POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





woensdag 21 januari 2009

Landbouwramp 2006 - op zijn 'Belgisch' geregeld

Minister Laruelle – minister van kmo, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid – ondervroeg ik een tijd geleden over de afhandeling van de landbouwramp van 2006, te weten de rampzalig droge maanden juni, juli en augustus 2006. Ik had eigenlijk al van vroeger de indruk dat de overheid – in tegenstelling tot verzekeringsmaatschappijen, die binnen een termijn van 30 dagen moeten betalen – haar uitbetalingen liet liggen, en de burgers eindeloos op hun vergoeding liet wachten.

Ik leerde uit haar antwoord dat er op 1 december 2008 490 dossiers door de provinciebesturen behandeld, ter controle en ter betaling aan de Federale Overheidsdienst Economie werden gestuurd, 298 dossiers uit Vlaanderen en 192 uit Wallonië. Op 1 december 2008 waren er van die 490 dossiers, 286 afgesloten, 175 uit Vlaanderen en 111 uit Wallonië.

Tot daar was er niet onmiddellijk veel dat mijn aandacht trok, buiten het feit dat de burgers inderdaad lang op hun geld moesten wachten. Tot ik het aantal dossiers zag, natuurlijk. De droogteramp zorgde voor 1.145 dossiers in Vlaanderen en 3.651 dossiers in Wallonië.

Nu kan Wallonië wel méér landbouwgebied hebben dan Vlaanderen, en meer landbouwers. Ik kan dat niet vergelijken. Maar de kloof leek mij toch wel héél groot om alleen in het aantal landbouwers de verklaring te vinden. Eerder en stoemelings hoorde ik een collega in het parlement over de droogteramp in 2006 en bleek dat de Franstalige politici blijkbaar de voorwaarden voor de erkenning als rampgebied toch wel erg op het lijf van de Waalse landbouwers hebben geschreven. Ik heb het dan vooral over de lijst van vergoedbare teelten. En de Vlaamse politici, zult u zich afvragen? Die laten zich – het wordt een eindeloos eentonig verhaaltje, ik weet het – gewoon in de hoek drummen. Hoed af voor de Franstalige politici.