



Kijken wij bijvoorbeeld naar de overheidsschuld, bedragen die ook afgedrukt staan, dan valt toch op dat België met zijn 326 miljard euro overheidsschuld dicht in de buurt komt van Nederland met 347 miljard euro. Maar Nederland telt wel 16 miljoen inwoners, België amper 10 miljoen. Zweden, een land met een vergelijkbaar aantal inwoners als Vlaanderen, heeft een staatsschuld van amper 126 miljard euro, Finland 75 miljard euro en Denemarken 92 miljard euro.



Laatste cijfergegeven: Vlaanderen is de absolute koploper onder de nettobetalers van de Europese Unie. Heel wat lidstaten krijgen enorme bedragen van de Europese Unie, andere lidstaten krijgen én betalen, en een beperkt aantal lidstaten zijn eigenlijk netto-betalers. Vlaanderen betaalt, en betaalt zich blauw, maar is niet eens een lidstaat van de EU.



Vragen die het Belgisch establishment heel dringend moet beantwoorden: hoe efficiënt is het Belgisch federaal model? Hoeveel kost het Belgisch federaal model ons? Waar gaan al die sociale bijdragen, fiscale en parafiscale afhoudingen van de burgers heen? In welke zak verdwijnt uw en mijn geld? Wanneer zien we dat geld terug?



Morgen wil ik het even met u over de pensioenen hebben.

woensdag 29 september 2010

Multiculturele ‘verrijking’: elke dag opnieuw

Neen, ik ga niet veralgemenen en ganse bevolkingsgroepen stigmatiseren, neen dus, ik wil niet alle migranten over dezelfde kam scheren. Maar deze houding mag er natuurlijk anderzijds niet toe leiden dat samenlevingsproblemen – en er zijn er wel enkele – niet meer mogen worden aangeraakt of besproken. Het mag er toch niet toe leiden dat elke etnische verwijzing gelijkstaat met een ticket naar de rechtbank.



Zo was er de zeer hypocriete houding van allerlei opiniemakers – ook, en vooral in ons land – die de maatregelen van Frankrijk inzake de Romazigeuners vergeleken met de maatregelen tegen de joden in de Tweede Wereldoorlog. Zéér kies, allemaal. Vooral als we dan de werkelijkheid onder ogen kregen. In Nederland bijvoorbeeld ontstond er ophef rond een zigeunerfamilie (14 leden) die van een gemeente een luxueus miljoenenpand hebben toegewezen. “Een echte schande”, vindt de oppositie, want “deze ongewenste vreemdelingen moeten het land eigenlijk uit”. Blijkt dat de familie berucht is in de regio, waar ze al 30 jaar rondzwerft. Soms in caravans, soms in toegewezen huurhuizen. Maar steeds heeft ze het binnen de kortste keren aan de stok met de buren, met de politie, met zowat iedereen. Zo stuurden ze ook al een open brief naar de gemeente om te klagen over hun nieuwe onderkomen, de villa.



Ondertussen moeten onze brave burgers braaf hun werk blijven doen, braaf blijven afdragen en vooral hun kinderen op het hart drukken van welgemanierd door het leven te gaan en vooral niemand met de vinger te wijzen.



Zo werd ook bekend dat een Irakees, die in 2004 veroordeeld werd voor medeplichtigheid aan terroristische activiteiten, in het gesloten asielcentrum van Brugge moet blijven. Hij kan niet worden teruggestuurd naar Irak “omdat zijn veiligheid daar niet gegarandeerd is”. Hoe het dan wel zit met ONZE veiligheid in ONS EIGEN land is blijkbaar een kwestie van bijkomend belang. Tenslotte is de veroordeelde slachtoffer ook maar ‘een slachtoffer van een onrechtvaardige maatschappij’, zeker?



Het pamperen van vreemdelingen gaat dus door, onverstoorbaar. Hoe “verrijkend” ondertussen het multicultureel experiment is geweest, die vraag mogen wij in de “vrijste van de vrije maatschappijen” nog altijd niet stellen.

dinsdag 28 september 2010

Hoe N-VA zich vorige week tot driemaal toe liet rollen

We hebben niet zoveel scherpe pennen in Vlaanderen, maar de paar die er zijn, hebben dan toch wel bijzondere kwaliteiten in huis. Neem nu Filip van Laenen bijvoorbeeld, die op de weblog van Res Publica in een bijzonder scherpe, maar correcte column N-VA op de korrel nam en haar politiek van toegeeflijkheid.



Het begon al met het installeren van de zogenaamde high-levelgroep, die groep van wijzen die zich over de financieringswet zal buigen. Eerste vraag van van Laenen: “Maar wat is eigenlijk het mandaat van deze groep?”. Er zal voornamelijk over van alles en nog wat gepalaverd worden en dat minstens – en dus niet ‘hoogstens’ – een week lang. Geen klaar en duidelijk afgelijnd mandaat dus.



De volgende vraag is afgeleid uit de vorige: want wat moest er gisteren (of vandaag, of morgen…) als resultaat op tafel liggen? Filip van Laenen citeert uit een verslag in De Standaard:” “In de loop van volgende week (deze week dus, PL) volgt een evaluatie van de vooruitgang binnen de high-levelgroep en van de informele contacten die de koninklijke bemiddelaars plannen om de standpunten over de andere institutionele thema’s dichter bij mekaar te brengen”. Wat is vooruitgang, vraagt van Laenen zich af. En vooral: zal het niet voldoende zijn dat de Franstaligen enkele zinnetjes bij de 12 principes schrijven, om van ‘vooruitgang’ te spreken? SP.a en Groen! zullen – als volleerde lakeien van het Belgisch regime – knikken en vol vuur verkondigen dat er “een forse stap vooruit is gezet en dat N-VA deze uitgestoken hand toch niet kan weigeren?”.



Dat is wel de derde fout, aldus Filip van Laenen: dat N-VA de Franstaligen en België opnieuw een week tijd gegeven heeft om druk te zetten op CD&V, die al begint te wankelen. Men zit met 7 aan tafel (CD&V en N-VA als Vlaamse partijen, de rest als Belgische, dan wel als Franstalige partijen) en niet met 2 zoals N-VA wilde.



Ik voor mijn part vrees dat N-VA zoveel tijd in het steken is om België te redden, dat zij alle kansen aan het verspelen is om een echt grote staatshervorming te realiseren.

maandag 27 september 2010

Zet de feestneuzen maar op!

In en rond Ieper worden al er enkele weken grapjes op straat en aan de toog over gemaakt maar vandaag is het dan echt zover: Op 27 september is er namelijk groot feest in de regering Leterme 2: op dat moment is ze al 153 dagen regering van lopende zaken.


Dat is dan een dag meer dan ze een echte regering geweest zijn!



vrijdag 24 september 2010

Gedaan met het consumptiefederalisme?

We kennen professor Hendrik Vuye als de professor Staatsrecht aan de Universiteit van Namen, die door N-VA wel eens gecontacteerd werd. Zo pleitte hij herhaaldelijk voor het einde van het Belgische consumptiefederalisme. Brussel “is verworden tot institutionele koterij” (De Morgen, 21.09.2010). Het consensusmodel gaf ons de mogelijkheid om andermans (Vlaams) geld uit te geven. Stop er dus mee, zegt professor Vuye.



Tussendoor kapittelt hij het onderhandelingsmodel van de preformateur Di Rupo, die inzet op een afspiegelingscoalitie, tot Ecolo het nodig vond om ook Groen! erbij te halen. Vanaf dat moment had je “twee centrumrechtse partijen, N-VA en CD&V, die verplicht werden te onderhandelen met 5 linkse partijen”. Tja, waarom aanvaarden CD&V en N-VA dit dan, mijnheer de professor.



Opmerkelijk als waarschuwing is ook de volgende opmerking van professor Vuye: “Wanneer een nieuwe staatshervorming in zich reeds de kiem bevat van een toekomstig communautair dispuut, dan is er geen meerwaarde. Men wint wat tijd, maar uitstel is geen afstel. De 6de staatshervorming moet heldere lijnen trekken”.



De Morgen vindt dit een waarschuwing aan het adres van de PS, maar men kan het evengoed lezen als ernstige waarschuwing aan het adres van Bart De Wever: de 12 gekende financieel-economische principes spreken elkaar op zo’n manier tegen dat de tegenstrijdige interpretaties van een en ander zo ingebakken zitten. Deze principes allemaal toepassen, betekent de kiem van een toekomstig communautair dispuut.



Dit Belgisch aftakelingsproces duurt veel te lang. En nochtans is er geen ontkomen aan. Waarom het proces dan niet versnellen zodat de toegebrachte schade kan worden beperkt? Waarom de koterij – want daar gaat ook deze staathervorming weer op eindigen – waarom de koterij niet uit de weg gaan, door een eindonderhandeling op te zetten. De ordelijke opdeling? Inderdaad!

donderdag 23 september 2010

Belgische inactiviteit versus Nederlandse efficiëntie

Nederland en België kennen momenteel beide een ‘moeilijke formatieberaad’ – in België nemen de communautaire spanningen tussen de gemeenschappen in die mate toe dat het einde van het land wordt voorspeld, in Nederland houdt Geert Wilders de burgerlijke partijen in de tang – maar daar houden de gelijkenissen tussen de beide landen op.



Nederland blijft ook in crisis een efficiënt geleid land, terwijl België als een kip zonder kop in alle richtingen rond hopt. De beide landen hebben ontslagnemende regeringen. Maar in België komt het federaal parlement (nochtans hét soeverein orgaan, nietwaar?) niet eens bijeen, worden er geen commissies bijeen geroepen, en blijft een probleem zoals dat van de asielzoekers, illegalen, enzovoort, enorme proporties aannemen, zonder dat het parlement blijkbaar maar de noodzaak ziet om bijeen te komen. Totale inertie.



Niet zo in Nederland dan? Neen, niet zo in Nederland. In Nederland komt het parlement opnieuw bijeen, worden commissievergaderingen bijeen geroepen en worden er beslissingen genomen. De Vlaams Belang Kamerfractie heeft gisteren, bij monde van Gerolf Annemans, aangeklaagd dat de Kamer nog altijd met vakantie blijft. Er is blijkbaar een band met de regeringsvorming. Een geplande Conferentie der Fractievoorzitters, waar de commissies zouden opgestart worden, is gisteravond door de Kamervoorzitter -die ook een belangrijke rol in de formatie speelt- afgelast. Ook worden sinds deze ochtend problemen gemaakt bij het indienen van interpellaties en/of mondelinge vragen.



Dit spelletje kan natuurlijk niet blijven duren. De volksvertegenwoordigers moeten de regering Leterme kunnen ondervragen. Het asielbeleid loopt (verder) uit de hand. De begroting: idem dito. In Nederland wordt met de uittredende regering vandaag een plenair debat op gang gebracht over haar beleid. In België is kennelijk niet voldoende democratische reflex aanwezig en het Vlaams Belang klaagt vandaag dan ook de rol van de N-VA aan die zeker akkoord moet zijn gegaan met de huidige (verdere) sluiting van de Kamer.



Het Vlaams Belang heeft dan ook uit protest tegen de gang van zaken een voorstel ingediend om de zogenaamde parlementaire vakantie drastisch in te korten (voorstel tot wijziging van artikel 40 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, met het oog op de beperking van het parlementair zomerreces tot vier weken).


Stil! Hier wordt gewerkt.

woensdag 22 september 2010

Vlaamse ‘kwaliteitskranten’ verdraaien het nieuws

Wij zijn in Vlaanderen, in België bij uitbreiding, niet gezegend met kwaliteitskranten die naam waardig. Aan alle kwaliteitskranten in dit land zit een ranzig randje, dat meestal heel duidelijk wordt als het over het Vlaams Belang gaat, of over Vlaams-nationalisme of separatisme gaat. Meestal is alle maat zoek en worden effenaf onwaarheden of leugens verteld.



Blijkbaar moet ook de Franse president Sarkozy eraan geloven. Sinds hij één van de geloofspunten van de multicul heeft ondergraven – Gij zult niet twijfelen aan de zegeningen van de multicultuur – werd hij definitief naar het “kamp van de slechten” versast, en tegen die lui zijn alle middelen toegestaan. Ook en vooral leugens dus. Zo heeft een gekende blogschrijver de redactionele bijdragen in twee “kwaliteitskranten” over het Roma-incident in Frankrijk met elkaar vergeleken: De Standaard en de Nederlandse Elsevier en komt tot de conclusie dat e Belgische journalist met de waarheid een loopje neemt. Cui bono?


Zo schrijft Evita Neefs in De Standaard: “Het land dat Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid als motto heeft, overtreedt hiermee het Europees, en wellicht ook het Franse recht (…) Niemand mag de indruk krijgen dat het aanvaardbaar is ook maar een klein beetje aan de rechten van medeburgers te morrelen”. Maar Joosten in de Nederlandse Elsevier heeft zich blijkbaar veel beter geïnformeerd en weet ook duidelijk waar de klepel hangt: “Voor alle inwoners van de Europese Unie geldt vrij verkeer van personen. Sommige landen hebben na de toetreding van Roemenië en Burgarije een uitzonderingsclausule opgenomen. Na drie maanden moeten Roemenen en Bulgaren in Frankrijk een verblijfsvergunning aanvragen, aantonen dat ze werk hebben en verzekerd zijn. Indien ze dat niet doen, zijn ze voor de wet illegalen”. Neefs schrijft verder in De Standaard: “De Roma zijn sinds de uitbreiding van de Unie Europese burgers en hebben dus alle rechten vervat in de Europese verdragen en charters. Beperkingen van het vrije verkeer en verblijf kunnen alleen worden gebaseerd op persoonlijk gedrag en niet op algemene preventieve overwegingen noch op etnische of nationale afkomst”. Mevrouw Neefs is niet goed geïnformeerd of ze schrijft willens wetens leugens.


Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. De ongenuanceerde houding in verband met het Ierse ‘neen’ (het referendum betreffende het Verdrag van Lissabon), haar houding in deze zaak: denkt een bepaalde Vlaamse pers dan écht dat alle lezers onnozelaars zijn en zich niet verder informeren dat alleen maar bij Vlaamse kranten? Belangrijk is de kennis dat het in het buitenland wel beter kan. Belangrijk is dat de Vlaamse zogenaamde kwalitetspers weet dat we het weten.

dinsdag 21 september 2010

Vlaams Belang en kindermisbruik

Tijdens alle commotie rond het kindermisbruik in de Kerk leek het wel alsof het Vlaams Belang van de aardbodem verdwenen was, en helemaal niets zinnig te zeggen had. Mensen spreken mij en collega’s parlementsleden hierover geregeld aan: “Waarom horen we niets van jullie? Hebben jullie hierover geen mening? Waar blijven jullie voorstellen?”




Windstilte bij het Vlaams Belang over kindermisbruik? Wel integendeel, zou ik zeggen. Ik wil er graag aan herinneren dat onze partij de eerste was om in een ver verleden, in de zittingen van de Commissie Justitie tijdens vorige legislatuurperiodes in kwesties als seksueel misbruik van minderjarigen wel degelijk op harde, noodzakelijke maatregelen, zoals de verlenging van de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen, heeft aangedrongen. Onze collega’s in de Commissie Justitie hebben het beleid instrumenten aangereikt in de vorm van wetsvoorstellen. Het zijn er teveel om op te noemen, maar enkele voorstellen wil ik toch graag even in de kijker plaatsen. Zoals bijvoorbeeld ons voorstel om een woonverbod in te stellen in de gemeente van vroegere slachtoffers nà het uitzitten van de straf of de mogelijkheid tot het inlichten van de buurt waar een pedofiel komt wonen.



Zo wilden wij ook de invoering van onsamendrukbare straffen voor dit soort feiten of de mogelijkheid tot daadwerkelijke levenslange celstraf bij ernstige recidive, de verplichte en verlengde terbeschikkingstelling (tot 30 jaar), de verplichte ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten en in zware gevallen de onmogelijkheid tot eerherstel, de mogelijkheid tot chemische castratie tijdens en eventueel ook na gevangenschap, en de verplichte therapie tijdens gevangenschap en mogelijk tijdens de ter beschikking stelling.



U merkt het: een ernstig, onderbouwd instrumentarium om er daadwerkelijk iets aan te doen. Alleen valt het opnieuw op dat de pers weinig oren had voor onze voorstellen, terwijl men nu als het ware de deur van SP.A-parlementslid Landuyt platloopt om zijn ideeën te horen toelichten. Ideeën die parlementslid Landuyt als het ware van de Vlaams Belang-voorstellen heef gekopieerd.

maandag 20 september 2010

Belgische syndicaten staan haaks op democratie

Zeg nu nog eens dat het Vlaams Belang er niet toe doet! Rob Verreyken, actief in de vakbondscel met Marie-Rose Morel, Guy D’haeseleer en Jurgen Ceder, publiceerde een beklijvend dossier “Welkom in Vakbondistan” en kreeg voorwaar – God betere het! – een lovende bespreking in De Standaard (08.09.2010). “In een moderne democratie valt het moeilijk te rijmen dat iemand geen lid kan zijn van een vakbond, wanneer die tegelijkertijd lid is van een partij die aan alle grondwettelijke vereisten voldoet om aan verkiezingen deel te nemen”.



De vakbondscel stootte op nogal wat ‘onregelmatigheden’, een echte vakbondsdemocratie onwaardig. De Belgische vakbonden in de 19de eeuw opgericht om de belangen van de arbeider te verdedigen tegen het machtsmonopolie van de werkgevers, ontaardden weldra in monopolie-instrumenten. België betaalt de vakbonden namelijk buiten proportie. In ruil daarvoor verdedigen de vakbonden het Belgische politieke status quo. “In militaire jargon heeft zoiets een huurling”, aldus Marie-Rose Morel in haar inleiding.


Volgt een lange lijst – mét uitleg – van overtredingen van de vakbonden. Zo stoorden ze zich niet aan de wetgeving op de Privacy om gegevens van ‘foute’ gesyndiceerde werknemers aan elkaar door te spelen.


Maar het gaat om meer, om veel meer, natuurlijk. Om veel geld bijvoorbeeld. Zo is België het enige land ter wereld waar de vakbonden een de facto monopoliepositie bezetten wat het uitbetalen van werkloosheidsuitkeringen betreft. O ja, we vergeten natuurlijk de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, maar ook in dat bestuur zitten…vakbondsmensen. Voor het uitbetalen van die werkloosheidsuitkeringen krijgen de vakbonden bijzonder veel geld, zo’n 168 miljoen euro per jaar (2008).


Lidgelden van de syndicaten voor overheidspersoneel wordt vlotjes door de overheid (u en ik dus) terugbetaald, zoals dat ook het geval is voor werknemers van steden en gemeenten. In 2007 een bedrag van 32 miljoen euro. Maar zelfs voor leden die al waren uitgeschreven uit bijvoorbeeld ABVV werd de vakbondspremie nog terugbetaald. Kan u nog volgen?

Het systeem wordt ook toegepast in de privésector, wat had u gedacht. En dan valt op hoe Belgische toppolitici, die blijkbaar een ‘verwijzing’ naar deze of gene vakbond hebben, krampachtig het deksel op de pot houden, zodat ambetante pottenkijkers van het Vlaams Belang omzeggens aarde en hemel moeten bewegen om aan informatie te komen.

Zo is er de klucht van de sociale verkiezingen. Verkiezingen zijn vrij, maar in België heel wat minder vrij dan op een ander. Hier mogen maar 3 vakbonden, niet toevallig de kleurvakbonden, aan sociale verkiezingen deelnemen. “Gooi de ramen open!” riep het Vlaams Belang uit en steunde onafhankelijke werknemers die zich kandidaat wilden stellen. Ondertussen hebben we de weigering voor de rechtbank gebracht, maar ja, de werkdruk.


Rob Verreyken heeft het verder ook over de financiële schandalen in bijvoorbeeld de Fondsen voor Bestaanszekerheid, de affaire van het ACV-geld in de KB-Lux zaak, over de schat van 1,3 miljard euro van de monopolievakbonden.


Of er oplossingen zijn? Jazeker, weet de auteur, maar dan op Europees vlak en niet langer op Belgisch vlak, waar alles gepolitiseerd is en gebetonneerd met het doel de Belgische belangen mooi te beschermen.


Bestel het boekje vandaag! Wat hier wordt voorgelegd, is dynamiet voor de zoveelste rotte Belgische instelling.



Verreyken, Rob, “Welkom in Vakbondistan”, 2010, Uitgeverij Egmont, Brussel, 141 pagina’s, 12,5 euro
ISBN 978 – 90 – 78898 – 20 – 7









vrijdag 17 september 2010

Stop het experimenteren met onze kinderen – geef ons kwaliteitsonderwijs!

België zakt – dit zult u op deze webstek al enkele keren hebben gemerkt – steevast weg op de ranglijsten van allerlei internationale studies. Of het nu gaat om veiligheid, om de hoogte van onze pensioenen of, horresco referens, de hoogte van onze belastingen, om concurrentievermogen, om kwaliteit van leven: steeds meer mensen laten België links liggen. Wij weten natuurlijk waarom: de ingewikkelde staatsstructuur van België, het consumptiefederalisme kosten ons handenvol geld, geld dat er eigenlijk niet meer is.


België blijft nochtans steeds uitpakken met één troef – buiten dan de ‘puike resultaten’ van de Rode Duivels, en daarnaast het Koningshuis als ‘cement’ van de ‘eenheid onder de Belgen – met de kwaliteit van ons onderwijs. Nochtans lijken ook hier de resultaten van allerlei internationale studies in de richting te wijzen van kwaliteitsverlies. Eén van de redenen van het verlies van onze hoge cijfers in allerlei internationale onderwijslijstjes moet zeker worden gezocht in het eindeloos experimenteren met onderwijssystemen. Wie geraakt daar nog uit wijs? Welke leraar heeft geen bedenkingen bij alles wat de overheid meestal jaarlijks aan vernieuwingen op zijn (of haar) bord smijt? En nu is er dus nog het hersenspinsel van minister Pascal Smet.

De klassieke opdeling ASO (algemeen onderwijs), BSO (beroeps), TSO (technisch) en KSO (kunstonderwijs) moet verdwijnen. Althans, dat stelt Onderwijsminister Pascal Smet (SP.a) voor in een nieuwe hervormingsnota. Smet wil één gemeenschappelijk eerste jaar, waarna jongeren pas vanaf het tweede jaar (geleidelijk aan) moeten kiezen.



Het Vlaams Belang heeft problemen met de manier waarop Smet met grote plannen uitpakt, terwijl de oriëntatienota reeds meer dan een jaar in voorbereiding is. Vorig jaar werd reeds gevraagd naar de timing van het parlementair debat over deze ingrijpende veranderingen, maar Smet heeft met zijn aankondigingspolitiek in de media duidelijk de stiel geleerd bij voormalig minister Vandenbroucke. Het Vlaams Belang had, bij monde van Gerda Van Steenberge, An Michiels en Kathleen Martens, een aantal inhoudelijke bezwaren. Onze partij vindt een gemeenschappelijk eerste jaar geen goed idee, maar pleit voor een betere begeleiding van de studiekeuze in het basisonderwijs, en vooral in het zesde leerjaar. De vrees is ook niet ongegrond dat een gemeenschappelijk jaar voor alle jongeren een nivellering van het onderwijs naar beneden zal betekenen. Dat jongeren een definitieve keuze dienen te maken wanneer ze zich in de moeilijke puberteitsjaren bevinden, is geen goede zaak. Bovendien wil minister Smet de afschaffing van de klassieke opdeling, maar hij voorziet vervolgens in domeinen die perfect overeenkomen met de huidige opdeling. Tot slot dient de vraag te worden gesteld wat de leraren, die de jongste jaren om de oren werden geslagen met hervormingen allerhande, zélf van het nieuwe hervormingsplan vinden.

Als internationale studies ons één ding zouden moeten leren, dan wel dat kwaliteitsonderwijs en differentiering het goed doen, wat bepaalde overheden, met een zwak voor nivellering, ook mogen beweren.

donderdag 16 september 2010

De tering naar de nering zetten: er zijn Europese voorbeelden….

België staat voor verspilling, daarover is iedereen het stilaan eens. Nergens ter wereld betaalt een mens zoveel belastingen, nergens is de loonlast zo hoog als in België, en – merkwaardig toch – nergens liggen de pensioenen zo laag. Het geld wordt natuurlijk massaal verbrast in en door en middels de ingewikkelde federale structuren van dit land, het geld verdwijnt massaal om het consumptiefederalisme in stand te houden. De dames en heren van het beleid laten het trouwens ook breed hangen…



Er zijn nochtans alternatieven, werkbare alternatieven. Op een Franse weblog, Polémia, is een beschrijving te vinden van het functioneren van het machtsapparaat in Zweden. Men leert er uit dat het apparaat er op een “vrij droog regime” leeft wat betreft dienstwagens, levensomstandigheden en aantal medewerkers.


Ministers nemen er ’s morgens hun ontbijt in de kantine net als andere hoge functionarissen, secretarissen en andere “gewone” medewerkers. En laat als minister uw bord niet onafgeruimd achter, want de pers weet het te melden. “Bescheiden, kracht en eerlijkheid”: dat programma moeten Zweedse ministers volgens de weblog van Philippe Bilger scrupuleus opvolgen.


Er worden trouwens weinig mogelijkheden geboden om buiten de lijntjes te kleuren in Zweden. Geen luxueuze gebouwen dus die ter beschikking staan van regeringsleden, buiten dan voor de Eerste Minister, die recht heeft op een appartement met een bruikbare oppervlakte van 175 m2, waarvoor hij een beperkte huur betaalt. Géén dienstwagens. Sobere en functionele burelen. Geen luxe, geen overdaad. Receptiekosten en verplaatsingskosten, telefoonkosten: alles is minutieus geregeld en bewezen. Ministers reizen ook in economy class.


In 1995 werd de belangrijkste minister na de premier er tot ontslag gedwongen omdat hij met zijn kredietkaart als minister enkele repen chocolade had gekocht. Overdreven? Je kan je de vraag stellen waarom overheidsfuncties altijd moeten baden in de luxe, zoals dat in België het geval is. Zou de macht minder ‘aanzien’ hebben, mochten de leden van de regering zich moeten gedragen als in Zweden? Integendeel, zou ik menen. De Zweedse “schraperigheid” van de staat laat in elk geval toe dat ze zich concentreert op het wezenlijke, op het fundamentele, op het essentiële. Het onderwijs in Zweden is volledig gratis, en het peil van de sociale zekerheid in het Scandinavische land ligt pakken hoger dan dat in België.

woensdag 15 september 2010

België staat haaks op democratie

Het Vlaams Belang en de radicale Vlaamse Beweging stellen al langer dan vandaag dat een staat als België eigenlijk niets te maken heeft met een democratie, die naam waardig. Het is interessant dat ook verklaarde aanhangers van de ideeën van de Franse Revolutie – Liberté, Egalité, Fraternité – beginnen in te zien dat er “something rotten is in the state of Belgium”. Interessant omdat hiermee de Franstalie politici, die zich zowat als de Voorpost zien van de francofone strijd voor de voornoemde principes, hiermee van antwoord kunnen worden gediend.




Filosoof Peter De Graeve, een verklaarde aanhanger van “Liberté, Egalité, Fraternité”, werd in het dagblad De Tijd geïnterviewd, en windt er geen doekjes om: “In volwassen democratieën houden vrijheid en gelijkheid – de basis van en één van de belangrijkste breuklijnen in een democratie – elkaar in evenwicht. Iedereen mag doen en zeggen wat hij wil – vrijheid – zolang hij daarmee maar geen anderen benadeelt – gelijkheid. Dat principes is absoluut. Je kan het gelijkheidsbeginsel niet een beetje toepassen, net zomin als je een beetje zwanger kunt zijn. Ofwel is iedereen gelijk, ofwel niemand. Maar in België is dat niet zo. Hier is de vrijheid van een Franstalige minderheid altijd ten nadele gegaan van de gelijkheid van een Nederlandstalige minderheid. Vlaanderen is eentalig Nederlands, Wallonië eentalig Frans en Brussel tweetalig. Zo hebben we de taalkundige gelijkheid in dit land proberen te organiseren. Maar daar heeft een Franstalige elite altijd geweigerd zich bij neer te leggen. Zij blijven Brussel als een eentalig Franse stad zien. Zij blijven de vrijheid claimen om tegen het gelijkheidsbeginsel in de faciliteiten in de Vlaamse Rand uit te breiden”.


Wat moet er dan met België gebeuren, denk je dan? Hervormen? “Als ik zeg of schrijf dat we van het huidige België af moeten, dan is dat omdat het een ondemocratische staat is”, aldus filosoof De Graeve. België is daarenboven van oorsprong een Franstalige staat, waar de Vlamingen dus nooit het gelijkheidsbeginsel loepzuiver zullen kunnen doen toepassen: “De Franstaligen proberen het centrum van de macht – historisch gezien hun macht – tot elke prijs te bewaren. Tegen alle democratische logica in. Dat is hun plan”.


Ook N-VA moet toch inzien dat tegen deze achtergrond oplossingen die het land voor de zoveelste keer hervormen, gewoon zinloos en tijdverlies zijn geworden. De Graeve besluit: “Als de Franstaligen niet bijdraaien en geen stappen doen in de richting van een échte democratie, is het volgens mij gedaan met dit land. Niet zozeer omdat het volk dit land niet meer wil, maar omdat dit land de volkswil – de democratie – met voeten blijft treden. Zolang de politieke kaste dat blijft doen, zullen de centrifugale krachten de bovenhand blijven halen. Tot het ondemocratische België definitief barst. Als dat de uitkomst is, moeten we daar vooral niet te rouwig om zijn, denk ik dan. En wel integendeel”.


Krachtige woorden, met een correcte conclusie. Hoelang nog vooraleer N-VA tot dezelfde conclusie komt, en eindelijk met die centrifugale krachten samen aan tafel gaat zitten om de boedelscheiding voor te bereiden?

dinsdag 14 september 2010

De kwestie van de 500 miljoen euro voor Brussel


De schaamteloosheid waarmee Franstaligen uitpakken, blijft choqueren. Het gemak waarmee zij geld – véél geld – blijven eisen voor bevoegdheden, kent zijn gelijke niet in Europa. Maar is het u ook al opgevallen dat de Vlaamse partijen het principe zelf van geld voor bevoegdheden niet eens in twijfel durven trekken? Is het u ook opgevallen dat men in de gestroomlijnde Vlaamse pers in de kwestie van de 500 miljoen voor Brussel veelal niet verder geraakt dan “het geld is nodig”, “Brussel betaalt voor infrastructuur, terwijl de Vlaamse pendelaars het geld mee naar huis nemen”?

Mark Grammens, die het scherpe opinieblad “Journaal” (*) publiceert, zet ook in deze kwestie de Franstalige contouren zeer scherp: “Belgisch geld moet vloeien naar de socialistische gemeenten van Brussel, die in de schulden zitten, én moet gaan naar het Brussels Gewest, ondermeer om de geldstroom van daaruit naar Wallonië te voeden. Dit gebeurt via talloze vzw’s (…) die voor het gewest bestemde middelen versassen naar de Franse Gemeenschap, zodat ze in Wallonië en bij de PS belanden”.



Want Brussel heeft eigenlijk géén bijkomende middelen nodig, aldus Grammens, die daarmee professor Koen Algoed van de KU Leuven bijtreedt: “Brussel zou zelfs met de huidige middelen waarover het beschikt, ruim kunnen volstaan als de geldverslindende 19 gemeenten worden afgeschaft of tot normale proporties werden teruggebracht, want daar heersen geldverspilling en overlapping”.



Terwijl Brussel in naam van “het respect” geld eist van Vlaanderen, lapt het de taalwetten op grote schaal aan zijn laarzen. “Meer dan 90% van de artsen in de openbare ziekenhuizen van Brussel kent, in strijd met de wet, geen woord Nederlands. Hoe wordt de wet omzeild? De artsen worden niet in dienst genomen zoals elders, maar gaan aan de slag met een zogenaamd ‘ondernemingscontract’. Hierdoor vallen ze niet onder de taalwet, en moeten ze geen examen Nederlands afleggen”.


Nog een tweede voorbeeld? In 8 van de 19 gemeenten van Brussel heeft de plaatselijke overheid, in strijd met de wet, geen Nederlandstalig basisonderwijs ingericht. Allerlei uitvluchten zijn natuurlijk vlug gevonden.



Het drama van België is dat de meerderheid, Vlaanderen dus, gewoon laat begaan. “Nooit dreigt het ermee de geldkraan te zullen dichtdraaien, terwijl dat toch de evidentie zou zijn. Integendeel, Vlaanderen zegt zelfs niet eensgezind non tegen exorbitante Franstalige partijdige eisen voor méér Vlaams geld, dat de bestuurders in staat moet stellen hun wanbeleid voort te zetten”.


Dit 14-daags opinieblad is eigenlijk verplichte lectuur voor allen die de politieke toestand in België ten gronde willen doorgronden.



(*) Journaal, veertiendaags opinieblad, Mark Grammens, Stationsstraat 200, 1770 Liedekerke.
Abonnementsprijs 89 euro. Rekeningnummer 000-1450583-45

maandag 13 september 2010

Belgische industrie ingestort

Wat elke commentator van het economisch gebeuren in België al jarenlang vermoedt, waar het Vlaams Belang aan de hand van veel cijfermateriaal en in financieel-economische commentaren en op verschillende parlementaire niveaus al lang voor waarschuwt, werd onlangs door twee werkgeversorganisaties met bijzonder gedetailleerde cijfers hardgemaakt. “De voorbije veertig jaar is er nergens ter wereld zoveel industrie verloren gegaan als in België. Enkel het Verenigd Koninkrijk doet het nog slechter”, aldus een verslag in Metro (08.09.2010) van de studie van Geert Noels.



De Standaard stelt bijvoorbeeld dat de Belgische industrie sinds 1970 met 17% is gekrompen, waarbij “we wereldwijd enkel Groot-Brittannië laten voorgaan in de rangschikking van de teloorgang van de industriële bedrijvigheid”. België zou er verder goed aan doen om bijvoorbeeld Duitsland als voorbeeld te nemen voor wat betreft de lonen, de concurrentiekracht en allerlei andere hervormingen. De zware loonkosten en de complexe regelgeving voor bedrijven zijn twee ernstige handicaps die de ontwikkeling van het Belgisch economisch weefsel ernstig belemmeren.


Verheugend is vooral de duidelijk “Vlaamse” ondertoon van een en ander. De beide ondernemersorganisaties hebben het volste vertrouwen in een industriële toekomst van Vlaanderen. Het Vlaams Belang ook, maar dan moet de politieke wereld toch wel meewillen en eveneens ernstige stappen durven zetten. En inderdaad: dit allemaal zal maar kunnen als Vlaanderen inderdaad over alle industriële en financiële hefbomen beschikt om een eigen economisch, fiscaal en sociaal beleid te voeren. Als onafhankelijke staat, zeg maar.

vrijdag 10 september 2010

Is de melkkoe nog niet genoeg gemolken?


Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) heeft nog eens vijf miljoen euro uitgetrokken voor 73 extra flitspalen op het Vlaams grondgebied. In Vlaanderen stonden tot hiertoe al niet minder dan 1.322 flitspalen opgesteld, een absoluut wereldrecord in verhouding tot de oppervlakte, als je weet dat er bijna zoveel in Nederland staan (grotere oppervlakte). In Frankrijk staan er 1.939 en in Wallonië…enkele honderden.



Volgens de minister is het bedoeling om tegen 2020 het aantal verkeersdoden in Vlaanderen onder de 200 te krijgen en het aantal zwaargewonden onder de 1.500. Daarom komen de camera’s op plaatsen met een hoog risico op ongevallen, iets wat enkele dagen onmiddellijk tegengesproken werd door verschillende politiemensen, onder andere die van Kortrijk.


Steeds meer krijgen de mensen de indruk, zoals een lezer in Het Laatste Nieuws het verwoordde, “dat dit allemaal duidelijk aantoont dat het de regering enkel te doen is om het innen van boetes en niet om de verkeersveiligheid”. Of een andere lezer: “De daling van het aantal verkeersdoden staat niet in verhouding tot het aantal flitspalen. Er is wel een duidelijk verband tussen het aantal flitspalen en de inhoud van de schatkist”.

U weet ondertussen ook allemaal wat er met de opbrengst van de boetes gebeurt: de verkeersboetes, die de flitspalen - 1.400 in Vlaanderen - worden in een federale pot gestort. Vlaanderen zorgt op die manier voor 83% van de opbrengsten. En dan moet het geld verdeeld. De uiteindelijke verdeelsleutel van het ‘verkeersboetefonds’: 63% op basis van het aantal kilometer wegen en 37% op basis van de gerealiseerde daling van het aantal doden en gewonden. Resultaat: Vlaamse gemeenten ontvingen in 2003 bijvoorbeeld amper 57% van het verkeersboetefonds, terwijl ze voor 83% van de opbrengsten voor dat fonds zorgen. De Vlaamse politiezones krijgen 3,26 euro per inwoner, de Waalse 6,52 euro per inwoner. De gemiddelde Vlaming betaalde in 2003 24,7 euro aan verkeersboetes, de gemiddelde Waal amper 16 euro (cijfers VVSG, gecit. in Het Belang van Limburg, 01.04.2004). In 2004 was de toestand identiek.

De staat België inde in 2005 zomaar eventjes 299 miljoen euro of 12 miljard oude franken aan verkeersboetes. Een stijging ten opzichte van 2003 van 13%. Nu hebben we niets tegen een grotere verkeersveiligheid natuurlijk. Er is echter een ‘maar’ aan al deze positieve opmerkingen, en Eric Donckier vat het perfect samen in Het Belang van Limburg: “Wel ergerlijk is de vaststelling dat goed 83% van de verkeersboetes in Vlaanderen wordt geïnd en amper 5% in Wallonië, maar dat ondertussen meer dan de helft van de inkomsten van het Verkeersboetefonds terugvloeit naar Wallonië” (30.01.2006).

donderdag 9 september 2010

Ordelijke Opdeling is wel degelijk mogelijk


Het verschijnsel werd met meer dan gewone belangstelling en met verbazing in verschillende Vlaamse kranten gemeld: “De dreigende taal van vicepremier Laurette Onkelinx dat België gesplitst dreigt te worden, heeft nauwelijks een rimpel doen bewegen op de internationale financiële markten. De lange termijnrente, de beste barometer om de financiële toestand van een land te voelen, steeg slechts licht in vergelijking met de Duitse rente” (Het Laatste Nieuws, 07.09.2010).




De angst voor de chaos leek dus nergens voor nodig, waarmee onmiddellijk een argument tegen de splitsing leek te smelten als sneeuw voor de zon. Bepaalde specialisten merkten op: “De markt geeft enkel aan dat de weg naar een betere financiële positie door deze situatie vertraging zal oplopen”. Economen noemden de stijging van de Belgische rente “verwaarloosbaar”.


De boodschap mag duidelijk zijn: de paniek die bepaalde Belgisch behoudende zakenkringen proberen te zaaien bij een uiteenvallen van het land, de paniek die bepaalde Franstalige partijen als strategisch middel om de Vlaamse partijen toch maar tot verdere toegevingen te drijven, slaat nergens op. De internationale financiële kiezen eieren voor hun geld en hebben allang door dat Vlaanderen zijn internationale verplichtingen minstens even goed als België zal nakomen. Een ordelijke opdeling is wel degelijk mogelijk. Vlamingen mogen zich niet langer als bange konijnen voor een lichtbak gedragen.

woensdag 8 september 2010

Nieuwe fiscale inkomsten géén evidentie

De communautaire spanningen lopen nog steeds op. Passionaria Onkelinx (PS) deed hier nog een schepje boven en ontpopte zich tijdens het weekend als volwaardige Waalse independentiste. Achteraf bleek dat het eigenlijk vooral bedoeld was om de Vlamingen – zoals de Franstalige tactiek voorschreef – schrik aan te jagen, in hun hok te krijgen en opnieuw in de pas te doen lopen. Nochtans – dachten u en ik – hebben wij het Belgique van de 19de eeuw toch al eventjes achter ons, neen?



Wij zouden wel eens durven vergeten dat er nog steeds een economische crisis woedt en dat België opnieuw met een record begrotingstekort kampt, zowat het grootste van de ganse Europese Unie. De socialisten dringen aan op nieuwe belastinginkomsten. Een interessante bijdrage van het jongste nummer van “Financieel-Economische Commentaren” (een uitgave van de Vlaams Belang Studiedienst) heeft het uitgebreid over nieuwe fiscale inkomsten.


Men wijst er op de studie “van de Italiaanse econoom Alesina die aantoont dat een saneringsoperatie bestaande uit 70% aan maatregelen betreffende de uitgaven (besparingen) en uit 30% uit maatregelen inzake de inkomsten (nieuwe belastingen) het meeste kans op succes heeft. Hoe hoger echter het aandeel van inkomstenmaatregelen, hoe groter de kans dat de toekomstige groei afgeremd wordt”. Waar zullen de prioriteiten van de (toekomstige) Belgische regering liggen?


F.E.C. begint haar uiteenzettingen met enkele vaststellingen: “De globale Belgische belastingdruk is en blijft hoog. In 2008 bedroeg de totale belastingdruk (totaal van belastingen en socialezekerheidsbijdragen in verhouding tot het bbp) in de 27 EU-landen 39,3% (-1,3% ten opzichte van 2000). In België zakte de fiscale druk met 0,7% van 45% in 2000 tot 44,3% acht jaar later. Hiermee staat België stevig op de 3de plaats, na Denemarken met 48,2% en Zweden met 47,1%”. De daling van de belastingdruk in België bedraagt maar de helft van het Europees gemiddelde. Het verschil met de koplopers Zweden en Denemarken wordt overigens steeds kleiner. België stevent af op de absolute koploper inzake belastingen.


We mogen trouwens niet vergeten dat het hoogste marginaal tarief in België nog steeds 53,7% bedraagt tegenover gemiddeld 37,5% in de EU. Enkel Zweden hanteert met 56,4% een nog hoger maximaal tarief.


Tenslotte is er ook nog de aanslagvoeten op arbeid, consumptie en kapitaal. Vooral inzake fiscale druk op arbeid scoort België bijzonder slecht, weet FEC: “Enkel Italië blijkt met 42,8% arbeid nog iets meer te belasten” (België zit op 42,6% impliciete druk op arbeid). In 2008 bedroeg het EU-gemiddelde 34,2%. In 2008 daalde het Europees gemiddelde met 1,6 procentpunt, in België daalde men slechts met 1%.


De onderhandelaars zullen de bevolking toch eens moeten duidelijk maken waar zij in godsnaam ruimte zien om de belastingen nog wat te verhogen?

dinsdag 7 september 2010

Waar blijft het Vlaams hersenwerk voor een plan B?


Als Laurette Onkelinx van de PS ons de jongste dagen iets heeft geleerd, dan wel dat Franstalig België al langer dan vandaag bezig is met een plan B. Waaruit opnieuw blijkt dat politici aan de andere kant van de taalgrens de overgrote meerderheid van Vlaamse politici in lengte van dagen kloppen in hun strategie om de Franstalige belangen veilig te stellen.



Vlaamse politici hebben het nog al te dikwijls over pogingen “om België te doen draaien” en België een “allerlaatste kans” te geven. Het wordt tijd dat men – de politici van de zogenaamde Vlaamse meerderheidspartijen – ophoudt mensen die de Belgische meerwaarde “niet meer erkennen, motieven toe te dichten zoals ‘revolutie’ of ‘chaos’. Er is een ordentelijke opdeling mogelijk”, zoals fractieleider Gerolf Annemans op zijn webblog meldt.



Hij verwijst hiermee natuurlijk naar het boek dat in het najaar zal verschijnen en waarin een ordentelijke opdeling wordt voorgesteld. Gerolf ziet het ontbindingsproces in 2 fasen verlopen. Een soevereiniteitsverklaring in het Vlaams Parlement en pas daarna een onafhankelijkheidsverklaring (annex constituante en stichting van de Vlaamse staat). Als Vlaanderen zijn soevereiniteit uitroept, oefent het zijn extern zelfbeschikkingsrecht uit en is de trein naar onafhankelijkheid voorgoed vertrokken.


Het Vlaams Belang bezon zich in 2007 over mogelijke toekomstscenario’s voor Brussel. Vriend Peter Lemmens liet volgende scenario’s de revue passeren:

(1) Brussels separatisme: een onafhankelijke en soevereine stadstaat;

(2) Brussel, Europees district;

(3) Brussel, hoofdstad van een onafhankelijk Wallonië of in federatie met Wallonië;

(4) Brussel en Wallonië aanhechten bij Frankrijk;

(5) Brussel, hoofdstad van een onafhankelijk Vlaanderen, al dan niet in een federaal verband;

(6) Brussel, autonoom stadsgewest in een onafhankelijk Vlaanderen.

Lemmens’ analyse leverde op dat scenario (5) voor Vlaanderen allicht het gunstigste is, maar uiteraard ook voor Brussel, niettegenstaande politieke bezwaren die tegenstanders van dit scenario naar aanleiding van de Belgische boedelscheiding zullen opperen. Afhankelijk van het verloop van de opdelingsonderhandelingen en de gedaante die internationale bemoeienissen zouden kunnen aannemen, zou het suboptimale scenario (6) tot op zekere hoogte te verzoenen zijn met de voorspoedige toekomst die Vlaanderen zich middels zijn onafhankelijkheid plant, maar die het ook Brussel wenst te gunnen.

Gerolf Annemans verder in zijn analyse: “We vatten deze twee ‘bovendrijvende’ scenario’s hier samen.

Mogelijk scenario 1: Brussel, Vlaams tweetalig hoofdstedelijk stadsgewest. Dit scenario heeft de absolute Vlaamse voorkeur. Het betekent een correcte interpretatie door alle belanghebbenden van het instrument uti possidetis iuris, het homogeniteitsprincipe en dus een opgaan van Brussel in Vlaanderen. Brussel krijgt van de Vlaamse Regering bijzondere aandacht vanwege de grote sociale noden en de economische armlastigheid. Het krijgt gezien zijn omvang het statuut van stadsgewest. Voor het overige neemt Brussel de hoofdstedelijke centrumfunctie waar voor Vlaanderen. Het enige bestuurlijk-administratieve verschil tussen Brussel en andere Vlaamse steden zal dan het volledig tweetalige statuut van Brussel zijn. In de rest van Vlaanderen schaft de Vlaamse Regering de faciliteiten voor Franstaligen in rand- en taalgrensgemeenten af. Vlaanderen ratificeert het Europese kaderverdrag nationale minderheden voor Brussel, gezien het oude Belgische evenwicht berustte op de minderheidspositie van de Franstaligen in België versus de minderheidspositie van de Vlamingen in Brussel.

Mogelijk scenario 2: confederatie van een Brusselse stadstaat en Vlaanderen. Indien (a) Vlaanderen zich zou laten verrassen door een Waalse soevereiniteitsverklaring, indien (b) de komende maanden of jaren de Vlamingen toch een corridor van welke hoedanigheid dan ook zouden toestaan tussen Brussel en het Waals Gewest of indien (c) door een onbehoorlijke diplomatieke gang van zaken Vlaanderens pogingen in het verleden tegen wil en dank te blijven deel uitmaken van de Belgische staat geen internationale erkenning zouden krijgen, dan moet Vlaanderen aansturen op een confederatie met een autonome stadstaat Brussel. De Vlamingen moeten dan alles inzetten op de geringe economische levensvatbaarheid van een autonoom Brussel en akkoorden afsluiten die het tweetalige karakter van Brussel waarborgen. De hoofdstedelijke functie van Brussel voor Vlaanderen moet eveneens waar mogelijk gegarandeerd blijven. Ook daar hebben de Vlamingen een stevige economische stok achter de deur.”


Het militante Vlaanderen is er klaar voor. Nu nog de logge, officiële Vlaamse boot in beweging krijgen. Bijzonder ergerlijk is ondertussen dat de enige Vlaamse partij, die een uitgewerkt plan B klaar heeft liggen, door de Belgische media niet eens wordt uitgenodigd in programma’s waar men het uitgebreid over …het plan B heeft.

maandag 6 september 2010

Dezelfde economische ellende als jaren 80?

Zit België even diep in de economische ellende als begin jaren 80 van de vorige eeuw, toen alleen nog een drastische devaluatie van de Belgische frank de economie kon doen heropleven? Johan Van Overtveldt van de denktank VKW Metena denkt dat het bijna zover is.



Zijn redenering probeer ik voor u hieronder samen te vatten. Het is interessant zijn denkpistes te volgen, zeker omdat hij volledig inzet op het verhogen van de concurrentiekracht en dat het juist daar is waar Vlaanderen als onafhankelijke entiteit zeker over troeven beschikt. Op voorwaarde dat wij de opportuniteit willen aangrijpen natuurlijk.


Van Overtveldt begint met te stellen dat de economische schok die onze economie vorig jaar heeft geïncasseerd, “de grootste in tijden” is geweest (aldus een verslag in De Tijd, 03.09.2010). “Er ging 4,3% van het bruto binnenlands product (bbp) verloren. Ter vergelijking: in de recessie van 1974-1975 was dat slechts 3%, in 1992-1993 was dat 2%”.


Daarenboven, aldus Van Overtveldt, is het duidelijk voor iedereen dat de Belgische overheid zwaar boven haar stand leeft. Er zijn natuurlijk de financiële gevolgen van de economische recessie, en er was de redding van de banken, die België enorm veel hebben gekost. Maar de rest van het verlies is structureel. En daar moet dringend iets worden aan gedaan: een afgeslankte, maar meer efficiënte overheid is absoluut noodzakelijk (wat ook het Vlaams Belang al jarenlang eist).



Er zijn nog andere aanwijzingen dat het met België niet goed gaat: de loonhandicap is (nog) erger dan in 1982, en hetzelfde geldt voor het aandeel van de Belgische economie in de wereldhandel: we gaan er elk jaar fors op achteruit, en dat wijst op tanende concurrentiekracht.


