Dit blijkt in elk geval uit cijfergegevens die ik opvroeg
bij de minister van Financiën, Steven Vanackere (CD&V). Zo daalde het
aantal laattijdige aangiftes van 335.692 in het aanslagjaar 2007 tot 180.097 in
het aanslagjaar 2009, ongeveer een halvering dus op twee jaar tijd.
Verontrustend is wel dat het aantal niet-ingediende aangiften doorheen de jaren
stijgt: van 304.197 stuks in 2007 naar 324.866 voor het aanslagjaar 2009, een
stijging van 7%.
Opmerkelijk is de regionale verdeling ook van het aantal
laattijdige en niet-ingediende aangiftes. Terwijl het Vlaams Gewest goed is
voor minstens 63% van alle geïnde bedragen in de personenbelasting in België
(voor het aanslagjaar 2007 een bedrag 20.400.784.533 euro of 63,2% van het
totaal, voor het aanslagjaar 2009 was dat 22.519.609.160 euro of 63,1%),
bedroeg het aandeel van het Vlaams Gewest in het aantal laattijdige aangiftes
in 2007 43% en in 2009 50%, en het aandeel van het Vlaams Gewest in het aantal
niet-ingediende aangiftes zelfs maar 37%.
Voor mij is het duidelijk dat de staatssecretaris voor
fraudebestrijding Crombez nog vele jaren hard labeur wacht om ook in Franstalig
België de aangiftebereidheid en de betaling van belastingen op hetzelfde peil
als het Vlaamse gewest te krijgen. Als het hem menens is met fraudebestrijding
tenminste.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten