POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





vrijdag 26 februari 2010

“België splitsen? Moet kunnen, waarom niet?”

Als men dit hoort uit de mond van een Vlaams Belanger of een Vlaams-nationalist, dan is er nu eigenlijk niemand meer die grote ogen trekt. Het separatisme behoort tot de grote politieke families in dit land, en iedereen die de politieke zeden in België kent, weet dat separatisten een degelijk en steeds meer maatschappelijk aanvaard alternatief vormen (zie hiervoor de resultaten van het colloquium O2 van het Vlaams Belang ongeveer een maand geleden).




Maar als je deze woorden leest – en hérleest – in een Franstalige krant, La Libre Belgique dan nog wel (11.02.2010), en uit de mond van een gezworen vijand van het nationalisme, de Franse filosoof Bernard-Henri Lévy, dan moet men wel even zitten. Zo zegt deze sociaal-democratisch gerichte filosoof: “Wel, dat een nationale gemeenschap splitst, liefst op een vreedzame manier, is een normale, aanvaardbare manier. Zou het daarom ook een drama moeten zijn? Als men van België houdt, zoals ik, dan heeft men natuurlijk moeite met deze hypothese. Maar tezelfdertijd (…) Als België nu zou ophouden met bestaan, als twee nieuwe naties, ontstaan uit deze opheffing en vanuit hun eigen identiteit, hun plaats kunnen innemen in het Europese geheel, wel, waarom niet?”



Frankrijk, het linkse, republikeinse en antinationalistische Frankrijk is met andere woorden al veel verder dan het Franstalige België. Maar ook op het vlak van het boerkaverbod en het eindeloos blijven toelaten van asiel- en andere gelukzoekers heeft deze – uitgesproken anti-nationalistische – Lévy ondertussen een eigenaardige bocht genomen. “Geen enkel land kan alle miserie van de ganse wereld opvangen. De politiek moet laveren tussen de rede en het hart. En misschien is de tijd gekomen om vooral de rede haar rol wat meer uit te spelen. Dat er dus meer restrictieve politieke opties bestaan, en beter gecontroleerde grenzen, wel, dat choqueert mij helemaal niet. En ik ben niet gewonnen voor een regularisatie van alle sans-papiers”.

donderdag 25 februari 2010

Steeds meer wanbetalers in Wallonië – maar toch géén communautaire verschillen

Een interessant artikel in De Standaard (11.02.2010): “In verhouding tot de bevolking telt Wallonië nu al dubbel zoveel wanbetalers als Vlaanderen”. Interessant genoeg om de volledige inhoud goed te lezen. Want kredieten en betalingsachterstand moeten ons als verantwoorde politici zeker interesseren.




“Eerder werd al bekend dat de Belgen niet alleen steeds meer kredieten afsluiten, maar dat ook hun betalingsachterstand snel oploopt (…) Nieuw is dat de Nationale Bank ook het aantal wanbetalers in kaart brengt per provincie en per arrondissement. En dan blijkt de financiële kloof tussen Vlaanderen en Wallonië de voorbije 3 jaar verder is opgediept”.



“Nog opmerkelijker is dat bijna alle Vlaamse arrondissementen beter scoren dan die in Wallonië of Brussel, terwijl dat 3 jaar geleden nog niet het geval was (…) Vandaag houdt het rijke Nijvel (Franstalig arrondissement) enkel nog het Vlaamse Oostende achter zich”, voor de rest doen alle Franstalige arrondissementen het slechter dan de Nederlandstalige.



Een interessant artikel, ware het niet dat dan door een eigenaardige hersenkronkel bij De Standaard opeens allerlei verklaringen worden opgediept, om de diepe kloof tussen Vlaanderen en Wallonië te verklaren. Want: “Studies tonen immers aan dat het terugbetalingsbedrag niet cultureel is bepaald”. Met andere woorden: het kàn niet dat Franstaligen hun kredieten trager afbetalen dan Vlamingen, er moeten dus…sociaal-economische factoren zijn. De hoge werkloosheid bijvoorbeeld in het zuiden. Je gelooft niet wat je allemaal leest.



Maar zoals gezegd: interessant cijfermateriaal.

woensdag 24 februari 2010

Vlaanderen flitst 5 keer méér dan Wallonië



Soms moet een mens al eens wat geluk hebben. Cijfergegevens die ik bij Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) opvroeg, werden zowel door Het Belang van Limburg - zie foto hieronder - als door de Gazet van Antwerpen gepubliceerd. Beide met bron- en partijvermelding.



(zie ook mijn persblog)

dinsdag 23 februari 2010

De loodzware verantwoordelijkheid van Dehaene

Professor Vuye van de Universiteit van Namen waarschuwt in een Vrije Tribune in De Morgen (10.02.2010) de Vlaamse onderhandelaars, en dan vooral CD&V’er Dehaene voor toegevingen in B-H-V. Vooral dan op het vlak van het veel besproken inschrijvingsrecht. Een belangrijke tekst, die we hier graag toch in essentie even aanhalen.




Het inschrijvingsrecht werd voor het eerst gebruikt door François Perrin, en betrof een recht voor de Franstalige inwoners van de Vlaamse Rand rond Brussel “om sommige rechten uit te oefenen in een gemeente van het Brusselse gewest. In het Egmontpact (wie weet het nog?) ging het om electorale rechten, maar daarnaast waren er gevolgen op administratief, gerechtelijk en fiscaal vlak”.



CD&V, SP.A en Open VLD moeten inzake de B-H-V-perikelen niet te veel de beschuldigende vinger uitsteken naar de Franstaligen omwille van hun gulzigheid, aldus de professor. “De Vlamingen steken beter de hand in eigen boezem. Indien de Franstaligen zo gulzig zijn, dan is dit omdat in 2005 de paarse Vlaamse partijen tot verregaande toegevingen bereid waren. B-H-V werd gesplitst voor de Kamer, maar niet voor de verkiezingen voor Senaat en Europees Parlement. In ruil voor deze welhaast ‘niet-splitsing’ werd een inschrijvingsrecht bedongen. Bovendien verkreeg de Franse gemeenschap bevoegdheden in de rand: pedagogische inspectie, een begeleiding van het Franstalige basisonderwijs, persoonsgebonden materies en sommige culturele materies. De circulaire Peeters werd afgezwakt. In de Brusselse gemeenten werd de tweetaligheid van de ambtenaren vervangen door tweetaligheid van de dienst. Geschillen over de taalwetgeving in de randgemeenten zouden niet langer tot de bevoegdheid van de Nederlandstalige kamers van de Raad van State behoren, maar wel van het taalkundig paritair samengestelde Grondwettelijk Hof”.



Terecht riep het FDF uit dat “dit akkoord veel beter is dan het Egmontpact”. Professor Vuye is heel categoriek: “Het inschrijvingsrecht is een institutioneel onding. Het houdt in dat Franstaligen voor de federale verkiezingen in een Brusselse gemeente stemmen, maar voor de gemeenteraadsverkiezingen in de eigen Vlaamse gemeente. Men kan toch moeilijk nu eens ergens zijn woonplaats hebben en de volgende keer elders?”. Het inschrijvingsrecht zal door de Vlamingen wellicht beperkend worden uitgelegd, de Franstaligen zullen zo ver mogelijk gaan. Het doet denken aan de faciliteiten: de Vlamingen waren ‘overtuigd’ dat de faciliteiten uitdovend waren bedoeld, de Franstaligen waren ‘overtuigd’ dat het ging om permanente rechten. Het werden dus permanente rechten…



Tenslotte wijst Vuye op de loodzware verantwoordelijkheid van onderhandelaar Dehaene: Hij “was altijd een tegenstander van het inschrijvingsrecht. In 1978 werd het Brusselverhaal van het Egmontpact op het CVP-congres afgeschoten door de vertegenwoordigers van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, die onder leiding van Jean-Luc Dehaene, fulmineerden tegen het inschrijvingsrecht”. En nu zou dezelfde Dehaene datzelfde inschrijvingsrecht willen invoeren, hij die verklaarde dat “(…) de prijs in de rand – vooral het inschrijvingsrecht dat de Franstaligen verwierven – te hoog was.”

maandag 22 februari 2010

NMBS-leiding: volledig gepolitiseerd

In enkele kranten werden naar aanleiding van het verschrikkelijke treinongeval in Buizingen vragen gesteld over de (mogelijke) politieke verantwoordelijkheid voor het gebrek aan veiligheid op onze treinen. Onze goede collega’s Jan Mortelmans en Francis Van den Eynde hebben in het verleden in de Commissie Infrastructuur al verschillende keren de kat de bel aangebonden als het ging om de veiligheid van de burgers en van het treinpersoneel op onze treinen. Ook ik heb hierover verschillende malen statistieken en cijfergegevens opgevraagd.




Overheidsbedrijven zouden, net als andere bedrijven, eigenlijk moeten worden geleid door bedrijfsleiders met voldoende competentie. Niet dat ik hiermee gezegd wil hebben dat de ceo’s die nu aan de leiding staan, incompetent zijn. Maar de NMBS bestaat ondertussen uit 3 vennootschappen, die elk een resem politiek benoemde bestuursleden hebben, dat beslissingen nemen, waaraan politieke of ideologische consequenties vastzitten, wellicht zeer moeilijk worden. Dan kan het natuurlijk niet verbazen dat er zelfs nog geen tijdstafel werd opgesteld om de veiligheidssystemen in de treinen te voorzien.



De Standaard publiceerde volgend bericht van de Raden van Bestuur van de verschillende vennootschappen van de NMBS:



- Infrabel

° Christine Vanderveeren, voorzitter (CD&V)

° Luc Lallemand, gedelegeerd bestuurder (PS)

° Fabienne Görlier, bestuurder (CdH)

° Mieke Offeciers, bestuurder (CD&V)

° Toon Colpaert, bestuurder (SP.A)

° Laurent Vrijdaghs, bestuurder (MR)

° Henry-Jean Gathon, bestuurder (MR)

° Jan Kerremans, bestuurder (Open VLD)



- NMBS-Holding

° Jean-Claude Fontinoy, voorzitter (MR)

° Jannie Haeck, gedelegeerd bestuurder (SP.A)

° Lieve Schuermans, bestuurder (Open VLD)

° Catherine Gernay, bestuurder (MR)

° Marianne Vergeyle, bestuurder (Groen!)

° Magali Verdonck, bestuurder (Ecolo)

° Melchior Wathelet, bestuurder (CdH)

° Luc Joris, bestuurder (PS)

° Paul Matthys, bestuurder (CD&V)

° Eddy Bruyninckx, bestuurder (CD&V)



- NMBS

° Laurence Bovy, voorzitter (PS)

° Marc Descheemaecker, gedelegeerd bestuurder (Open VLD)

° Jean-Claude Fontinoy, bestuurder (MR)

° Kris Lauwers, bestuurder (CD&V)

° Renaud Lorand, bestuurder (PS)

° Philippe Matthis, bestuurder (CdH)

° Angeline Van Den Rijse, bestuurder (SP.A)

° Lieve Schuermans, bestuurder (Open VLD)



Conclusie van De Standaard: “Zonder politieke kleur raak je bij de NMBS niet aan de top. Enkel Vlaams Belang, Lijst Dedecker en N-VA tellen geen vertegenwoordigers”. Deze V-partijen zijn goed voor ruim 30% van de kiezers in Vlaanderen.

maandag 15 februari 2010

Neen, nu even niet


Neen, geen berichtjes vandaag of de komende dagen op mijn weblog. U zal ze even moeten missen. Ik kan eenieder geruststellen: ik heb géén dipje, voel me niet slapjes en heb ook géén last van het aanhoudende winterweer. Vanaf maandag 22 februari ben ik er dus terug.

Ik wil alleen van het krokusreces gebruik maken om de webstek zelf bij te spijkeren, te actualiseren. “Goed ingezeept is half geschoren”, zegt het spreekwoord en dus wil ik mijn goede voornemens van begin 2010 ook waar maken. Niets is zo erg als voorbijgestreefde berichten, niets zo erg als ‘oud nieuws’.

Werk aan de winkel dus. Ik maak een nieuw kruiswoordraadsel, dat komt op de geactualiseerde webstek. Als compensatie voor uw inspanningen, beste lezer, en op voorwaarde dat u mij het gezochte woord doorstuurt (via SMS, via elektronische weg, zelfs telefonisch of schriftelijk) bied ik u een gratis drankje aan in het Vlaams nationaal lokaal Gezelle, Stationsplein 48 te Roeselare. De waard Filip ontvangt u met open armen!
Verder werk ik aan aangepaste persberichten (lokaal en nationaal). Mijn gepubliceerde teksten (zowel in lokale als in nationale uitgaven van de partij, als in tijdschriften als TeKoS) worden ook geactualiseerd, en verder heb ik ook enkele interpellaties en wetsvoorstellen klaar, die u met één simpele klik op de webstek kan raadplegen.

Dankzij mijn teergeliefde echtgenote lukt het ons dus wel om tegen het einde van deze week alles rond te krijgen. En vanaf volgende week maandag ben ik weer volledig tot uw dienst.

vrijdag 12 februari 2010

Met de ‘P’ van prins en prioritair


Enkele dagen was het weer zover, en werden we met z’n allen verzocht om uit respect voor het milieu en voor de gezondheid van alleman trager te rijden. Er was nationaal smogalarm, wat inhield dat het verkeer zich met een maximumsnelheid van 90 km per uur voortsleepte. De files waren nog wat langer, de vele werknemers waren nog wat later thuis.

Wie zich daar – om evidente redenen – niet hoeft aan te houden, zijn de prioritaire voertuigen. Die moeten namelijk in crisissituaties snel ter plaatse zijn. Van hun snelheid van optreden hangen namelijk mensenlevens af. Geen zinnig mens die hier iets kan opwerpen, integendeel, stel je voor dat je zelf in een levensbedreigende toestand verkeert…Goed dat het prioritair verkeer ook prioriteit op de weg krijgt dus.

Wie zich daar ook niet hoeft aan te houden, zijn de stelende eksters van Laken. Blijkbaar worden hun voertuigen, die op missie zijn, als ‘prioritaire’ voertuigen beschouwd. Waarmee het woord ‘prioriteit’ toch weer een speciale, ‘Belgische’ bijklank krijgt. Zo zoefde prins Filip met een snelheid van 140 km per uur van Antwerpen naar Brussel. Wat de crisissituatie in zijn geval wel kon zijn? Misschien had prinses Mathilde de patatjes juist afgegoten? Moesten de kinderen dringend naar de balletklas? We zullen het dus nooit weten.

En dat soort arrogantie moet ons dus vertegenwoordigen? Regels zijn er voor het gewone volk, niet voor de Coburgers.

donderdag 11 februari 2010

Urbain Vandeurzen in De Tijd


De Tijd, niet onmiddellijk een krant voor communautaire scherpslijpers, slaagt er toch regelmatig in belangwekkende interviews te publiceren. Neem nu het interview op 6 februari 2010 met de vroegere VOKA-voorzitter Urbain Vandeurzen. Het volledige interview kan u natuurlijk aanvragen bij de redactie van de zakenkrant, maar een 2-tal uittreksels wil ik u zeker niet onthouden.

De Tijd merkt op dat Vandeurzen in zijn VOKA-tijd bekend stond om zijn harde communautaire standpunten, waarop Urbain Vandeurzen het volgende laat noteren: “Ik heb geregeld gezegd waar het op stond. Dat kwam misschien hard aan, maar ik stuurde nooit aan op confrontaties. Ik heb oplossingen voorgesteld. Kijk, we hebben vier structurele veranderingen nodig. Er moet een staatshervorming komen, de economie moet vernieuwd, de sociale zekerheid moet betaalbaar blijven en de regio’s moeten snelheid maken door een interne staatshervorming. Zo niet, redden we het niet en gaat onze welvaart in een rechte lijn naar beneden. Ik heb een pact gesloten met de Waalse en Brusselse collega’s. Want de enige uitweg is de responsabilisering van de regio’s. Zij moeten financiële verantwoordelijkheid krijgen en zo de globale arbeidsmarkt aanzwengelen. Wil je dat niet, dan is een scheidingsscenario de enige oplossing. Je kan dat confronterend noemen, voor mij is het het enige overtuigende toekomstverhaal”.

Het communautair immobilisme – de Maddensdoctrine zeg maar – is dodelijk, dat is al lang duidelijk. Vandeurzen herhaalt dit nog eens met een praktisch voorbeeld: “Er heerst immobilisme. Zo wil Vlaanderen de groene auto promoten. Wel, dan isoverheidsstimulering essentieel. Maar Vlaanderen heeft geen fiscale instrumenten om belastingvoordelen toe te staan, dus kan je ook geen groene-auto-industrie creëren”.

Op de vraag of hij dan pessimistisch is, antwoordt de vroegere VOKA-baas: “Er zijn 4 mogelijke scenario’s. Een: de federale overheid maakt werk van een staatshervorming en houdt de sociale zekerheid onder controle. Bovendien voert Vlaanderen Via uit. Dan kunnen we een topregio worden. Twee: Vlaanderen doet zijn plicht, maar er is geen staatsvorming. Dit noem ik het ‘gekluisterde Vlaanderen’. De regio’s hebben geen middelen om kostencompetitief te zijn of te vernieuwen. Drie: op federaal niveau gebeuren er veranderingen maar Vlaanderen doet niets. Dat noem ik het ‘domme Vlaanderen’, iets wat ik niet zie gebeuren. Vier: beide niveaus verzaken aan hun taak. Dan komen we in het zwarte gat. Jammer genoeg zijn we zeer goed bezig die weg op te gaan”.

Het scheidingsscenario komt inderdaad dichterbij, elke dag opnieuw.

woensdag 10 februari 2010

Carl Huybrechts over Brussel


Het is niet de eerste keer dat Carl Huybrechts zich laat opmerken met politiek getinte en politiek niet correcte uitspraken. In het verleden kwam deze oud sportjournalist al eens aardig in beeld met bijtende kritiek op België, en op het feit dat Vlaanderen in een dodelijke Belgische wurggreep zit.

In de Franstalige krant La Dernière Heure (24.01.2010) werd hij ondervraagd over Brussel – weliswaar voor de zware rellen en de nog zwaardere politieke commotie. Hij heeft het over de vakanties die hij als jonge knaap met zijn ouders in Wallonië doorbracht: “Dit was voor mij als een reis naar het buitenland. Alles was er anders: de taal, de cultuur, het voedsel, zelfs de manier van eten”.

Over Brussel is Carl Huybrechts zeer duidelijk: “Ik als Vlaming verteer het erg moeilijk dat men zo gemakkelijk vergeet dat Brussel een Vlaamse stad was, niet langer dan enkele eeuwen geleden. Aan het stadhuis vind je spreuken in het oud Vlaams. Weinig Franstaligen weten dit. Als ik door Brussel wandel, voel ik mij precies een aboriginal. Ik ben een paria”.

“Een tijd geleden was ik met een functionaris en wij aten ergens in de buurt van de Grote Markt. Onmogelijk een restaurant te vinden met een menukaart in goed en correct Nederlands. Onmogelijk een plaats te vinden waar men u in uw eigen taal aanspreekt (…) Ik vind Brussel geen aangename stad meer om in te leven.”

Op de vraag van de Franstalige krant wat B-H-V te maken heeft met zijn oordeel over Brussel, antwoordt de sportjournalist, die méér in zijn mars heeft dan de vlotte jongen te zijn: “De Francofonen verlaten de hoofdstad om in de Vlaamse randgemeenten te gaan wonen, en willen er alleen ‘onder elkaar’ leven. Dat Brussel op die manier verfranst werd, is één zaak, maar men moet vooral niet proberen verder te gaan”.

Het besluit van Carl Huybrechts wil ik u vooral niet onthouden: “Dat België één land blijft, of twee, of drie, wat kan het mij schelen. Maar in elk geval moet elk deel kunnen leven volgens haar eigen snelheid en ritme”. Waarom telt ons land niet meer journalisten zoals Huybrechts?

dinsdag 9 februari 2010

België in de vuurlinie – Zwitserse zakelijkheid schat België correct in


Dat België qua mentaliteit, qua overheidsefficiëntie, qua criminaliteitsfenomenen en op het vlak van de politieke zeden steeds vaker Zuid-Europese allures aanneemt, zeggen wij van het Vlaams Belang al veel langer. Maar het gereputeerd Zwitserse beurshuis UBS rangschikt België nu ook in rijtje van Griekenland, Spanje en Portugal, als het om de stabiliteit van de financiële markten en de financiële betrouwbaarheid gaat.

Letterlijk uit het verslag (en geciteerd in De Morgen, 02.02.2010): “Voor de crisis boekte België verwaarloosbare tekorten. Maar de redding van de banksector heeft het tekort voor 2009 doen oplopen tot 6%”. Het beurshuis verwacht ook dit jaar en volgend jaar grote tekorten – tot 6%.

Verder wijst UBS op de “politieke problemen” van België, die “bijna tot het uiteenvallen van het land leidden in 2008”, en “Wallonië is erg afhankelijk van de Vlaamse transfers. Het doorsnee-inkomen in Wallonië ligt op 72% van het Vlaamse niveau”. Volgens het beurshuis tenslotte blijft België beschouwd als “een van de zwakste landen in noordelijk Europa”.

Dit is niet zonder belang natuurlijk. Zeker als we in De Standaard (05.02.2010) lezen dat de beurzen fors in het rood gingen, omdat “beleggers vooral vrezen dat naast Griekenland ook Portugal en Spanje het moeilijk zullen hebben om hun begrotingstekort af te bouwen”. Analisten denken namelijk dat de kredietrating van Spanje binnenkort omlaag gaat, wat de financiering van het begrotingstekort zwaarder zal maken. België zit eveneens in dit koppeloton.

Onlangs had ik het 'genoegen' om minister van Financiën Reynders aan de tand te voelen over de mogelijkheden van een nieuwe kredietcrisis in België. De MR-baas lachte de mogelijkheid zowaar weg, wat, gelet op de omstandigheden, eigenlijk in elk normaal land totaal onaanvaardbaar is. Niet in België dus, waar zowat alles kan.


maandag 8 februari 2010

Brussel, stad in de Nederlanden…



Een opsomming van markante feiten kan meer zeggen dan duizenden lijnen tekst. Over Brussel en de veiligheidstoestand zijn er de jongste weken al zoveel zinnige (en vooral onzinnige) dingen gezegd en geschreven, dat ik me niet geroepen voel om het allemaal nog eens dunnetjes over te doen. Daarom dus een opsomming – in telegraafstijl dan nog wel – van opvallende feiten en cijfers.

- De stad Brussel telt ruim 1.000.000 inwoners. In het eerste semester van 2008 telde men er niet minder dan 89.000 misdrijven, op jaarbasis komen we daarmee op ruim 160.000 misdrijven. Het onwaarschijnlijk hoog aantal, zeker in vergelijking met het Vlaamse en het Waalse Gewest. Het aantal sack-jackings in Brussel: 1.418, in Vlaanderen 71 en in Wallonië 19.
- Brussel telt 5.759 agenten om de veiligheid van de burgers te waarborgen. Er is een permanent tekort van 840 agenten. Brussel telt 6 zones. In de zone West bijvoorbeeld zijn er ’s nachts 5 patrouilles van telkens 2 man op pad. In de vooravond zijn er 8 patrouilles. Buiten de kantooruren is dus amper 5% van de manschappen actief.
- Kalasjnikovs en ander zwaar oorlogsmateriaal is er vrij te koop. Een journaliste van La Dernière Heure heeft getest of het inderdaad zo gemakkelijk is om in Brussel zo’n wapen te kopen. “Na 6 uur had ik er al één in handen”, klinkt het in haar verslag.
- Het is februari 2010, maar meer dan 600 Brusselse schoolplichtige ‘jongeren’ ging dit schooljaar (!) nog geen enkele dag naar school. Controle? Geen enkele actie zelfs maar door bevraging, terwijl de spijbelaars bij het parket gekend zijn.
- De politie wil maar al te graag optreden, maar ze wordt hierin niet gesteund door het gerecht en ook niet door de politici. In Het Laatste Nieuws (30.01.2010) volgende kreet van onmacht: “We mogen niet optreden. De politici zijn zo doodsbang van rellen dat ze tolereren dat gemaskerde jongeren met machinegeweren hun wijk bewaken zonder enige last van de politie. Het is wachten op de eerste doden”.
- Op de vraag van Het Nieuwsblad aan de voorzitter van een politievakbond of er inderdaad meer vuurwapens in omloop zijn, wordt het volgende geantwoord: “Er zijn absoluut meer vuurwapens op straat. We hebben cijfers verzameld uit 80 politiezones. De conclusies zijn duidelijk: 5 jaar geleden waren er 4 incidenten met vuurwapens per jaar, nu 4 per maand”.
- Gevolgen van dit alles? De (weinige Vlaamse maar ook andere autochtone) bewoners van de stad trekken weg. Men is het beu. Een medewerkster bij de VRT: “Generaties lang woont mijn familie in Brussel. Maar zodra ik met pensioen ga, ben ik weg. Mijn zoon vertrekt nu al (…) Het ergste is dat de schuld hiervoor vooral bij Marokkaanse allochtonen ligt. Voor iemand die zo multicultureel ingesteld ben als ik, is dat een pijnlijke vaststelling. Maar ze pesten ons weg”.

Petje af dus voor de politiemensen die dag in dag uit de bescherming van de Brusselaars moeten garanderen, zonder de noodzakelijke steun van gerecht en politiek. Petje af en respect.

vrijdag 5 februari 2010

In naam van de integratie: Marokkaanse naamgeving in België?


Staatssecretaris voor Europese Zaken, Olivier Chastel (MR), heeft op mijn mondelinge vraag van vorige week moeten toegegeven dat de kwestie rond de Marokkaanse naamgeving - in tegenstelling tot zijn belofte om deze problematiek ter harte te nemen – nog niet op de agenda van de gemengde commissie België-Marokko werd geplaatst. Hij had hiervoor geen verklaring.
Reeds in februari 2009 (!) was duidelijk geworden dat Marokko zich actief bemoeide met de naamgeving van kinderen van Marokkaanse of gemengde koppels in België. De Marokkaanse overheid zou hiertoe zelfs lijsten met aanvaardbare Marokkaanse namenlijsten aan Belgische gemeentebesturen hebben gestuurd. Marokko schendt met deze inmenging flagrant het soevereiniteitsprincipe van België en het principe van de niet-inmenging. Chastel beloofde toen letterlijk ‘dat de minister van Buitenlandse Zaken overweegt dit onderwerp te agenderen op een eerstvolgende vergadering van de gemengde commissie België-Marokko'.
Maar dat gebeurde dus niet, zonder enige verklaring trouwens. Deze week beloofde de staatssecretaris opnieuw dat de Marokkaanse naamgeving zou worden toegevoegd aan de agenda van de gemengde commissie van februari 2010. Samen met andere collega’s zal ik deze zaak opnieuw te berde brengen in de maand maart, eens de vergadering met Marokko achter de rug is. België is een zeer slechte leerling op dit vlak, maar dat zal de lezers absoluut niet verbazen…

donderdag 4 februari 2010

“Als bedrijf hebben wij België afgeschreven”


Een van onze Vlaamse topbedrijven heeft zich onlangs in vrij radicale bewoordingen uitgelaten over België en het Belgisch politiek bedrijf. In Trends verklaarde Jan Pieter De Nul van het gelijknamige baggerbedrijf: “De Belgische politiek is niet in staat het tij te keren. Daarmee bedoel ik niet: gaan bedelen bij een of andere Vice President van General Motors in de Verenigde Staten. Onze ministers deden hun broek af om een industrie te redden die virtueel vertrokken was (…) Op hetzelfde moment gaan onze bedrijven kapot aan de crisis en gebeurt er niets om hen te redden. Na tien jaar sparen steeg de schuld van 250 miljard naar 350 miljard euro”. Tegen 2030 moet de Belgische federale overheid de schuldgraad op 60% krijgen. Een gigantische opgave, waar het Belgische regime niet tegen opgewassen is.

Het bedrijfsleven en de daaraan gerelateerde pers laat de jongste dagen wel meer in scherpe Vlaamse bewoordingen van zich horen. Zo merkt De Tijd (26.01.2010) op dat “de ommekeer in het Belgische Congobeleid symptomatisch is voor Leterme II. Op opnieuw premier te kunnen worden en vooral ook om eerste minister te kunnen blijven, houdt de man van 800.000 stemmen uitverkoop. De Franstaligen halen in de regering slag na slag thuis”.

De journalist vervolgt het lijstje toegevingen: “Toch haalden de Franstaligen (ook in het legerdossier) hun slag thuis. De Crem kwam terug op een aantal geplande sluitingen van kazernes in het zuiden van het land.” Dit land wordt geregeerd door een Franstalige minderheid, aldus De Tijd.

Het asiel- en migratiedossier is nog zo’n dossier “waar Franstaligen uiteindelijk aan het langste eind trokken en trekken. De regularisatieprocedure is er gekomen onder Franstalige druk, maar de opvang is vooral een Vlaamse zaak geworden”.

Dit alles voorspelt weinig goeds. Weinig goeds voor Vlaanderen, weinig goeds voor een sociaal-economisch beleid (we vergeten bijna het begrotingsbeleid te vernoemen, waar Vlamingen en Franstaligen eigenlijk totaal verschillende visies op ontwikkelen en waar het uiteindelijk ook de Franstalige visie wordt die het haalt). Het wordt tijd dat ook de Vlaamse ondernemers alles in de juiste verhoudingen zien en even fel als het baggerbedrijf De Nul durven stellen dat ze België hebben afgeschreven.

woensdag 3 februari 2010

België grootste ontlener van de EU


Dat de Belgische overheid ons geld met hopen over de balk gooit, is al lang geen geheim meer. Maar zij doet dat ook in toenemende mate en ook al decennia lang met geleend geld. En elke consciëntieuze Vlaming weet dat geleend geld steeds moet worden terugbetaald. Mét interest er bovenop.

Uit Metro verneem ik dat “volgens ratingbureau Fitch de West-Europese landen in 2010 zowat 2.200 miljard euro zullen moeten lenen, wat een record is. Ons land behoort tot de grootste leners” (27.01.2010). Vorig jaar haalde de schatkist zo’n 38,3 miljard euro op via leningen op middellange en lange termijn. Voor 2010 wordt op een bedrag van 39,2 miljard euro gerekend, aldus een verslag in De Morgen (27.01.2010).

“België is met 25,6% van het bbp de grootste lener van Europa”, stelt de krant verder vast, want het neemt niet alleen leningen op middellange en lange termijn op, maar maakt ook gebruik van “snelroterende, kortlopende leningen, bijvoorbeeld de schatkistcertificaten op 3 maanden. Die kortlopende leningen komen dit jaar uit in de buurt van 50 miljard euro”. Wat uiteindelijk betekent dat de Belgische staat dit jaar op zoek gaat naar 89 miljard euro! Dit land staat daarmee aan de absolute top in Europa, samen met Italië.

Kredietratingbureau Fitch stelt vast dat de belangstelling voor een belegging in Belgisch staatspapier groot blijft, en besluit daaruit dat de “Belgische kredietwaardigheid” hoger wordt ingeschat dan die van Portugal en Griekenland. Ik vind dit wat kort door de bocht. Zoals hierboven gemeld, weet elke Vlaming maar al te goed dat elke euro geleend geld terugbetaald moet worden. Ik meen dat de uitleners van geld aan de overheid dié geruststelling hebben: dat wat er ook met België gebeurt, Vlaanderen steeds zijn verplichtingen zal nakomen.

dinsdag 2 februari 2010

Waar gaat ons mooie geld in Europa heen?


