POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





donderdag 31 maart 2011

Kloof tussen Franstaligen en Nederlandstaligen dan toch dieper dan gedacht?

Een bepaalde politiek-geïnspireerde medialobby probeert al jarenlang de mensen voor te houden dat de verschillen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen eigenlijk de meer perifere onderwerpen betreffen en dat de beide taalgroepen – volkeren, wat mij betreft – over de fundamentele zaken eigenlijk hetzelfde denken.
Uit een studie van de Stichting P&V blijkt echter dat het water zéér diep is, en veel dieper dan oorspronkelijk gedacht. Enkele uittreksels uit de bijdrage hierover in Knack (16.03.2011). Vooraf stellen de auteurs Elchardus en Olivier Servais (Université Catholique de Louvain) dat hier niet werd gefocust op het grote ideëendebat, maar op de dagelijkse cultuur van de mensen, het levend biotoop, zeg maar.
De ondervraagden, Vlamingen en Franstaligen, zien de verschillen trouwens ook duidelijk als culturele verschillen: Vlamingen willen dingen vooruit laten gaan, Franstaligen willen dat niet, aldus de Vlamingen, terwijl de Franstaligen de Vlamingen als boertig en brutaal beschouwen. “Ze kennen Frans, maar ze willen het niet spreken”.
Zeker wat de taal betreft, zitten de tegenstellingen diep, aldus de onderzoekers: “Vlamingen vinden de taalgrens een verworvenheid waaraan niet kan worden getornd. Voor Franstaligen is dat absurd. Veel Vlamingen vertellen een verhaal over culturen die niet samengaan. Franstaligen voeren dikwijls een perfect taalimperialistisch discours”.
Een punt van kritiek? Op een bepaald moment zegt de Franstalige Olivier Servais: “We verschillen misschien cultureel, maar niet als het over waarden gaat. We zijn allemaal voor een actieve welvaartstaat, maar we geven er op een andere manier uiting aan”. Nou, zeg ik dan: àlle Europeanen zijn voor een actieve welvaartstaat, waarom zitten niet àlle Europeanen in dezelfde staat? Het gaat nu eenmaal wél over verschillende waarden, mijnheer Servais, over de manier van naar het leven kijken: Vlamingen, Noord-Europeanen als je wil, willen zélf aan het leven meesteren, terwijl Zuid-Europeanen misschien meer leunen op de overheid om hen in moeilijke momenten te begeleiden. Zeker, wij kijken fundamenteel anders dan de andere. Spijtig alleen dat de wetenschapper Servais op het einde van de studie de eigen resultaten meent wat te moeten wegrelativeren.

woensdag 30 maart 2011

141 miljoen euro medische kosten aan illegalen in België

België niet het luilekkerland van de uitkeringen, zegt u? Ho maar, dat is in elk geval niet wat blijkt ui het antwoord dat ik van de heer Staatsecretaris Ph. Courard (PS) mocht ontvangen op vrangen over de medische hulp aan illegalen in dit land.
Ook op dat vlak is België ‘uitzonderlijk’, toch als het om illegalen gaat. Illegalen die zich op het begrip ‘dringende medische hulpverlening’ beroepen, krijgen die …gratis. Op dit ogenblijk kunnen alle geneeskundige verstrekkingen die voorkomen in de RIZIV-nomenclatuur, als ‘dringende medische hulp’ worden aangemerkt.
Het zal dus niet verbazen als ik meld dat de bedragen die dit de belastingbetaler in België kost – u en ik betalen dit dus – enorm hoog liggen. In 2007 een bedrag van 23.340.691 euro, in 2008 steeg dat naar het gigantische bedrag van 38.430.487, om in 2009 nog verder te stijgen naar 39.640.097 euro. In 2010 was er een daling merkbaar en betaalde Honoré Gepluimd de totaalfactuur van 25.856.569 euro.
Voor wie het stilaan allemaal wat teveel aan het worden is: in totaal hoestte de Belgische belastingbetaler op die manier een bedrag op van 141.235.000 euro, of in Belgische frank: 5,6 miljard! Alleen al aan illegalen...en alleen al voor de dringende medische hulp dus.

dinsdag 29 maart 2011

Steeds meer Belgische pensioenen uitbetaald aan pensioengerechtigden van buitenlandse nationaliteit

Uit cijfers die ik opvroeg bij minister van Pensioenen en Grote Steden, Michel Daerden (PS), blijkt dat het aantal pensioengerechtigden van buitenlandse nationaliteit dat een pensioen uitbetaald krijgt van de Rijksdienst voor Pensioenen sterker stijgt dan het aantal Belgen, die een pensioenuitkering krijgen. Terwijl het aantal pensioengerechtigden van 2005 tot 2009 met 2,8% steeg (van 1.518.825 naar 1.558.251), steeg het aantal met een buitenlandse nationaliteit met 4% in dezelfde periode – van 217.460 naar 227.203.
Ook per gewest zijn er opvallende verschillen. In 2005 bedroeg het aandeel pensioengerechtigden met een buitenlandse nationaliteit in het Vlaams Gewest 2%, een aandeel dat ook in 2009 nog steeds 2% bedraagt. Voor het Waals Gewest bedroeg het aandeel pensioengerechtigden met een buitenlandse nationaliteit, betaald door de RVP, 8,8%, in 2009 steeg dat aandeel tot 9%. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tenslotte steeg het aandeel in 2005 van 11% naar 12% in 2009.
Ook opmerkelijk, vind ik toch, zijn de verschillen inzake pensioenen werknemers en zelfstandigen en inzake overheidspensioenen. Inzake pensioenen uitbetaald door de RVP bedroeg het aandeel van het Vlaams Gewest hierin 59,9% (2005) tot 61,2% (2009), terwijl het aandeel in de overheidspensioenen 57,8 (2005) tot 58,5% bedroeg.
Uitbetalingen door RVP aan pensioengerechtigden in het Waals Gewest: in 2005 31,5%, in 2009 30,8%. Wat de pensioengerechtigden in de overheidssector betreft, zat het aandeel onveranderlijk op 34,5%.

maandag 28 maart 2011

Aantal ramkraken voorbije jaren sterk gedaald - België - HLN

Aantal ramkraken voorbije jaren sterk gedaald - België - HLN

Wat in de pers komt en wat eigenlijk de strekking van een schriftelijke vraag en het antwoord van de minister hierop was…

Spijtig dat men in de Belgische pers soms vrij spectaculaire berichten aantreft, die men bij nader toezien echter moet nuanceren, vooral omdat bijvoorbeeld bepaalde (cruciale) informatie weggelaten werd of slechts vervormd teruggegeven.

Neem nu volgend bericht uit de internetpagina van Gazet van Antwerpen op 26/03 “In ons land worden steeds minder banken overvallen. Dat blijkt uit een antwoord van uittredend minister van Binnenlandse ZakenAnnemie Turtelboom (Open Vld) op een schriftelijke vraag van Peter Logghe (Vlaams Belang).
In 2006 werden 130 bankovervallen vastgesteld. Drie jaar later daalde dat aantal tot 89. In het eerste semester van 2010 ging het om 46 feiten.
Van de 130 bankovervallen in 2006 was 68,4 procent 'succesvol'. In 2009 deden de boeven het iets beter: 76,4 procent.
In de periode 2006-2009 daalde het aantal overvallen in Wallonië (van 62 tot 34) en in Vlaanderen (van 32 tot 21), maar in Brussel was dat niet het geval (van 25 tot 34)”. Tot daar het bericht.
Terwijl het juiste bericht eigenlijk volgende informatie zou moeten bevatten: “ Uit cijfergegevens die ik bij de minister van Binnnenlandse Zaken, Annemie Turtelboom (Open VLD) opvroeg, blijkt dat het aantal bankovervallen in België lichtjes daalt over een periode van 2005 tot en met 2009, maar vooral opvallend zijn de hoge cijfers in Wallonië.
Op een totaal van 112 bankovervallen in 2005 telde men er 60 (geslaagde en pogingen tot) in Wallonië – een aandeel van 53% - terwijl het er in Vlaanderen slechts 35 waren – of een aandeel van 23%. In 2009 waren er nog 89 geregistreerde bankovervallen, een lichte daling dus. In Wallonië daalde het aandeel weliswaar tot 40%, 35 bankovervallen in totaal, maar dit aantal lag in Vlaanderen in absolute cijfers nog steeds gevoelig lager: 21 in totaal.
Vooral het aantal geslaagde bankovervallen ligt in Wallonië gevoelig hoger, en blijft gevoelig hoger liggen: 42 in 2005 (Vlaanderen: 26), tegenover 29 in 2009 (Vlaanderen: 13). Betreffende de buit moest de minister vaststellen dat er geen gecentraliseerde cijfers beschikbaar waren”.
Dezelfde informatie, de ene keer zonder communautaire insteek, de andere keer mét (belangrijke) communautaire insteek.

