POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





maandag 2 november 2009

Hoofddoek géén religieuze verplichting

Hét argument dat door verdedigers van de islamitische hoofddoek in het onderwijs en in het openbaar leven steeds weer uit de hoge hoed wordt getoverd, is de bewering dat de overheid in het kader van de vrijheid van godsdienst geen religieuze symbolen mag verbieden. Met andere woorden: de hoofddoek en alle andere varianten (niqab, boerka, enzovoort) zijn niet te beschouwen als culturele uitingen, maar als religieuze symbolen en mogen derhalve niet worden verboden.

Ph. Van den Abeele maakt in de weblog Nieuw Pierke brandhout van dit argument en toont m.i. overtuigend aan dat de hoofddoek helemaal géén religieus symbool aan. Hij haalt hiervoor Midden-Oostenspecialist Lucas Catherine aan, opmerkt dat er in de Koran geen enkel gebod te vinden is om een sluier te dragen. Catherine vervolgt: “Er is voor het eerst sprake van kledijvoorschriften voor de vrouw bij een 15de-eeuwse puritein Ibn Taymiya. Hij was zeer conservatief en werd omwille van zijn reactionaire ideeën uit zijn geboortestreek Syrië verbannen (…) Hij verhief de hoofddoek en de sluier tot symbool voor de kuisheid van de vrouw in zijn boek Hijab al mara’a wa libasuha fi al salat (…) Vrouwen mogen elkaar tijdens het baden niet naakt zien en een moslimse mag niet met een gelovige vrouw naar het badhuis gaan. De hijab werd het symboll voor een bepaalde manier om de islam te interpreteren: preuts, puriteins, hard, maar ook onzeker”.

Het zal daarom niet verbazen dat de eerste feministen in de Arabische wereld, aldus nog Catherine, tegen niqab, hijab of hoe het ding ook mocht heten, waren: “Faris Shidjaq stelt al in 1855 dat er geen heropleving van de Arabische cultuur mogelijk is, zonder bevrijding van de vrouw en het afleggen van de sluier”, enzovoort.

Het is niet nodig een hoofddoek te dragen om een ‘echte’ moslim te zijn, besluit Van den Abeele. De koning van Marokko bijvoorbeeld zegde al 20 jaar geleden dat de hoofddoek geen verplichting is volgens de Koran, dat de wetten van het gastland gelden voor de jonge moslims en hun families, en school lopen belangrijker is dan een hoofddoek dragen.

Mia Doornaert in De Standaard (26.10.2009) neemt dan weer een bepaalde linkerzijde op de korrel, die “erin slagen zowel bloot als de boerka te verdedigen. De nieuwe goorheid zou progressief zijn, het dragen van de boerka zou een uiting van vrijheid zijn”. Nochtans, zegt de oud-journaliste, nochtans zijn bloot en boerka minder tegenstrijdig dan het lijkt, want beide reduceren ze een vrouw tot haar lichaam.

Europa moet zich blijvend verzetten tegen de achterstelling van de vrouw, die belichaamd wordt door de hoofddoek, niqab, of boerka. Ook progressieve denkers en toplui spreken zich steeds duidelijker over de kwestie – rijkelijk laat, inderdaad!