Eerst een steekpartij op de metro in Anderlecht begin juli, waarop verschillende zware vechtpartijen volgden. Dit alles leidde uiteindelijk tot de moord op de jonge zwarte bendeleider. Afgesloten werd deze echte bendeoorlog met verschillende wraakacties en moordende confrontaties tussen twee rivaliserende bendes. Een bendeoorlog, niet in Zuid-Europa, niet in Afrika, maar in ons land, in onze eigen hoofdstad. Bendeoorlog tussen Afrikaanse clans, in onze achtertuin.
Er loopt al heel lang van alles fout inzake veiligheid in België. Gecombineerd met een allochtone druk op de hoofdstad (57% van de inwoners van Brussel zou ondertussen van allochtone afkomst zijn…) zorgt dit voor explosieve toestanden. Maar er lijkt veel meer aan de hand. Dat de moord en het extreme geweld geen politiek nieuws op de eerste pagina van de kranten werden, heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat men niet “het onveiligheidsgevoel onnodig wil aanzwengelen”.
Een Vlaamse krant publiceerde een interview met enkele politiemensen in Brussel. Zo blijken er in en rond Brussel zo’n 15-tal (vooral Afrikaanse) bendes actief te zijn. Sommige bendes kunnen rekenen op een aanhang van 80 tot 90 jongeren, andere zijn kleiner. Maar we hebben het dan al heel snel over een 1.000-tal echt gevaarlijke jongeren. Een van de woordvoerders stelt het zo: “De Marokkaanse bendes groeperen zich om criminele feiten te plegen, maar ze vallen elkaar niet aan. Zwarte stadsbendes vechten hun vetes indrukwekkend onder elkaar uit met messen en machetes”. Ook voor deze politiemensen is het al lang duidelijk dat het extreme geweld onder Afrikaanse jongeren culturele wortels heeft: “Mensen uit Centraal-Afrika, het Bantuvolk zeg maar, zijn eigenlijk heel kalm, maar als er rellen van komen, dan is het meteen heel heftig” (De Morgen, 30.08.2008).
Beide agenten wijzen met een beschuldigende vinger naar de ouders, “die hun ouderlijke plicht niet meer vervullen. Van de pakweg 150 namen die wij hebben geïnventariseerd, zullen amper 20 ouderparen zich echt zorgen maken als wij aan de deur staan”. En verder deze onthutsende bekentenis: “Ach, ik zeg u, er is een groep Afrikaanse jongeren in Brussel die verloren is. Multirecidivisten waar men geen antwoord op heeft”.
Wat in België moest doorgaan voor integratiebeleid, was en is gewoon een lachtertje. Pamperen. Men ziet het geweld en de criminaliteit door de vingers, men kijkt een andere kant uit (politiek, gerecht, ‘straathoekwerkers’, enzovoort) om vooral geen moeilijkheden te krijgen of om vooral geen verwijt of klacht wegens vermeend racisme naar het hoofd te krijgen geslingerd. Schrik is altijd een slechte raadgever. Hoelang moeten we nog wachten het puin wordt geruimd? En vooral: durft ‘men’ het aan om het puin te ruimen?
Enkele dagen kon men in een andere krant lezen dat het aantal Brusselse jeugdboefjes “sterk gestegen is”. De sterkste stijgingen “werden genoteerd bij de 12-jarigen (+22%) en bij de 14-jarigen (+13%).
POLITIEKE COLUMN:
Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.