POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





maandag 12 januari 2009

De Franstalige taalgraaicultuur en de houding van links

Dat een bepaalde zogenaamd progressieve topklasse lange tijd neerbuigend neerkeek op elke vorm van Vlaamse communautaire verzuchting, dat een bepaalde soort intellectueel potdoof is voor taalkwesties en kwesties als die van B-H-V, maar zich tezelfdertijd niet schroomt om de zakken te vullen met het Belgisch of ander koninklijk manna, kon u hier al enkele keren lezen. Niet alleen hier trouwens, want het Vlaams Belang heeft terzake al enkele keren tegen de linkse benen geschopt.

Maar naast de zogenaamd rechtse Vlaamse Beweging delen ook steeds meer progressieve mensen zélf ook die mening. Neem nu de Vrije Tribune van ene Luc van Doorslaer over het belang van taal in de Belgische politiek en samenleving (De Morgen). Van Doorslaer is als docent-onderzoeker in de vertaalwetenschap en journalism studies verbonden aan Lessius Antwerpen en de KU Leuven. Hij werkt ook als zelfstandig tv-journalist.
“Frans is voor vele Franstaligen kennelijk nog altijd de belangrijke cultuurtaal die het lange tijd in Europa geweest is, en het is een natuurlijke evolutie dat de taalgrens verder naar het noorden opschuift, dat Brussel en Vlaanderen verfransen ten koste van de lokale patois. De dagdagelijkse ergernissen van vele Vlamingen in Brussel en in de Rand zijn geen toeval, maar zijn het gevolg van een onderliggende dominante filosofie in Franstalig België. Geen algemene, maar wel een dominante. Het is dus bijzonder naïef als een groot deel van progressief Vlaanderen de taaltegenstelling afdoet als iets uit de vorige eeuwen. Er is de laatste tijd vanuit linkse hoek heel terecht zwaar gereageerd tegen de graaicultuur in de financiële en bedrijfswereld. Maar de historische en nog altijd aan de gang zijnde taalgraaicultuur wordt niet of slechts met mondjesmaat aan de kaak gesteld. Aangezien de sociale dimensie in dit geval nog een stuk groter is, zou het bij uitstek een thema voor progressief Vlaanderen moeten zijn. Het is integendeel, o ironie, de katholieke Luikse bisschop Léonard die vanuit een sociaal-culturele bewogenheid de voor de hand liggende links-kritische analyse gemaakt heeft: dat vele Franstaligen in België hun "complex van taalsuperioriteit" zouden moeten leren opgeven”.
De wetenschapper heeft gewoon twijfels over de verdere zin van België. Over het fenomeen staatshervorming in België hebben we de volgende uitspraak voor u uitgelicht: “De zogenaamde gelijkheid in de geesten als basis voor de zoektocht naar een compromis, blijkt in de praktijk een illusie. Het verklaart tegelijkertijd waarom elk communautair compromis in het beladen Belgische kader telkens weer snel achterhaald zal blijken te zijn. Het is allemaal mooi en idealistisch als de groene partijen samen zeggen dat ze streven naar een veralgemeende tweetaligheid in Brussel of in het Brusselse onderwijs. Maar de realiteit is net iets prozaïscher: Benoît Cerexhe pleit er onomwonden voor om de tweetaligheidsvereiste van de Brusselse ambtenaren af te schaffen. Cerexhe is geen FDF-er, maar de Brusselse CDH-onderhandelaar bij de communautaire dialoog. Hij illustreert hiermee het dominante taaldiscours in Franstalig België (…)”.

Tenslotte de volgende boodschap van van Doorslaer aan links Vlaanderen: “Als de linkse partijen in Vlaanderen zich afvragen waarom ze zo jammerlijk gemarginaliseerd worden in opiniepeilingen, moeten ze misschien overwegen om de Franstalige navelstaarderij, het taalexpansionistisch denken en de taalgraaicultuur met veel meer overtuiging aan te klagen. Zoals ze dat terecht, maar te selectief doen met vergelijkbare stromingen in Vlaanderen. Dat aanklagen is door en door links, maar veronderstelt wel het opgeven van de sussende Belgische reflex. Een salonreflex, in geactualiseerde vorm de loftreflex”.
Ter informatie: op 17 januari verschijnt de uitgebreide versie van deze Vrije Tribune in een bundeling van essays met als titel “De Vlaamse Republiek: van utopie tot project” (Leuven: Van Halewyck, red. J. Sanctorum). Het boek wordt voorgesteld op de jaarlijkse receptie van de Vlaamse Volksbeweging, ditmaal in Brugge – zaterdag 17 januari om 11 u 00.