POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





vrijdag 27 november 2009

Dr. Dalrymple en drugs

Ik moet het bekennen, ik heb een zwak voor Theodor Dalrymple, de Britse arts die vooral bekendheid verwierf met zijn provocerend-conservatieve boeken en essays. Ik heb een zwak voor de rechttoe-rechtaan aanpak van dr. Dalrymple, en in het conservatieve, Nederlandstalige tijdschrift TeKoS hebben we zijn ideeën meer dan eens een forum geboden, lang voordat Bart De Wever hem aan het publiek van De Morgen mocht voorstellen. Maar dat volledig terzijde natuurlijk.

Dalrymple is een belangrijk epigoon van het Engels conservatieve denken, iemand die vanuit zijn ervaring als arts in gevangenissen, en dus niet vertrekkende vanuit allerlei axioma’s, steeds duidelijker een rechtse visie op mens en maatschappij ontwikkelde. Zeer pragmatisch dus, als men wil, zéér Engels. Verschillende boeken werden ondertussen in het Nederlands vertaald en gepubliceerd (*). Aanbevolen!

Zo heeft hij heel uitgesproken ideeën over drugs, ook en vooral vanuit zijn ontmoetingen met verslaafde ‘inmates’. In een bijdrage voor Catholic Education op 19.11.2009) schrijft hij onder de titel “Laat ons de drugs niet legaliseren” de volgende fijnzinnige, maar cynische openingszin neer: “Er is vooruitgang in de geesten: eerst wordt het ondenkbare denkbaar, en dan wordt het een orthodoxie, waarvan de waarheid zo duidelijk is dat niemand zich nog herinnert dat men ooit helemaal anders dacht”. Inzake de legalisering van drugs zitten we op dat moment: miljoenen mensen menen dat volwassenen alles zouden mogen innemen wat ze zelf wensen, zelfs als hierdoor zware problemen zoals overlast opduiken.

Om het gebruik te legaliseren wordt steeds getoverd met twee argumenten. Dalrymple legt ze op zijn operatietafel en analyseert ze vakkundig: het filosofische argument en het pragmatische.

Het filosofische argument: in een vrije maatschappij moeten volwassenen kunnen wat ze wensen, als ze maar de gevolgen van de eigen daden aanvaarden en geen schade aan derden berokkenen. Dalrymple verwijst naar het befaamde essay van John Stuart Mill, On Liberty. Nochtans was Mill de eerste die beperkingen op de vrijheid zag én aanvaardde. De ene vrijheid is de andere niet, wij aanvaarden allemaal beperkingen vanuit verschillende redenen. “De meest vrije man”, aldus Dalrymple, “is niet diegene die als een slaaf achter al zijn wensen en goestingen loopt, zoals ook vele patiënten tot hun scha en schande moesten ontdekken”.

Daarenboven hebben drugs, aldus de geneesheer, een enorm vrijheidsberovend effect op mensen, onder andere door het afhankelijkheidseffect. Er is die voortdurende dwang om nieuwe drugs in te nemen. Zelfabsorptie noemt Dalrymple dat: alle dagen zijn gevuld met de dwanggedachte aan drugs.

Het huidige verbod van drugs is natuurlijk wel de oorzaak van de criminaliteit rond drugs, erkent Dalrymple. Maar het is zoals het verbod om wagens te stelen: ook dat verbod creëert aan de lopende band weer criminelen. Maar moeten we daarom het verbod opheffen?

Op het pragmatische argument – dat Dalrymple trouwens ook scherpzinnig onderuit haalt – komen we in een latere uitgave van deze weblog zéker terug.

(*)Verschenen in het Nederlands:
• Leven aan de onderkant, Spectrum (2004)
• Beschaving of wat er van over is, Nieuw Amsterdam (2005)
• Drugs, de mythes en de leugens, Nieuw Amsterdam (2006)
• De filantroop, testament van een seriemoordenaar, Nieuw Amsterdam (2007)
• Leve het vooroordeel!, Nieuw Amsterdam (2008)
• Profeten en charlatans. Hoe schrijvers ons de wereld laten zien, Nieuw Amsterdam (2009)
Over zijn werk (Nederlands)
• Jelle Zeedijk & Paulus van Bortel (red.), Bedrogen door de elite? Kritische beschouwingen bij Theodore Dalrymples cultuuranalyse, Pelckmans/Klement (2008)