vrijdag 25 maart 2011

Schaf huiswerk in Brussel af

Ik heb het vroeger nog geschreven: wij zijn in Europa bezig met ons dood te ‘non-discrimineren’ – verontschuldigt u mij voor het woordgebruik! Als we merken dat er iets te lastig wordt voor een bepaalde categorie mensen, dan zijn we al zover gekomen dat wij niet eens meer bijkomende inspanningen durven vragen, neen: we verlagen gewoon onze normen. Want ‘De Andere’ mag zich toch vooral niet gediscrimineerd voelen, nietwaar?
Een vuistdik rapport. Waarin wordt aangetoond dat de thuistaal van het kind belangrijk is voor de slaagkansen in het onderwijs. “Een grote groep leerlingen uit het hoofdstedelijke Nederlandstalige onderwijs in Brussel spreekt thuis geen Nederlands en heeft een moeder die geen diploma secundair onderwijs heeft. Door die zwakkere thuisbegeleiding dreigt 60% van de Brusselse schoolkinderen achterstand op te lopen”.
De oplossing is in elk geval een primeur voor België, en er valt te vrezen dat het buitenland ons opnieuw zal benijden om onze geniale voorzetten. Want wat is de oplossing? Straft de ‘gewone’ ouders en de kinderen uit ‘gewone’, autochtone gezinnen. Verlaag de normen, dat is de oplossing. Schaf dus bijvoorbeeld het huiswerk af. Het zal uw kind maar wezen…

donderdag 24 maart 2011

De oorlog met Libië – Vlaams Belang in plenaire zitting

Op maandag 21 maart 2011 hield Vlaams Belang-fractieleider Gerolf Annemans een opgemerkte tussenkomst in de plenaire zitting die was bijeengeroepen om de crisis in Libië te bespreken en vooral de Belgische deelname aan een militaire actie tegen Khadafi. Een opgemerkte rede, omdat het Vlaams Belang zich zeer terughoudend opstelde en waarschuwde voor het avontuur. Daarenboven was het ‘du jamais vu’ dat een regering van lopende zaken ten oorlog trekt.
Enkele opvallende uitspraken van Gerolf willen we u langs deze weg graag meegeven. In zijn inleiding had Gerolf het over de regering van lopende zaken: “Ten eerste, wij hebben hier de voorbije weken een discussie gehad die nog zal worden voortgezet, met name over wat een regering in lopende zaken kan doen. Kan zij een begroting opstellen? Kan zij een begrotingsmeerjarenrapport aan de Europese Unie voorleggen? Nu staan wij al voor de vaststelling dat een regering in lopende zaken ook ten oorlog kan trekken. Ik wil voor u dan ook nog even onderstrepen dat de lopende zaken niet de normale regeringsbevoegdheid zijn, zoals Buitenlandse Zaken dat aan het Parlement rapporteert. Het is nog veel minder dan dat. De bevoegdheden in lopende zaken om militaire operaties uit te voeren, impliceren alleen maar dat de regering daartoe geen mandaat heeft. Zij moet dus met de grootste terughoudendheid te werk gaan. Af en toe eens een parlementair debatje lost het probleem niet op”.
Maar er was natuurlijk meer: Gerolf wees er – terecht – op dat Europa, en België in de eerste plaats, niet beseffen in welk mierennest het zijn neus steekt: “Neen, wij willen niet dat wij opschuiven naar een uitzichtloze militaire situatie, een oorlog waarin wij niet meer bezig zijn met het beschermen van vreedzame betogers, maar waarbij wij in een burgeroorlog terechtkomen waarin wij afwisselend het voordeel dat Kadhafi schijnt te zullen krijgen in heel die oorlog telkens vanuit de lucht, en “alleen vanuit de lucht”, zullen moeten proberen terug te dringen, maar ten voordele van wie? Dat is ons tweede punt. Wij hebben vrijdag vragen gesteld over de informatie, die totaal ontbreekt, over met wie wij daar eigenlijk in gesprek zijn en ten bate van wie wij daar eigenlijk met onze militaire actie tot een ander regime proberen te komen.
Het regime van Kadhafi is gevestigd op de Jamahiriya, een soort volksvergadering van bedoeïenenstamhoofden (…) Kadhafi is iemand die daar van boven zat en jaarlijks of om de twee jaar werd aangeduid om namens iedereen het woord te doen en ook in het buitenland het woord te doen, maar voor de rest is dat een onwaarschijnlijk kluwen. De voorstelling van zaken alsof dat een democratie is, met een publieke opinie, waar men naar de televisie kijkt en met Facebook en Google bezig is, is natuurlijk niet juist. U weet dat. Wij zijn daar waarschijnlijk bezig, met alle twijfels die daarrond bestaan, met iets zeer onduidelijks. Dat is een andere reden waarom wij tot grote terughoudendheid aanzetten”.
Gerolf sloot zijn tussenkomst af met de woorden: Quid? Wat nu? Wat komt er in de plaats? “Als men Benghazi een beetje bestudeert, dan blijkt dat dit een strong-hold van het islamisme in Libië is, en zelfs een zeer belangrijke strong-hold van het islamisme. Dat zijn de rapporten die wij krijgen, als wij de internationale pers bekijken. De kreten die daar circuleren, zijn religieuze kreten. De politieke agenda’s die daar circuleren zijn religieuze politieke agenda’s. Kadhafi weg, ja, maar wat krijgen wij in de plaats? Daarvoor wil het Vlaams Belang hier vandaag aandacht vragen. Wij gaan ons toch niet in een langdurige oorlog engageren om een Libisch of een Benghazi’s kalifaat in het zadel te helpen of te houden?”

woensdag 23 maart 2011

Allemaal ‘toevallige verschillen’, jaja

Twee feiten vandaag in de Kamer, die een aanwijzing zijn van het ‘perifere’, van het ‘toevallige’ en ‘marginale’ karakter van de verschillen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen in dit land, toch als we de Franstaligen zelf en een bepaalde collaboratiepers in Vlaanderen mogen geloven.

In de voormiddag konden we de minister van Justitie aan het werk zien in de Commissie Justitie. Hij werd er onder andere door CD&V ondervraagd over de stand van zaken inzake de werklastmeting in de hoven en rechtbanken, een oud zeer. Vlaamse hoven en rechtbanken klagen al langer dan vandaag over de werklast en trekken de vergelijking met de Franstalige hoven en rechtbanken, waarvan zij vermoedden dat de werklast een flink stuk lager ligt. Eerste indicaties gaan inderdaad in die richting. De Vlaamse partijen dringen al langer dan vandaag aan op actie, en op een échte werklastmeting – ook het Vlaams Belang is hierover al ettelijke keren tussengekomen. Een eerste experiment werd daarom opgezet in de Hoven van Beroep, die van Antwerpen en van Bergen. Vandaag heeft de minister, zéér tot zijn ongenoegen, moeten toegeven dat het Hof van Beroep van Bergen ….heeft afgehaakt en dus niet willen meewerken aan de werklastmeting. Géén werklastmeting dus. En: jarenlang vragen stellen en voorstellen doen in de vuilbak. De vraag stelt zich of de andere voorgestelde werklastmetingen, onder andere bij de rechtbanken van eerste aanleg, nu nog wel doorgaan.