Onze goede vrienden in het Europees Parlement Philip Claeys en Frank Vanhecke berekenden onlangs de kostprijs van de Europese Unie voor de Vlaamse belastingbetalers. U kon hierover eerder deze week een berichtje op mijn weblog lezen.

De Duitse kwaliteitskrant Die Welt – géén Vlaams Belang-krant, laat ons duidelijk zijn, maar eerder links-liberaal van snit – bracht onlangs (22.01.2010) uit dat het mooie geld van de EU-burgers onder andere wordt gebruikt om de kinderen van de EU-beambten van een skivakantie te laten genieten. Niet alleen mochten de beambten van het Europees parlement onlangs op een weddenverhoging van 3,7% rekenen, maar een 80-tal kinderen van de ambtenaren trekken in de krokusvakantie naar Noord-Italië op skivakantie. Ondanks de financiële en economische crisis, ondanks de groeiende werkloosheid bij steeds meer werknemers, ook en in toenemende mate in Vlaanderen.

Kostprijs van het geheel, aldus nog de journalist in Die Welt, bedraagt 84.000 euro. Volgens een woordvoerder van het EU-parlement een verantwoorde kost, want “de kinderen krijgen bovendien taalonderwijs”.

Nog volgens de Duitse krant krijgen deze beambten nog andere sociale voordelen. Wie kinderen moet opvoeden, en rond moet komen met een netto huishoudelijk inkomen van 8.000 euro per maand, mag rekenen op een ‘sociaal toemaatje’ van 414 euro per kind. Wie ‘slechts’ 4.200 euro per maand verdient, mag rekenen op 616,40 euro per kind.

Nog andere feestjes liggen voor deze bevoorrechte EU-kinderen in het verschiet. Allemaal met uw en mijn belastinggeld. Het is maar dat we het weten.

maandag 1 februari 2010

België loopt af. Maar wanneer?


Krijgt u ook soms die indruk dat er niets nog werkt in België? Krijgt u ook soms die indruk dat alles als los zand door de vingers glipt in België. U kent voorwaar ook de these die in kringen van de Vlaamse Beweging in het recente verleden opgang heeft gemaakt: België verdampt, en op die manier wordt Vlaanderen steeds meer op de kaart gezet.

Die stelling lijkt echter niet te kloppen, zoals in een Vrije Tribune (halfweg 2007) al eens duidelijk werd gesteld: “België zal blijven verdampen, maar Vlaanderen raakt niet uit de mist”. In de inleiding op het Vlaams Belang-colloquium 30 januari 2010 klonk het zo: “Zonder in te spelen op een mogelijke cesuur met België, bijvoorbeeld naar aanleiding van een aanslepende en als betonrot invretende constitutionele crisis, zullen voorvechters van verdere Vlaamse ontvoogding die noodzakelijke emancipatie niet kunnen vrijwaren als verworven recht. België verdraagt alles, het is zo ontworpen. Het wil uitdrukkelijk àlles verdragen, uitzweten, recupereren, noyauteren en corrumperen. Breken met het Belgische politieke bedrijf kan slechts door staatkundig te breken met België via een onafhankelijk Vlaanderen”.

Met dit colloquium, met de ronkende titel “De Ordelijke Opdeling”, wilde het Vlaams Belang opnieuw de bakens van de radicale Vlaamse Beweging verplaatsen. Immers, “nu België de fase van totale desintegratie nadert, moeten wij de idee van een onafhankelijke staat durven gebruiken om meer te verwerven”. Het Vlaams Belang maakte tijdens dit congres nog eens heel duidelijk waarom de federale staat voor ons géén oplossingen meer kan bieden: “De pariteit, de grendelgrondwet en de alarmbelprocedure zetten al langer voor het Egmontpact de democratische spelregels op een sluwe en doeltreffende manier buitenspel. De invoering van het federalisme was een belangrijke strategische optie om de macht van de Waalse minderheid te bestendigen. De totstandkoming van een federale staatsstructuur leek een Vlaamse overwinning, maar was in werkelijkheid een geslaagde Belgisch-Waalse poging om de Vlaamse macht en het Vlaamse autonomiestreven te kanaliseren en verregaand te neutraliseren”.

In afwachting van het moment waarop de andere ‘V-partijen’ deze stap zullen durven zetten, zal het Vlaams Belang ook in deze in de voorpost van de Vlaamse Beweging moeten blijven staan. De opdeling voorbereiden, want de constitutionele crisis komt eraan. Het boek De Ordelijke Opdeling, met daarin de teksten van dit colloquium, alsmede hoofdstukken zoals ‘Principes van statenopvolging’, ‘Inventaris van de federale boedel en zijn opdeling’, zal in de loop van dit voorjaar verschijnen bij uitgeverij Egmont. Kostprijs: 20 euro.