Wat moet er gedaan? Er zijn de klassieke geneesmiddelen natuurlijk. Meer mensen aan het werk helpen bijvoorbeeld, of de loon- en energiekosten die naar beneden moeten. Belangrijk is in elk geval, aldus Johan Van Overtveldt, dat we beseffen dat een devaluatie van onze munt niet meer kan: we zitten met z’n allen vast aan de euro (wat mij de bedenking ontlokt dat we met de beschrijving van de werkelijkheid toch wel een eind in de richting van de PIGS-landen zitten). Het is 5 voor 12. De concurrentiekracht moet wordt verhoogd. Vlaanderen kan het. Maar wil Vlaanderen het ook?

vrijdag 3 september 2010

Schaft Europa zichzelf af?


Sinds zowat overal in Europa rechtsnationalistische, populistische en andere systeemkritische partijen stemmen binnenhalen en aan invloed winnen, dat steeds meer gewone mensen durven zeggen wat ze denken van de zogenaamde zegeningen van de – van buitenaf opgelegde – multicultuur, is een soort Europese cordon sanitaire neergedaald. Een soort politiek correct ijzeren gordijn, waarmee de politieke elite zich van de werkelijkheid afschermt met haar multiculturele droom.



Je moet enorm veel moeite doen om het kleinste gaatje in dit politiek correcte gordijn te krijgen. Thilo Sarrazin heeft met zijn boek “Deutschland schafft sich ab” (*) een reuzengroot gat geschoten in de muur van het grootste politiek correcte land van de Europese Unie. Deze voormalige Schepen van Financiën van de stad Berlijn, oud-senator en momenteel bestuurder van de Bundesbank – géén kleine jongen dus – is nog steeds SPD-lid, maar moet wel vrezen met alle zonden van de wereld de woestijn in te worden gestuurd.


Sarrazin werpt alle burgerlijke partijen voor de voeten dat ze het nooit nodig gevonden hebben om over de demografische ontwikkeling in Duitsland een breed openbaar debat te voeren. Nooit werd de burger naar zijn mening gevraagd betreffende de plannen in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw van de Duitse regering – en bij uitbreiding alle Europese lidstaten – om Europa om te toveren tot een multiculturele maatschappij.


“Het massaal toelaten van gastarbeiders in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was – als je het vandaag bekijkt – een gigantische vergissing (…) Minder positieve empirisch-statistische analysen over de vraag of gastarbeiders en hun families in Duitsland wel zo’n bijdrage aan de welstand hebben meegebracht, zijn gewoon niet voorhanden”. Sarrazin analyseert scherp en kritisch. ‘Hinderlijke’ feiten en stellingen voor de hogepriesters van het nieuwe, multiculturele geloof!


Maar daar blijft het niet bij. Nuchter en realistisch formuleert hij ook een aantal draconische maatregelen tegen die inwijkelingen die niet willen of niet kunnen werken. Zo wil hij de rigoreuze vermindering van sociale uitkeringen voor diegenen die zich niet willen integreren, wil hij de familiehereniging fel beperken en huwelijksmigratie stoppen. Inderdaad: allemaal voorstellen die dicht aanleunen bij voorstellen van het Vlaams Belang. Theo Sarrazin: een naam om te onthouden!






Sarrazin, Thilo, “Deutschland schafft sich ab”, DVA-Verlag, 2010, 464 pagina’s,

ISBN: 978-3-421-04430-3

donderdag 2 september 2010

Steeds meer zwartwerk in België?


De Belgische overheid wou met de invoering van de dienstencheques het zogenaamde zwartwerk het gras onder de voeten wegmaaien. Het zou eindelijk gedaan zijn met het zwartwerk en zelfs de financiële prikkel zou verdwijnen. De hemel op aarde, zeg maar.



De realiteit ziet er echter fundamenteel anders uit, zoals blijkt uit een vergelijkende internationale studie die werd uitgevoerd in opdracht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Een autoriteit inzake zwartwerk, Friedrich Schneider, kwam daarin tot de conclusie dat er in 2010 in België 61 miljard euro aan zwart geld in de ondergrondse economie zal circuleren (De Morgen, 01.09.2010).


Daarmee heeft België de vijfde grootste zwarte economie van de OESO in verhouding tot zijn bruto binnenlands product. Alleen Griekenland, Italië, Spanje en Portugal doen nog slechter dan België: het zijn niet toevallig allemaal landen met slechte begrotingsresultaten, landen op het randje van het failliet dus.


Professor Schneider van de universiteit van Linz maakt trouwens in zijn studie ook duidelijk “dat de schaduweconomie in Wallonië groter is dan die van Vlaanderen. Dat is al jaren zo, en het is ook logisch: een goedbetaalde, officiële job vinden is nu eenmaal gemakkelijker in het Vlaamse landsgedeelte dan in Wallonië”.


Nog opmerkelijk: terwijl de overige landen van de OESO er alles aan doen om het aandeel van de zwarte economie te verminderen, neemt “in België de omvang van de zwarte economie lichtjes, maar wel structureel toe”. Vlaanderen zal onder het OESO-gemiddelde zitten, Wallonië boven het OESO-gemiddelde, net als het Belgisch gemiddelde trouwens.


Twee verschillende landen in één? Jazeker, ook professor Schneider bevestigt dit onrechtstreeks, en ondanks de realiteit dat ook in Vlaanderen veel zwartwerk voorkomt - met zo'n fiscale, parafiscale en andere belasting kan men soms niet anders - in zijn studie.

woensdag 1 september 2010

Wie zei ook weer dat voetbal saai was?


Men heeft het soms over die enkele symbolen die België nog bijeen houden: biefstuk-friet bijvoorbeeld, of Albert II. Of ook nog de Rode Duivels. Alhoewel dat laatste steeds minder het geval is blijkbaar. De vrouw van Club-verdediger Hoefkens windt er in een interview in Menzo Sports Magazine geen doekjes om: “In grote landen wordt een oproeping voor de nationale ploeg als een eer beschouwd. Hier is het een verplichting. De supporters staan ook niet achter het team (…) De nationale ploeg en de Belgische supporters, dat ‘matcht’ niet”, aldus de voetbalvrouwe.




Waar ligt de oorzaak van het gebrek aan ‘nationale samenhang’ dan wel, iets wat blijkbaar in het buitenland wel lukt? “Ook binnen de nationale ploeg is die klik er niet. Het probleem is dat er geprobeerd wordt om twee verschillende nationaliteiten te mixen. En dat gaat niet. Je hebt Vlamingen en Walen”.

En tenslotte: “Ik weet dat het moeilijk realiseerbaar is, maar idealiter vorm je een Vlaams nationale ploeg en een Waalse”. En typisch: het ‘middenveld’ om het zo te noemen – de spelers zélf, de supporters en het publiek op de tribune – denkt er net zo over, want ze beseft maar al te goed dat een Vlaamse en een Waalse ploeg garant zijn voor meer volk, een betere sfeer en wellicht beter voetbal. Alleen het bestuur én de trainer zijn blijkbaar een andere mening toegedaan.


Wat was het spreekwoord ook weer? Chassez le naturel, il revient au galop. Ondertussen heeft de Vlaamse Volksbeweging de daad bij het woord gevoegd en de Vlaamse minister van Sport, de heer Muyters (N-VA) gevraagd over te gaan tot de oprichting van een Vlaamse, nationale voetbalploeg. Vlaams Belang-kopman Filip Dewinter heeft al eerder het oud wetsvoorstel van Vlaams Belang opnieuw ingediend, dat wil overgaan tot de oprichting van een eigen, nationale voetbalploeg.