In de namiddag had ik staatssecretaris Schouppe voor mij in de Commissie Infrastructuur. Op een mondelinge vraag naar het aantal flitspalen en naar de evolutie hiervan, moest hij antwoorden dat op dit vlak niet veel evolutie is waar te nemen. In het Vlaamse Gewest zijn er niet minder dan 1.400, in het Waalse Gewest alles bijeen zo’n 200. Veiligheid krijgt dus een totaal andere invulling aan de andere kant van de grens, en wie gedacht had dat daar een verandering in zou komen, is er aan voor de moeite.
Voor wie er mocht aan twijfelen: verschillen tussen de Vlaamse aanpak en de Franstalige kijk op een en ander berusten op puur toeval, en hebben geen énkele realiteitswaarde. Blijft u dit allemaal geloven?

dinsdag 22 maart 2011

Niet de ganse cultuurscene in Vlaanderen is Belgisch-nationalistisch

Men zou er soms aan twijfelen, zeker als men voortgaat op de berichten die via de nationale (propaganda-) zenders van radio en televisie worden verspreid, maar neen: niet alle cultuurpausen in België hebben het verstand op nul en de blik op oneindig gezet. Er zijn er die het kritisch denken blijven beoefenen, ook en zelfs als men dreigt in het hoekje van de ‘fascisten’ terecht te komen.
Verfrissend interview in De Standaard (19.03.2011) met de broers De Graeve, de ene een steracteur, de andere een filosoof die van zich doet spreken in soms gewaagde uitspraken. Zij durven het aan de hogepriesters van het ‘Belgisch-cultureel erfgoed’ in twijfel te trekken, zij durven het aan de ‘pensée unique’ van het Belgische culturele wereldje dooreen te gooien.
En vooral: zij doen dit op een onderbouwde manier: “Het grote probleem van België is niet dat de Vlamingen plots met z’n allen onsolidair of egoïstisch geworden zijn, of rechts, nationalistisch, flamingantisch of hoe je het ook noemen wilt. Het grote probleem is dat België fundamenteel ondemocratisch is. Al sinds zijn ontstaan (…) In volwassen democratieën houden vrijheid en gelijkheid elkaar in evenwicht. Iedereen mag doen en zeggen wat hij wil – vrijheid – zolang hij daarmee maar geen anderen benadeelt – gelijkheid. Dat principe is absoluut. Je kunt niet een beetje gelijk zijn, net zomin als je een beetje zwanger kunt zijn. Ofwel is iedereen gelijk, ofwel niemand. Maar in België is dat niet zo. Hier is de vrijheid van een Franstalige elite altijd ten nadele gegaan van de gelijkheid van een Nederlandstalige meerderheid”.
Sommige gesubsidieerde cultuurtoppers vonden dat ze nog een stuk verder moesten gaan en het Vlaamse – gelijkgesteld met het Vlaams Blok – met hand en tand moesten bestrijden: “Vroeger was het duidelijk. Vlaams stond gelijk aan Vlaams Blok stond gelijk aan xenofobie en racisme. Daar was geen discussie over mogelijk: dat was verwerpelijk. Ik heb Stijn Van Opstal van Olympique Dramatique nog naar Filip Dewinter zien spuwen. In die mindset zijn veel mensen uit de culturele wereld blijven steken. Ook toen het allemaal veel minder eenduidig werd”.
Misschien moeten we het op een bepaald moment toch eens hebben over de kloof die gaapt tussen een (groot) deel van de culturele wereld en de burgermaatschappij. Misschien kan die ‘mindset’ voor een deel de oorzaken van de kloof helpen uitklaren? Misschien zouden sommigen uit de culturele sector hun paardenbril eens kunnen afzetten en met iets minder vooringenomenheid naar de wereld om zich heen moeten kijken? Of ben ik aan het dagdromen?
Het zal niet verbazen dat Pieter De Graeve stichtend lid van de Gravensteengroep is geworden.

maandag 21 maart 2011

Geen staatshervorming nodig, want juist door federale Belgische structuur gaat alles zo goed

Sommige Waalse politici ontkennen zelfs de warmte van het zonlicht. Sommige Waalse politici ontkennen het feit dat het juist de ingewikkelde, onwerkbare federale structuur is die als een loden mantel op de Vlaamse welvaart en toekomstige economische groei ligt en hypothekeert.
Neem nu de Waalse minister-president Demotte in een interview in De Standaard (17.03.2011), die op de vraag of er dan geen staatshervorming nodig is in België: “Jawel. We moeten onze instellingen moderniseren en verbeteren, daarmee ben ik akkoord. Maar we mogen de ontwikkeling van Wallonië en Vlaanderen niet fnuiken. Het is belangrijk dat zij het goed blijven doen in een federaal kader. Ik ben trots op Vlaanderen omdat het één van de leiders is op Europees vlak. Maar het is dankzij de federale structuur dat Vlaanderen zo heeft kunnen groeien en dat Wallonië nu aan een inhaalbeweging bezig is”.
Hallo, leeft men daar soms op een andere planeet. Vlaanderen dankzij de federale structuur groot geworden? Minister-president Demotte heeft blijkbaar nog nooit gehoord van de financiële transfers van Vlaanderen naar Franstalig België – zo’n 12 miljard euro op jaarbasis – die voor een afroming van de welvaart van de Vlamingen zorgen. Iedere Vlaming levert op die manier gemiddeld 2.500 euro per jaar in. Groot geworden dankzij de federale structuur? Maar Demotte hanteert hier natuurlijk het traditionele verwijt: Vlaanderen gedraagt zich als een verwende, egoïstische en rijke puber. Het wil niet solidair meer zijn, want Vlaanderen zit op zijn geld. Foei! Alsof er geen belangrijker dingen in het leven zijn.
Maar zie: opeens, iets verder in het debat, verwisselt minister-president Demotte het geweer van schouder: “(Hij heeft juist gezegd dat hij geen schrik heeft van nieuwe bevoegdheden) Maar we moeten oppassen dat die niet al onze middelen opvreten die wij in het Marshallplan nodig hebben voor innovatie”.
Ik weet niet wat de N-VA ervan vindt, maar als ik de “enorme stappen” zie, die de PS sinds de verkiezingen van 2010 in de richting van Vlaanderen heeft gezet – Di Rupo had tot in den treure herhaald dat hij ons “a compris” – dan zou ik het ongeveer toch wel beginnen weten, denk ik.

vrijdag 18 maart 2011

De pers en leefloners


Dit is wat in Het Laatste Nieuws verscheen. Nochtans vielen er bij de cijfergegevens van Staatssecretaris Courard wel meer kanttekeningen te maken.
Posted by Picasa

Mijn bericht zag er in feite als volgt uit:

Gisteren werd het feit gemeld dat het aantal leefloners op een jaar tijd verminderd zou zijn. Uit de cijfers die Volksvertegenwoordiger Peter Logghe (Vlaams Belang) van staatssecretaris Ph. Courard (PS) mocht ontvangen, blijkt dit ook: in 2010 waren er maar 148.606 leefloners ten opzichte van 154.002 in 2009. Als men het aantal leefloners van 2005 tot en met 2010 vergelijkt, dan merkt men echter een stijging van 16,5%, van 127.553 tot 148.606.
Volksvertegenwoordiger Peter Logghe (Vlaams Belang) wilde van de staatssecretaris vooral de evolutie kennen van het aantal leefloners dat in de loop van de jaren aan het werk gaat. De staatssecretaris moest toegeven dat het momenteel moeilijk was om de efficiëntie te meten van tewerkstellingsmaatregelen voor OCMW-cliënten. Wel kon hij meedelen dat zijn administratie momenteel bezig is een opvolgingsinstrument op te maken, dat in de komende maanden wordt vervolgd.
Ook de regionale opsplitsing van de cijfergegevens waren opmerkelijk: In 2005 bedroeg het aandeel van de leefloners in het Vlaamse Gewest 40.439 of ongeveer 32%. Het aandeel van de leefloners in het Waalse Gewest bedroeg 42,5%, en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeveer 25%. Het aandeel van de leefloners in het Waalse Gewest in 2010 is gestegen tot 44% (!) van het totaal aantal, het aandeel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is ging iets boven 25%, terwijl het aandeel van de leefloners in het Vlaamse Gewest onder de grens van 30% zakt.

Toestroom van minderjarige, niet begeleide asielzoekers in België

Uit De Tijd: “Het leeuwendeel van de jongeren zijn Afghanen, en hun leeftijd blijft dalen. 'Kinderen van veertien die twee jaar onderweg zijn geweest vormen geen uitzondering meer', luidt het bij het 'Platform Kinderen op de Vlucht'. Als de trend zich doorzet, zullen er dit jaar dubbel zoveel Afghaanse minderjarigen asiel aanvragen in ons land als in 2010. Op de tweede plaats komen Guineeërs. Samen vertegenwoordigen ze 60 procent van de minderjarige asielzoekers.
Bij het Platform vermoedt men een uitgestelde exodus, omdat veel van die Afghaanse jongeren lang onderweg zijn. 'Zo krijg je een uitgestelde instroom, een tijd na het hoogtepunt van een conflict.' Velen van hen zijn onderweg naar Groot-Brittannië.
Onrustwekkend is volgens De Morgen de dalende leeftijd van de aanvragers. 'Tot 2009 was de gemiddelde leeftijd 16 à 17 jaar, nu zien we steeds meer jongeren van 14 binnenkomen.'
Van de minderjarigen verblijven er ook steeds meer op hotel. Midden november waren er het slechts 76, nu zijn dat er al 126. De hogere instroom bemoeilijkt de doorstroming naar een gepaste opvang.”
Ondertussen is het aantal in januari 2011 gestegen tot 138 en in februari 2011 zelfs 149 jongeren.  Het zou in het geval van mensen uit Guinee vooral om meisjes die gevlucht zijn uit angst van genitale mutilatie en gedwongen huwelijken. Terecht dus dat het Vlaams Belang hier al lang geleden voor de eerste maal tegen geprotesteerd heeft.
Toch wel een zeer nuttig bericht voor al diegenen die denken dat de problemen in Afrika misschien, héél misschien, voorbij onze deur zullen trekken. Tijd voor een globale aanpak, tijd voor een Vlaams Belang-aanpak.  En als staatssecretaris in de plenaire zitting van gisteren doodleuk vermeldt dat de stijging van het aandeel niet begeleide minderjarige vreemdelingen volgens hem alles van doen heeft met de “kwaliteit van de voorzieningen voor deze jongeren in ons land”, ja, dan houden we eerlijk gezegd ons hart vast. 

donderdag 17 maart 2011

Ook andere kunstmatige natiestaten hebben het moeilijk…

Op 17 maart 1861 werd een andere, kunstmatige natiestaat boven de doopvont gehouden, en werd Viktor Immanuel II van Savoye tot koning van het nieuwe Italië gekroond. Een feestelijke gelegenheid, de Italianen kennende? Neen, het lijkt wel alsof in Europa de doodsklok steeds luider weerklinkt over allerlei oude, vermolmde, versleten natiestaten die in de nasleep van de Franse revolutie werden opgericht.
Zeker, aan de officiële Italiaanse overheidsgebouwen zal de driekleur wapperen, maar dat doet ze in België bij sommige officiële herdenkingen. En er zal aan de vooravond een “Nacht van de driekleur” worden georganiseerd, musea en winkels blijven langer open, er zullen concerten plaatsvinden, en in Rome zullen her en der Verdi-liederen worden gezongen.
De spanningen in Italië zijn nochtans merkbaar, wat bijvoorbeeld ook de voormalige socialistische regeringschef Giuliano Amato deed opmerken: “Het is toch overbodig een natie te vieren, die er helemaal niet is”. De Lega Nord, de regeringspartner van Berlusconi, om een ander voorbeeld te geven, denkt er niet aan om mee te vieren, en roept op om de feestelijkheden te boycotten. De Lega Nord wil – zoals bekend – een eigen Padanië boven de doopvont houden en wil dus weg van de “Ladri di Roma”. Haar hymne is niet het Italiaanse “Mameli”, maar het slavenkoor uit Verdis “Nabucco”.
In haar massale afwijzing staat de Lega Nord niet alleen. Zuid-Tirol viert in elk geval ook niet mee. Zelfs de regeringsgeile SVP, en haar zegsman Luis Durnwalder, zit er het nut niet van in: “150 jaar Italië betekent voor ons de scheuring met het vaderland, de gedwongen aansluiting bij Italië, fascisme en de naoorlogse toestand met de weigering om het zelfbeschikkingsrecht aan de volkeren toe te kennen. ‘Leve Italië’, dat komt nooit over mijn lippen”.
Maar ook in het zuiden van Italië, het door zovelen verachte zuiden, met haar eigen culturele achtergrond, geplaagd door corruptie, criminaliteit (maffia) en het ontbreken van een echt economisch beleid, ontstaat een nieuw lokaal nationalisme. Ze ontdekken hun eigen wortels (onder andere in de Bourbonmonarchie). Sinds kort is hier een Lega Sud actief.
Raar dat alleen links blijkbaar nog redenen ziet om de Italiaanse ontstaansdatum te vieren. Net als in België lijkt het wel alsof links in Italië vooral het begrip van de natiestaat als niet-cultureel maar als multicultureel concept bejubelt, terwijl het gewone volk, het volk van de straat, deze post-revolutionaire, versleten natiestaten al lang naar de vuilnisbelt van de geschiedenis heeft verwezen. 

woensdag 16 maart 2011

Nog steeds 1 op 5 zelfstandigen kredietproblemen

Het enig aangenaam aspect aan een regering van lopende zaken is dat je als kamerlid soms wat meer tijd krijgt om een minister te ondervragen over deze of gene materie. Zo kon ik gisteren bijvoorbeeld minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, minister Laruelle (MR), uitgebreid ondervragen over de plannen van de Europese Commissie (commissaris Tajani) om kleinere bedrijven meer mogelijkheden aan te reiken op het vlak van kredietverlening.
Tussendoor vroeg ik haar de algemene krediettoestand voor onze bedrijven, en dan vooral voor onze kleinere bedrijven, voor de (al dan niet familiale) KMO’s en voor de zelfstandigen. En ondanks alle berichten over een herleving van de economie en het einde van de financiële crisis verdient de kredietverlening aan zelfstandigen alle aandacht, zo gaf de minister mij gelijk.
Ze meldde bijvoorbeeld dat 1 op 5 zelfstandigen er nog steeds over klaagt met een kredietweigering te worden geconfronteerd en zelfs 11,30% van de grotere ondernemingen zijn dat het ook voor hen zeer moeilijk blijft om aan krediet te geraken. Op mijn vraag of het dan vooral een probleem betrof van garanties, dan wel van afbetalingsmoeilijkheden, moest zij mij het antwoord schuldig blijven.
België mag dan al – met de woorden van minister Laruelle – op Europees vlak doorgaan voor de beste leerling op het vlak van kmo-steun , feit is dat de ruggengraat van de Vlaamse economie uit dit zeer fijnmazig netwerk van zelfstandigen en kmo’s betreft, en dat dit dus elk steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Ik ben dus allesbehalve gerustgesteld, en zal de minister blijven ondervragen over de implementatie van nieuwe maatregelen (voor zover een regering van lopende zaken die kan uitvaardigen natuurlijk). 

dinsdag 15 maart 2011

Ommekeer mag niet langer uitgesteld worden - Het IEA-rapport

De aanbevelingen van het IEA gaan helemaal in de richting van de analyse die het Vlaams Belang al jarenlang maakt, met name dat de beslissing van de paars-groene regering om uit de kernenergie te stappen een noodlottige beslissing was en de bedrijven en de burgers met de hoogste energieprijzen van Europa heeft opgezadeld. Niet alleen zal het wegvallen van de kerncentrales leiden tot nog veel hogere prijzen, bovendien zal de toenemende afhankelijkheid van stroom uit het buitenland leiden tot enorme risico’s voor onze energie-intensieve economie. Zeer terecht klaagt het IEA tevens de versnippering van bevoegdheden aan en de incoherentie en inefficiëntie die daarmee gepaard gaan.

