De Britse econoom Bernard Connolly, voorzitter van de
commissie die de werking begeleidde van het Europees Monetair Systeem (EMS), de
voorloper in 1979 van de eenheidsmunt, schreef in 1995 het beruchte boek “The
Rotten Heart of Europe”, waarin hij het volgende schreef: “Als het met de euro
fout gaat, dan zullen ze ons vertellen dat we nog meer Europa nodig hebben”.
Visionaire woorden, die echter niet
tegen de “kerk van de EU” op konden.
Deze Connolly was lang niet de enige die waarschuwde. Zo
vermeldt Rik Van Cauwelaert in een opiniestuk in De Tijd (16 maart 2013) ook
Marius Holtrop, president van de Nederlandse Bank, die waarschuwde dat geld een
“attribuut van de soevereiniteit” is, en dat daarom het monetaire in het
integratieproces nooit voorop kan lopen. Of de Nederlandse Financieminister
Witteveen, die stelde dat “in geval van een eenheidsmunt de lidstaten elkaar
een blanco cheque geven”. Een blanco cheque, die in geval van nood, aldus
Connolly, door Duitsland zou worden betaald. De transferunie was geïnstalleerd.
Interessant aan de bijdrage van Van Cauwelaert, is de
paragraaf waar die het heeft over de relatie tussen euro en nationalisme. “Dat
echter uitgerekend de euro het nationalisme in Europa zou doen opveren, heeft
Connolly eveneens voorspeld. In een van de zeldzame interviews (…) voorspelde
hij dat de muntunie de Belgische communautaire problemen zou aanscherpen.
‘Want, legde Connolly uit, België kampt met het probleem dat de meerderheid van
de obligatiehouders, zeg maar de renteniers, in Vlaanderen zit en de
meerderheid van zij die van de alsnog gulle sociale zekerheid genieten, in
Wallonië woont’”.
Het boek van Bernard Connolly is onlangs opnieuw uitgegeven
en is in de betere boekhandel – ook via internet trouwens – vlot beschikbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten