Schrijfster Martine Gozlan legt in een boek (*) opnieuw
enkele Turkse raadsels bloot. Dringend tijd, want er mogen gerust eens wat
taboes sneuvelen. Want wat is dat toch steeds weer met Turkije? Ze werpen zich
op als “de veruitwendiging” van de conservatieve, gematigde politieke islam met een gematigd, bezadigd en
conservatieve premier Erdogan en een staatspartij als de AKP, en ze komen er
steeds beter mee weg – ook bij lidstaten van de Europese Unie. Maar
tezelfdertijd beschuldigt de minister van Buitenlandse Zaken Davutoglu de Europese
land van steun aan Koerdische opstandelingen. En als Cyprus volgend jaar de EU
zou voorzitten, dan dreigt Turkije er bijvoorbeeld mee om de diplomatieke
betrekkingen met de EU te bevriezen! Wel een vreemde manier om zich als gematigde, voorzichtige en conservatieve
islamitisch land op te stellen.
Martine Gozlan doorprikt drie hersenschimmen in haar boek en
we zetten ze even op een rijtje voor u.
Het eerste bedrog bestaat erin dat Erdogan ons wil doen
geloven dat Turkije een model van democratie is. Er is echter geen persvrijheid
in Turkije, het lot van religieuze minderheden zoals de Alawieten, en het
autoritarisme van de premier laat niets over van het zogenaamd seculier model.
De sluier, de leefgewoonten: het islamisme wint er voortdurend veld in alle
domeinen van de samenleving, aldus Gozlan.
Na 9 jaar aan de macht is het doel van Erdogan, en dat mag
niet worden vergeten, is het doel van Erdogan nog steeds om het Turkse volk
zover te brengen dat het zelf de toepassing van de sharia zal vragen. Turkije
is geen model van scheiding van kerk en staat en wordt het ook steeds minder.
Erdogan heeft Atatürk verslagen: dat is zowat de voornaamste les van de jongste
jaren.
En tenslotte, de hersenschim van de gematigdheid? Op zich,
schrijft auteur Gozlan, “is het islamisme al een overmaat, want het maakt zich
schuldig aan een hold-up op een godsdienst. Hier is het hold-up van de
godsdienst door de politiek”. De media
staan verder onder een strenge controle, en meer dan 60 journalisten zitten in
een gevangenis. Het grootste deel van de Turkse persgroepen zijn overigens in
handen van de zonen en de schoonzoon van Erdogan. En er is de opmars van het
obscurantisme: de hoofddoek, aanvallen op kunstgalerijen, zo kunnen we nog een
tijdje doorgaan.
Ik stelde de vraag al eerder in andere bijdragen: moet
Turkije per se in het ongewisse worden gelaten inzake haar toetredingsaanvraag?
Waarom zeggen wij gewoonweg niet dat Turkije géén lid kan worden van de EU? We
kunnen dit toch niet blijven volhouden, dames en heren van de EU?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten