We kregen volgende tekst van vriend Philip Claeys
doorgespeeld, die veel duidelijkheid verschaft rond de dramatische toestand in
Griekenland en de ‘vreemde’ houding van bijvoorbeeld de liberalen in het ganse
debat. Ik breng de tekst in extenso:
Waarom de EU de weg kwijt is?
"De Europese Unie is tegen een razend snel tempo zijn
legitimiteit aan het verliezen bij de bevolking, en zeker niet alleen in
Athene", stelde collega-europarlementslid Ivo Belet onlangs in De
Standaard terecht vast. Alleen is zijn remedie eigenlijk gewoon meer van
hetzelfde: nog meer EU-inmenging en nog meer geldtransfers van noord naar zuid
zouden het tij moeten keren. Net het tegendeel is nodig: respecteer de wil van
het volk in de (toekomstige) lidstaten, en bouw de EU opnieuw vanuit de basis
op onder het motto 'eenheid in verscheidenheid'.
Terwijl de Euro in zijn voegen kraakt en partijen die voor
nationale soevereiniteit staan in gans Europa winst boeken (zowel ter
rechterzijde als ter linkerzijde), slaat de paniek bij de traditionele
politieke families toe. Karel De Gucht ziet zowaar het 'einde van de
beschaving' als Griekenland uit de euro stapt - wat de vraag doet rijzen hoe de
Grieken eigenlijk moeten geleefd hebben voor die euro werd ingevoerd. Ivo Belet
ziet zowaar zelfs een toekomstig 'gewapend conflict aan de zuidoostelijke flank
van de EU'.
Vanwaar die paniek? Het antwoord werd wellicht gegeven door
de liberale fractie van Guy Verhofstadt. Die publiceerde deze week een
advertentie in het krantje European Voice. De slogan in de advertentie luidt: 'Europe must stick together or
nationalism will return to the continent'. De EU en de euro moeten dus
ongewijzigd verdergaan, anders 'komt het nationalisme terug'.
In de ogen van liberalen, christendemocraten en socialisten
is de EU en bij uitbreiding de euro dus een antinationalistisch project. Net in
die misvatting ligt de oorzaak van de huidige malaise. De EU was immers bij de
aanvang hoegenaamd geen antinationaal project; de EU was integendeel een
project dat vertrok vanuit respect voor de culturele identiteit van de
lidstaten, om economische integratie en op die manier ook vreedzame
samenwerking mogelijk te maken. Voor de gebouwen van de EU wapperen
traditioneel niet alleen de EU-vlag, maar ook die van alle lidstaten. 'Eenheid
in verscheidenheid', staat op het briefpapier van het Europees parlement nog
steeds te lezen. Het verklaart wellicht ook waarom het EU-project traditiegetrouw
in de Vlaamse Beweging op nogal wat steun en sympathie kon rekenen. De EU, als
samenwerkingsverband met respect voor de nationale identiteiten, werd gezien
als tegengesteld aan het centralistische België, dat de Vlaamse identiteit
probeerde weg te vegen ten gunste van de Franstalige eenheidsstaat.
Zodra de oud-strijders van mei '68 echter opklommen naar
hogere politieke functies, begon er iets te verschuiven. Ergens eind jaren '80,
begin jaren '90 is de antinationalistische agenda de boventoon gaan voeren.
Nationale staten en grenzen waren 'passé', er moest 'immer verdergaande
integratie' komen. De EU moest zich niet langer alleen bezighouden met haar
economische kernactiviteiten, maar met alles: sociaal beleid,
arbeidsvoorwaarden, recht, onderwijs, buitenlands beleid. Het wegvegen van de
binnengrenzen met het Schengen-akkoord en het invoeren van de euro als
eenheidsmunt deden het politieke doel aan de einder dagen: een Europese
superstaat.
Die fundamentele wijziging in koers en opzet van de EU heeft
echter nooit een democratisch draagvlak gehad. De traditionele politieke
families kregen al twee duidelijke waarschuwingen: de Europese Grondwet werd op
29 mei 2005 in Frankrijk en op 1 juni 2005 in Nederland massaal verworpen door
de kiezers. Die twee data blijven mijlpalen van democratisch volksverzet tegen
de verandering van de EU-koers naar een antinationaal project. Toch werd die
koers nadien onverminderd voortgezet, door van de Europese Grondwet een
onleesbare brij te maken en die als Verdrag van Lissabon toch aan de burgers op
te leggen, ditmaal met enkel een referendum in Ierland (dat moest overgedaan
worden omdat de kiezers 'verkeerd' hadden gestemd).