Het is dan ook de hoogste tijd dat komaf wordt gemaakt met de leugens van groenen en socialisten, die tot op vandaag blijven beweren dat het verbruik de komende jaren zou dalen en dat er voldoende stroomproductie verzekerd kan worden via hernieuwbare en fossiele bronnen.  Deze dogma’s zijn in het IEA-rapport voorgoed onderuit gehaald. Er moet nu zo snel mogelijk voor een krachtige ommekeer gezorgd worden. Het Vlaams Belang herhaalde in een persbericht vorige week zijn eisen:

1.Er moet onmiddellijk een einde komen aan de onoverzichtelijke bevoegdheidsverdeling inzake energie. Die leidt immers tot paraplupolitiek en onverantwoordelijkheid. Alle energiebevoegdheden, met inbegrip van de nucleaire, moeten meteen wég van het Belgisch niveau en dienen integraal bij de gewesten te worden ondergebracht.

2. Het akkoord met Suez inzake de verlate kernuitstap tegen 2025 moet opengebroken worden. Het scenario van de kernuitstap moet definitief verlaten worden. In plaats daarvan moet een verzekerde nucleaire productie tot minstens 2050 voorzien worden. Daar moet een veel hogere bijdrage tegenover staan dan de schamele 245 miljoen van Suez vandaag.

3. Vlaanderen mag in afwachting daarvan niet aan de kant blijven staan maar moet integendeel zelf de concurrentie op gang trekken. Daarom pleit het Vlaams Belang nogmaals voor de onmiddellijke oprichting van een volwaardig Vlaams energiebedrijf, dat zowel investeert in nieuwe nucleaire centrales als in hernieuwbare energie. 

4. Er moet zeer dringend werk worden gemaakt van de modernisering van het hoogspanningsnet met inbegrip van de aanleg van een hoogspanningslijn richting Duitsland. Enkel op die manier kan de concurrentie echt spelen en kan de afhankelijkheid van Frankrijk eindelijk worden tegengegaan.

Vindt u dit een redelijk standpunt, beste lezer? U heeft deze persmededeling natuurlijk nergens gelezen! 

maandag 14 maart 2011

Open Brief aan De Standaard over het energiedebat

Dat het energiedebat stilaan op dreef kwam, had iedereen in de Commissie Bedrijfsleven door. Vooral de (recente) hoorzitting én de bijhorende confrontatie tussen Electrabel en de CREG, de toezichthouder op de gas- en elektriciteitsmarkt, over de nucleaire winsten en de weigering gedurende al die jaren van het beleid om die winsten te belasten zoals in het buitenland, brachten verschillende Commissieleden tot de overtuiging dat er in België vooral gebrek is aan visie én daadkracht.

Ook duidelijk werd dat de kernuitstap, door de regering Verhofstadt – onder druk van Groen – beslist, misschien wel moreel en politiek correct goed oogt, maar tezelfdertijd mijlenver afstond van de energierealiteit in België. De Panorama-uitzending (6 maart) en het IEA-rapport (Internationaal Energie-Agentschap) van de jongste dagen toonden overduidelijk het failliet van het Belgisch energiebeleid aan. Van energie-uitvoerder naar energie-invoerder, en dat op een paar jaar. Steeds grotere afhankelijkheid van het buitenland, hogere energieprijzen voor burgers en bedrijven dan in het buitenland…

In de Commissie Bedrijfsleven heeft het Vlaams Belang steeds zijn rol gespeeld, ook in het energiedebat. Zo hebben we naar aanleiding van de jongste perikelen een tweetal persmededelingen de wereld in gestuurd, met daarin kernachtig onze 4 eisen: 1. Een onmiddellijke einde maken aan de onoverzichtelijke bevoegdheidsverdeling inzake energie (zoals ook het IEA had opgemerkt), waarbij alle energiebevoegdheden naar het Vlaams niveau moeten. 2. De kernuitstap moet definitief worden verlaten, en een verzekerde nucleaire productie tot minstens 2050 moet worden voorzien. 3. De onmiddellijke oprichting van een écht Vlaams Energiebedrijf, dat zowel investeert in nieuwe nucleaire centrales als in hernieuwbare energie. 4. De onmiddellijke modernisering van het hoogspanningsnet en de aanleg van een nieuw net richting Duitsland.

In De Standaard verscheen op vrijdag 11 maart een interessante overzichtsbijdrage van de politieke standpunten inzake kernenergie. Spijtig – maar wel symptomatisch – vind ik dat het Vlaams Belang niet eens vernoemd wordt. De Standaard – niet toevallig De Standaard – slaagt erin het Vlaams Belang volledig dood te zwijgen.

Grootouders en ouders hebben steeds De Standaard gelezen. Een krant met niveau, een Vlaamse krant ook. Spijtig toch dat men zijn eigen kinderen moet afraden om De Standaard te lezen, gewoon om je voor volledige informatie niet meer bij deze krant terecht kan.

Toevallig allemaal? In de jaren 70 van de vorige eeuw publiceerde professor Elisabeth Noelle-Neumann haar “Die Schweigespirale. Offentliche Meinung – unsere soziale Haut”,  waarbij een van haar centrale stellingen was: “De waarneming van mensen welke meningen er belangrijk zijn en er toe doen (of het in de toekomst kunnen zijn), wordt in belangrijke mate door de meningen en de argumenten bepaald die in de massamedia aan bod komen”. Vlaams Belang staat niet in de krant inzake het energiedebat. Ergo: de partij heeft géén mening in het energiedebat. Ergo bis: het Vlaams Belang heeft eigenlijk niets te zeggen in het energiedebat. Ergo tris: als je fundamentele wijzigingen in de energielevering en energieprijzen wenst, dan stem je niet voor het Vlaams Belang. Je zwijgt ze dood en ze bestaan niet. Intellectueel oneerlijk en dus ‘eigenlijk’ niets voor De Standaard?

Mark Grammens die het inhoudelijk sterk opinieblad Journaal uitgeeft, was in februari 2011 ook al zeer scherp voor De Standaard, die hij gewoon “vijand van Vlaanderen” doopte. Men vraagt zich af welke agenda dit dagblad beweegt?

vrijdag 11 maart 2011

Hoe functioneert de islam?

De Berlijnse onderzoeker in sociale wetenschapper, Manfred Klein-Hartlage, heeft zich gespecialiseerd in het vergelijkend onderzoek van de religieuze grondslag van menselijke gemeenschappen, meer in het bijzonder die van de islam. In een recente uitgave van het Duitse, conservatieve weekblad Junge Freiheit (nr. 9/11, 25 februari 2011) wordt hij geïnterviewd over zijn jongste boek, “Das Dschihad-system” (*). Enkele uittreksels.




Vooreerst stelt de auteur dat het toch wel opvallend is dat de islamitische wereld nog geen geloofscrises heeft gekend, zoals wij in Europa. Hij omschrijft de islam als een allesomvattend, alle levensgebieden regelend systeem. Er is geen onderscheid tussen religie hier, politiek daar en het recht nog op een andere plaats, gewoon omdat alles in elkaar overloopt. De islam, aldus de auteur, plaatst de mens niet alleen in een verhouding tot het hiernamaals – zoals andere godsdiensten ook doen – maar legt ook vast wat goed en slecht is, definieert wat in legale zin wettelijk en niet wettelijk is, en in empirische zin waar of vals.



Op de vraag waarom de auteur meent dat wij de islam zelfs niet begrijpen kunnen, antwoordt hij: “Omdat wij in begrippen denken, die de islam niet eens kent. Wij gebruiken een taal, die natuurlijk zeer goed deugt om onze eigen cultuur te omschrijven, maar niet die van de islam”.



Godsdiensten bepalen het cultureel geldig en socialisatorisch verinnerlijkte waardensysteem inzake vraagstukken inzake waarheid, gerechtigheid, moraal, ethiek, enzovoort. Het waardensysteem dat het eigenlijke politieke denken voorafgaat. Ook de islam heeft zoiets. Neem nu de verhouding tot een fenomeen als geweld. De islam wijst geweld niet fundamenteel af. Het is een rechtssysteem, het regelt geweld. Christelijke culturen wijzen geweld af, en neigen naar een eliminatie van het private geweld en leggen het geweldmonopolie bij de staat. In de islam dus niet, want daar heeft het een structurerende functie: het maakt het onderscheid tussen boven en onder, tussen meester en knecht, tussen man en vrouw en tussen gelovige en ongelovige.



Het islamdebat is terug in de actualiteit, al is het maar omwille van de omwentelingen die momenteel doorheen de Arabische en Noord-Afrikaanse staten razen. Auteur Kleine-Hartlage is er niet gerust in: de gebeurtenissen zijn pas enkele weken oud, en toch merkte men hier en daar islamitische openingen. De Turkse ministerpresident Erdogan heeft ooit eens gezegd: “Democratie is voor ons een autostrade, ze brengt ons naar ons doel – en dan stappen we uit de wagen”.



Djihad, aldus de auteur, wordt in Europa verkeerd begrepen, en kan onmogelijk worden vertaald met “oorlog” of “terreur”. Eigenlijk omvat Djihad alles wat moslims doen om de wereld onder het gezag van Allah te brengen. Alle islamitische waarden, dus niet alleen die van de oorlog, hebben een gemeenschappelijk centrum: de islamitische maatschappijen consolideren en niet-islamitische maatschappijen verdringen.



Een boeiend boek, en een alarmerend fenomeen, temeer omdat Europa, geestelijk, politiek noch materieel, in staat lijkt een antwoord te formuleren op de islamdreiging. Wat als daar de komende dagen en weken een massale exodus bijvoegt van vluchtende Arabieren, richting Europa?

(*) Manfred Kleine-Hartlage, “Das Dschihad-system”, Resch-Verlag, Gräfelfing, 2010, 295 pagina’s.



donderdag 10 maart 2011

Achtervolg geen criminelen meer…

Bij een anti-inbraakactie in Limburg vorige week sloeg een chauffeur op de vlucht. Twee ‘zwaantjes’ zetten de jacht in, maar het vluchtende voertuig “negeert elk stopsein en scheurt door twee wegversperringen” (Het Laatste Nieuws, 2 maart 2011). De politie kon zich net op tijd uit de voeten maken.




Onderweg bekogelen de vluchtende criminelen hun achtervolgers met onder andere een blusapparaat: ook hier komen de motards met de schrik ervan af. Uiteindelijk wordt de helse rit gestopt als de criminelen een politiewagen rammen. De volwassen dader kan ontsnappen, de minderjarige wordt gesnapt.



Nauwelijks één dag later staat de jonge allochtoon weer op straat. “Reden: geen plaats in de Franstalige jeugdinstellingen. De 17-jarige crimineel was nochtans geen onbekende bij het Luikse gerecht”.



De politieverenigingen zijn het grondig beu: elke dag riskeren ze hun leven voor de veiligheid van de burgers en de staat, en dan moet je dit maar meemaken. Sommige verenigingen van politiemensen roepen zelfs op om voortaan enkel nog de nummerplaat te noteren. “De politici en de magistraten die voor deze malaise verantwoordelijk zijn, moeten dan maar de rest doen. Ze zullen wel anders piepen als die roekeloze bendes op een dag hun dure wagen pikken”, is de terechte commentaar van veel politiemensen op het gebeuren.



Waarom blijven de burgers in dit apenland dit soort toestanden toch pikken?

woensdag 9 maart 2011

Economische indicatoren: is de crisis voorbij?

Zoals steeds proberen wij u regelmatig de meest recente economische cijfergegevens door te geven, gewoon om u een beeld te geven van de economische werkelijkheid rondom ons. Een eerste cijfergegeven oogt vrij negatief: februari 2011 gaf een record aantal bedrijfsfaillissementen te zien. 870 bedrijven in België gingen over kop, 7,6% meer dan in februari 2010.




“De eerste twee maanden van 2011 waren het vooral Brussel (+16,3%) en Wallonië (+5,9%) die de klappen incasseerden. Binnen het Vlaamse Gewest daalde het aantal failissementen met 2,1%”, aldus een verslag in De Morgen (02.03.2011) van het rapport van het onderzoeksbureau Graydon.



Voor de zesde maand op rij daalde in februari 2011 wel de werkloosheid in Vlaanderen. Momenteel tellen we in Vlaanderen 198.480 niet-werkende werkzoekenden of 6,83% van de beroepsbevolking. In Wallonië telde men op hetzelfde tijdstip nog 213.594 werklozen, een werkloosheidsgraad van 13,8%.



Voor wie het nog niet willen geloven dat dit twee landen-in-een zijn: onderzoek de evolutie van bedrijvigheid over een periode van tien jaar en trek uw conclusies!

dinsdag 8 maart 2011

Groen-rode fabeltjes eindelijk doorprikt - Falen van Belgisch energiebeleid aangetoond

Het Vlaams Belang is aangenaam verrast door de sterk onderbouwde Panorama-reportage van zondagavond. In nauwelijks 50 minuten tijd werd het failliet van het Belgisch energiebeleid op zeer overtuigende wijze aangetoond. Voor iedereen is nu duidelijk dat België ook wat betreft de uiterst belangrijke energiesector, synoniem staat voor immobilisme en dus achteruitgang. De verantwoordelijkheid van paarse regeringen van Verhofstadt, die onze energieproductie voor een habbekrats aan Frankrijk uitverkocht en tegelijk de kernuitstap organiseerde, is verpletterend. Maar ook de regering-Leterme zette het non-beleid verder.


PS-minister Magnette etaleerde in de uitzending bij herhaling zijn onkunde en zijn gebrek aan visie.



Het meest ontluisterend was dat rode en groene politici zich genoodzaakt zagen hun eigen fabeltjes te doorprikken: zowel Tine Vanderstaeten (Groen!) als Freya Vandenbossche (Sp.a) moesten toegeven dat de elektriciteitsbehoeften de komende jaren niet zullen dalen en dat de kernuitstap in 2025 niet realistisch is. Nochtans hebben beide partijen jarenlang het tegenovergestelde beweerd en de publieke opinie op die manier zwaar misleid. Socialisten en groenen zijn hierdoor in belangrijke mate mee verantwoordelijk voor de extreem hoge, a-sociale elektriciteitsprijzen in ons land.



Gezien de nakende schaarste op de elektriciteitsmarkt en de dreigende grootschalige stroompannes is het de hoogste tijd voor een drastische ommekeer:



1.Er moet onmiddellijk een einde komen aan de onoverzichtelijke bevoegdheidsverdeling inzake energie. Die leidt immers tot paraplupolitiek en onverantwoordelijkheid. Alle energiebevoegdheden, met inbegrip van de nucleaire, moeten meteen wég van het Belgisch niveau en dienen integraal bij de gewesten te worden ondergebracht.



2. Het akkoord met Suez inzake de verlate kernuitstap tegen 2025 moet opengebroken worden. Het scenario van de kernuitstap moet definitief verlaten worden. In plaats daarvan moet een verzekerde nucleaire productie tot minstens 2050 voorzien worden. Daar moet een veel hogere bijdrage tegenover staan dan de schamele 250 miljoen van Suez vandaag.



3. Vlaanderen mag in afwachting daarvan niet aan de kant blijven staan maar moet integendeel zelf de concurrentie op gang trekken. Daarom pleit het Vlaams Belang nogmaals voor de onmiddellijke oprichting van een volwaardig Vlaams energiebedrijf, dat zowel investeert in nieuwe nucleaire centrales als in hernieuwbare energie.



4. Er moet zeer dringend werk worden gemaakt van de modernisering van het hoogspanningsnet met inbegrip van de aanleg van een hoogspanningslijn richting Duitsland. Enkel op die manier kan de concurrentie echt spelen en kan de afhankelijkheid van Frankrijk eindelijk worden tegengegaan.


(tekst van een persmededeling die maandagmorgen naar de pers werd gestuurd als reactie op de Panoramauitzending van zondag laatstleden)

maandag 7 maart 2011

Spijtig genoeg zéér onderbelicht: valt Libië uiteen?

Eerst Tunesië, dan Egypte, en onmiddellijk daarna ook Libië: voor de gemiddeld geïnteresseerde Europeaan leek het wel alsof zich hier een soort domino-effect ontwikkelde en waarbij het ene na het andere Noord-Afrikaanse en/of Arabische land naar een democratisering aan het zoeken ging.