Bekroning van de nieuwe koers moest de invoering van de
eenheidsmunt worden, als kers op de taart na de invoering van de onzalige
Schengenzone, die het immigratieprobleem in grote delen van de EU onbeheersbaar
heeft gemaakt. De euro, zo wordt nu door de traditionele politici toegegeven,
was niet zozeer een economisch, maar een politiek project dat de 'immer
verdergaande integratie' moest versnellen.
Het samen gooien van totaal verschillende spaarzame
noordelijke economieën met zuidelijke samenlevingen, waar cliëntelisme alom
tegenwoordig is, is wellicht de grootste vergissing ooit geweest. De EU is zo
omgevormd tot een België in het groot. Ivo Belet zegt dat het noorden nog
massaler moet betalen voor het zuiden, maar dat het zuiden dan wel het
financiële huishouden 'verder op orde moet zetten'. Kan de heer Belet ons even
toelichten welke ervaringen de oude CVP, thans CD&V heeft met de wijze
waarop in het kleine België het zuidelijke Wallonië zijn huishouden op orde
heeft gezet terwijl het noordelijke Vlaanderen de voorbije 150 jaar de
rekeningen betaalde? Juist. Zolang een alcoholverslaafde in het café gratis
drank aangeboden krijgt, is de kans dat hij naar de AA stapt eerder gering.
Er wordt overigens ten onrechte enkel voorspeld dat dit 'tot
tandengeknars zal zorgen in Berlijn.' Het zal zeker ook tot tandengeknars
leiden in Den Haag, want net als de Duitsers zijn de Nederlanders nu enorme
financiers van de zuidelijke schuldenberg geworden. Het zou echter bij uitstek
tot woede moeten leiden in Brussel, want ook België is één van de grootste
nettobetalers aan de EU. En vermits we weten wie binnen België de schatkist
vult, weten we ook welk deel van België daar het meest onder lijdt.
Is de EU dan gedoemd te kiezen tussen twee kwaden: de totale
mislukking, of luid toeterend verder stormen in de richting van 'meer Europa'?
Nee, er is een derde optie: opnieuw aansluiten bij de fundamentele
basisfilosofie waarop de EU van start is gegaan. De nationale staten en
identiteiten zijn niet de vijand van de EU, maar integendeel de bouwstenen
waarop een vrijwillig samenwerkingsverband gebouwd is.
Keer dus terug naar de wortels, en beperk de EU tot haar
kerntaken: economische samenwerking, wegwerken van handelsbarrières, afspraken
maken waar nodig en wenselijk. Snoei grondig in de verspilling die de EU-burger
terecht zo tegen de borst stuit: één zetel voor het parlement, loonsverlaging
voor alle ambtenaren, stopzetten van de bouw van protserige paleizen voor o.a.
een niet-verkozen 'president', inkrimpen van het eindeloze netwerk aan
agentschappen en ambtenaren, enz. En
luister vooral naar de democratische wil van het volk. Het beste plan dat de
voorbije jaren op tafel is gelegd, en dat door de traditionele politieke
families in gans de EU binnen de 24 uur van tafel is geschoten, was het plan
van de voormalige Griekse premier in november 2011: vraag de Grieken in een referendum
of zij nog deel willen uitmaken van de eurozone. Indien zij dat wensen, dan is
verdere steun mogelijk indien noodzakelijke hervormingen worden doorgevoerd.
Indien zij dat niet wensen, dan verdienen zij een afscheid in waardigheid en
een kans om op eigen kracht hun eigen problemen aan te pakken.
Zolang de Grieken door Brussel, Berlijn en Parijs oekazes
worden opgelegd, zullen zij terecht stemmen voor partijen die hun nationale
soevereiniteit willen verdedigen tegen EU, IMF en tutti quanti. Dat een Nederlander
nu op straat door Grieken in elkaar wordt getimmerd omdat men dacht dat hij een
Duitser was is wellicht een fait divers, maar zou de grote strategen in Brussel
aan het denken moeten zetten: is men niet aan het creëren datgene wat men net
wil vermijden, namelijk haatgevoelens van volk tot volk?
In de antinationale visie van de traditionele politieke
families zijn de euro en de EU een visfuik geworden waarin men maar in één
richting kan zwemmen; indien een vis probeert eruit te raken, en daarbij zelfs
tracht de visfuik open te scheuren, breekt paniek uit en wordt geroepen om een
sterkere fuik. Het zou veel beter zijn van de EU opnieuw een fundamenteel
democratisch samenwerkingsproject te maken: meer of minder integratie moet
mogelijk zijn naargelang de staat van ontwikkeling van een land, en indien een
democratische meerderheid van een land dat wil moet een exit uit de eurozone
mogelijk zijn.
De euro moet een rationeel economisch project zijn, geen
politiek antinationalistisch project. Een exit van Grienland uit de eurozone,
en eventueel ook van andere landen, mag geen taboe zijn.