En dat Tunesië de vlam aan het lont werd, verbaasde misschien niet de best geïnformeerde commentatoren: het is weliswaar een minder belangrijk Arabisch land, maar het had tezelfdertijd ook steeds dat ietsje meer progressieve. In Tunesië konde met andere woorden gemakkelijker invloeden van buitenaf binnen.



Maar Libië? Het klopt dat de uitzichtloosheid voor de jeugd, de corruptie en de politieke repressie factoren zijn die in alle Noord-Afrikaanse en/of Arabische landen voor komen, en hun rol speelden als detonatoren. Maar de maatschappelijke randvoorwaarden in Libië zijn toch wel enigszins anders. Eerst economisch: hoewel Libië pas op de 17de plaats staat als olieproducent, wordt 95% van het staatshuishouden bepaald door het zwarte goud. Libië is het rijkste land van Noord-Afrika.



Sociologisch wordt Libië nog steeds sterk bepaald door zijn stammen, en daar heeft Gaddafi steeds erg mee rekening gehouden. Er zijn enkele tientallen stammen, die onderverdeeld zijn in honderden “onder-stammen”. Omdat in Libië onafhankelijke partijen noch oppositie toegelaten zijn, spelen de stammen die rol. Lee het dat Gaddafi in een eerste ‘revolutionaire’ periode zich afwendde van deze traditionele maatschappijstructuur, dan heeft hij zich de jongste jaren weer sterker gebonden met de stammen. Met sommige stammen in elk geval.



Zelf behoort hij tot een kleine, en naar Libische normen onbelangrijke stam, de Gaddafa. Tijdens de voorbije decennia werden die bevoordeeld, zowel wat de financiële verdeling van middelen betrof als de ‘postjes’. Maar met zijn stam alleen had hij het niet gered, zodat hij zich steeds omringd heeft met enkele belangrijke stammen, zoals zijn jarenlange coalitie met de Warfalla. Toch een risicovolle politiek, want in 1993 moest hij een rebellie van (een deel van) het leger de kop indrukken, waarbij opviel dat de rebellerende officieren vooral uit de stam van de Warfalla kwamen.



De recente protesten in Libië die een kopie leken van de revolte in Tunesië en Egypte, zijn dat maar gedeeltelijk. Zij zijn vooral een protest tegen de politiek van cliëntelisme van Gaddafi ten voordele van stammen vooral in het westen van Libië. De Bengasistam moest in het verleden altijd helemaal achteraan in de rij staan en ziet in de revolte heel wat mogelijkheden om hiermee komaf te maken.



Hoe moet het nu verder met Libië? Volgens bepaalde experts zou het wel eens kunnen dat dit Noord-Afrikaanse land uiteenvalt in de oude grenzen. Het gebied dat vroeger tot het Ottomaanse Rijk behoorde, werd door Italië veroverd en ééngemaakt. Nochtans hebben de bewoners in het Oosten steeds Bengasi als hun hoofdstad gezien, zodat ook het Stratfor-Institute, een Amerikaanse denktank, het uiteenvallen van Libië als een “correctie van de geschiedenis” voorspelt. Begroeten wij straks op de Bühne van het wereldtoneel twee nieuwe staten, Tripolitania en Cyrenaika?

zaterdag 5 maart 2011

Aantal ambtenarenpensioenen


Cijfers en verslag(je) in Het Laatste Nieuws, vandaag 5 maart 2011. Nochtans konden uit de vele cijfers die ik van minister Daerden mocht ontvangen, misschien nog andere conclusies worden gehaald. Bijvoorbeeld waarom het aantal rustpensioenen van ambtenaren in Vlaanderen ongeveer op een peil van 57,5% blijft, en dat in Wallonië stilaan aan het toenemen is: van 34% naar 34,22%?
Of waarom het aantal overlevingspensioenen in Vlaanderen ongeveer op een peil van 53,5% blijft hangen, en dat in Wallonië in verhouding heel hoog blijft: ongeveer 36-37%?

Opvallend is ook het gegeven dat van alle overlevingspensioenen waarvan de betaling werd geschorst tussen 2005 en 2009, ongeveer 40% in Wallonië werd uitbetaald, en dat het aantal rustpensioenen, waarvan de betaling werd verminderd in dezelfde periode, ongeveer 44% in Wallonië is gesitueerd, tegenover slechts 45% in Vlaanderen. Het aandeel is trouwens in stijgende lijn in Wallonië...
Posted by Picasa

vrijdag 4 maart 2011

Vreemdelingen in gevangenissen in thuisland - N-VA ontdekt de problematiek

Niemand kan om het feit heen dat de gevangenissen in België totaal overbevolkt zijn, zoals verschillende media ook meldden. “Belgische gevangenissen barsten uit hun voegen”. Er zijn 8.311 plaatsen, maar er zijn ook meer dan 10.000 gedetineerden.




Een onhoudbare situatie, niet alleen voor de gevangenisbewakers maar ook voor de gedetineerden. In het verleden wezen wij al op de populariteit van een Vlaams Belang-voorstel, dat erin bestaat dat criminele vreemdelingen naar hun thuisland worden gestuurd om daar hun straf uit te zitten. Volgens een poll in Het Nieuwsblad van 09.05.2006 vond niet minder dan 97% van de Vlamingen dit een goede, efficiënte maatregel.



Nu heeft collega Francken van N-VA het licht zien schijnen en de vreemdelingenproblematiek ontdekt. Sinds 2005 hebben volgens zijn gegevens slechts 96 hun straf in hun thuisland uitgezeten. Goed zo, collega Francken! Ware het niet natuurlijk dat ikzelf – en vele VB-collega’s met mij – hierover al jaren gerichte vragen stellen. Zo stelde ik minister De Clerck van Justitie op 10 november 2010 een mondelinge vraag naar het succes van de overnamecontracten en de ‘vooruitgang’ die hij had kunnen boeken.





Op deze mondelinge vraag gaf minister De Clerck dan al het volgende antwoord: “Sinds 1 januari 2005 tot op heden hebben op basis van het Europese Verdrag betreffende de overbrenging van gevonniste personen van 21 maart 1983, 212 buitenlandse gedetineerden een verzoek ingediend om hun celstraf in het land van oorsprong of verblijf uit te zitten. Daarvan zijn er in totaal 51 personen overgebracht. Het aanvullend protocol van 18 december 1997 bij het Overbrengingsverdrag van 21 maart 1983 is sinds 1 september 2005 van kracht. Op basis daarvan werden al 320 dossiers onderzocht, wat heeft geleid tot de overbrenging van finaal slechts 30 personen naar hun land van herkomst of nationaliteit. Verder werden twee Belgen uit Nederland gedwongen overgebracht. Kortom, het principe is heel duidelijk en heel mooi aanvaard in internationale verdragen, maar de praktische uitvoering blijft nog altijd

minimaal ten gevolge van de afwezigheid van wettelijk afdwingbare maatregelen”.



Wedden dat minister De Clerck weinig zal toe te voegen hebben, collega Francken? Copy-paste noemen ze zoiets, zeker? Maar nog eens: hoe meer zielen het licht zien, hoe beter!

donderdag 3 maart 2011

Quota voor vrouwen in beursgenoteerde bedrijven?

U heeft het wellicht in uw krant gelezen: gisteren werd in de Commissie Handels- en Economisch Recht het wetsvoorstel om quota voor vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde – én andere – bedrijven verplicht te maken, gestemd. En goedgekeurd. Een slecht wetsvoorstel, waar het Vlaams Belang zich tegen verzet en dat we dus ook niet gaan goedkeuren in de plenaire zitting.




Waarom? Wij verzetten ons tegen wettelijk verplichte quota. Zijn wij tegen de gelijkheid van mannen en vrouwen? Natuurlijk niet, integendeel. Alleen vrezen wij dat al deze antidiscriminatiewetten een pervers gevolg aan het krijgen zijn. De bevolking dreigt door al dit antidiscriminatiegedoe en allerlei ‘positieve discriminatie’ meer dan ooit opgedeeld te worden in categorieën als man en vrouw. Met andere woorden: wordt maar eens als vrouw – na de goedkeuring van dit wetsvoorstel – in de raad van bestuur gekatapulteerd: men zit er als vrouw, duidelijk omdàt men een vrouw is, en niet in de eerste plaats omdat men bekwaam is of over de nodige kwalificaties beschikt. Het begrip “excuustruus” zal opnieuw meer worden gebezigd. Wij vinden dit wetsvoorstel dus eigenlijk bijna beledigend voor vrouwen: men gaat er bijna van uit dat vrouwen er op eigen houtje niet kunnen geraken.



Enkele zelfstandigenorganisaties hebben een enquête georganiseerd, waaruit blijkt dat niet minder dan 81% van de ondervraagde bedrijfsleiders tegen die wettelijk verplichte quota is. En al gaat het dan om niet beursgenoteerde bedrijven, de vrees leeft en is reëel dat deze verplichte quotaregeling op de duur ook doorsijpelt naar de kleine en middelgrote ondernemingen, zoals het compromis van CD&V trouwens aangeeft.



Ook deze zelfstandigen zijn niet tegen de gelijkheid van man en vrouw, ze vinden een mix van vrouwen en mannen in zo’n raad juist een verrijking, maar eigenlijk vinden ze het geslacht niet doorslaggevend. Doorslaggevend zijn momenteel en zouden ook moeten blijven: de kennis en de ervaring om in zo’n raad van bestuur te zitten. In veel ondernemingen leidt een vrouw de raad van bestuur en ze doet dat goed. Maar ze doet dat goed niet omdat ze een vrouw is, maar omdat ze over de kennis en de ervaring beschikt.



Met andere woorden: de voorliggende wetsvoorstellen, in casu het wetsvoorstel dat als basis dient voor de besprekingen in deze commissie, zouden wel eens als pervers effect kunnen hebben dat de vrouwen, die in de raden van bestuur zullen zetelen, niet meer als ‘vol’ worden beschouwd, want ze zijn er gekomen op basis van de wettelijk opgelegde quota. Dit kan toch onmogelijk de bedoeling zijn van de indieners?



Een tweede reden om dit wetsvoorstel af te wijzen, ligt hem in het feit dat men ook kleinere ondernemingen, familiale ondernemingen niet zal ontzien: die komen dus ook aan de beurt, zij het dat CD&V de termijn om de verplichte quota in te voeren, iets langer wil maken. En het quotum ligt ook iets lager.



Om te besluiten wil ik ook opmerken dat hier heraangeknoopt wordt met een kwalijke, Belgische traditie. Terwijl Vlaanderen centrumrechts tot rechts stemt, worden linkse wetten tègen een Vlaamse meerderheid in door het parlement gejaagd. In de Commissie Handels- en Economisch Recht zijn er 13 stemgerechtigde leden. 9 hebben dit wetsvoorstel goedgekeurd, waarvan 3 Vlamingen. Er waren 8 tegenstemmen, waarvan 6 Vlamingen.



Als de zaak ter stemming komt in de plenaire zitting van de Kamer, dan wordt dit voorstel wellicht aangenomen. Van de 88 Vlaamse stemmen zullen er dan 53 hebben tegengestemd, en 35 voorgestemd. Zo gaat dat dus. Steeds opnieuw.

woensdag 2 maart 2011

Plannen migratiewetgeving van de 'nieuwe rechtse meerderheid': volstrekt onvoldoende

Vorige week maakten de media melding van een verstrakking van de immigratiewetgeving. Zo zou de gezinshereniging – die in de loop der jaren is verworden tot het immigratiekanaal bij uitstek – worden aangescherpt. Aangezien de voorziene verstrenging slechts betrekking heeft op hooguit 10 procent van het totale aantal gezinsherenigingen, blijft de immigratiekraan in de praktijk gewoon openstaan. Net zoals enkele weken geleden met het aangekondigde einde van de beruchte ‘Snel Belg’-wet het geval was, gaat het ook deze keer om niets meer dan wat cosmetica, waartegen het Vlaams Belang onmiddellijk heeft gewaarschuwd. Mag ik u een aantal redenen aangeven waarom er nauwelijks iets zal veranderen aan de gezinshereniging en dus de wijzigingen volstrekt onvoldoende zijn?


- de gezinshereniging wordt niet afhankelijk gemaakt van het voldoen aan inburgeringscriteria en zelfs de verwijzing naar de - enkel in Vlaanderen geldende - inburgeringsplicht was er voor de MR te veel aan;

- De wachttijd van twee jaar uit het wetsvoorstel-Lanjri wordt teruggebracht tot één jaar en zal bovendien niet gelden als er reeds een huwelijk of partnerschap bestond voordat de gezinshereniger naar België kwam;

- De gezinshereniging met ongehuwde levenspartners (wettelijke samenwoning) blijft bestaan, terwijl de Europese Richtlijn inzake gezinshereniging daartoe geen verplichting bevat. Schijnsamenlevingscontracten blijven dus mogelijk;

- De bilaterale tewerkstellingsverdragen met landen als Marokko, Turkije, Algerije, Tunesië, enz. (de landen waar de meeste familiemigranten vandaan komen) worden niet opgezegd of herzien, zodat de onderdanen van die landen aan de bijkomende voorwaarden (bv. de inkomenseis!) ontsnappen;

- Er blijft een uitzondering bestaan op het leeftijdsvereiste van 21 jaar van beide partners, in bepaalde gevallen kan aan gezinsvorming worden gedaan vanaf 18 jaar.

- Wie zelf in het kader van gezinshereniging als echtgenoot of partner naar België is gekomen, kan op zijn beurt (als er aan het huwelijk of partnerschap een einde komt) een nieuwe echtgenoot of partner laten overkomen. Er geldt m.a.w. nog steeds geen cascadeverbod;

- Wie een echtgenoot of partner laat overkomen, mag nu ook zijn inkomen betrekken uit werkloosheidsuitkeringen;

- Ook in België verblijvende buitenlandse studenten kunnen nog steeds aan gezinshereniging doen, terwijl het toch de bedoeling zou moeten zijn dat zij na afronding van hun studies terugkeren naar het land van herkomst.







dinsdag 1 maart 2011

Ombudsdienst Energie: overbodige luxe, zei u?

Uit het antwoord van de Minister van Klimaat en Energie, de heer Paul Magnette (PS), op mijn verschillende vragen blijkt dat de begin 2010 aangestelde ombudsdienst energie maandelijks ruim 300 klachten ontvangt. 40% zijn Franstalige klachten en 60% Nederlandstalig. De ombudsdienst Energie moest al in 2009 kunnen opgestart zijn, maar omdat men er maar niet in slaagde een Franstalige ombudsman te vinden, die in college met zijn Nederlandstalige tegenhanger moest samenwerken, werd het opstarten van de noodzakelijke ombudsdienst steeds weer uitgesteld. Liever géén ombudsdienst, dan alleen maar een Nederlandstalige ombudsman: ziedaar het Belgische beleid gedurende ongeveer een jaar. Ondertussen is men dus toch bijgedraaid, en heeft minister Magnette de ombudsdienst middels een ministeriële tussenkomst toch laten werken…




Gegevens betreffende de doorlooptijd van klachten werden tot hier toe niet bijgehouden, aldus de minister, omdat de betrokken periode nog te kort is. Maar wat het onderwerp van de klachten betrof, kon de minister wel gegevens verstrekken: 29% heeft betrekking op meterproblemen (opname of schatting van metergegevens, werking van meters), 27% slaat op het gebrek aan transparantie van de facturatie, 14% op problemen met betaling van facturen (afbetalingsplannen, domiciliëring), en de overige klachten hebben vooral te maken met verandering van leverancier, afsluitingsproblematiek, handelspraktijken, nieuwe aansluitingen.



Het werkingsbudget voor 2010 bedroeg 832.054 euro, waarmee naast de kosten voor logistieke ondersteuning ook 7 personen werden aangeworven (5 klachtenbeheerders, 1 administratief assistent en 1 secretaris). Voor 1 mei 2011 zou de Minister een jaarverslag worden bezorgd, wat wij in elk geval uitvoerig in de commissie en in het parlement zullen besproken.