Eén van de veiligste siesmografen, een van de meest correcte
koortsthermometers die de graad van economische crisis aangeven, is het
spaargedrag van de Vlamingen. Dat is een gekend fenomeen in de financiële
wereld: Onze spaarquote behoort traditioneel tot de hoogste in Europa en ook
van de wereld.
“In het 4de kwartaal van vorig jaar spaarden we
17,5 euro van elke 100 euro die we verdienden, tegenover 17,2 euro in het 3de
kwartaal, zo blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. Het gaat om het hoogste
percentage in twee jaar”, aldus een verslag in Het Laatste Nieuws (17.04.2012).
Nochtans hebben steeds meer mensen het moeilijk om te
sparen: “De sanering van de overheidsfinanciën zal op het beschikbare inkomen
van de gezinnen wegen, waardoor er (in de toekomst) minder gespaard kan
worden”, aldus een woordvoerder van een bank.
En om het gat in de begroting dicht te rijden, klopte de regering
ondertussen ook al aan bij de burger met “nieuwe initiatieven”. De
bankwoordvoerder is duidelijk: “Verwacht wordt dat het beschikbaar inkomen dit
jaar met 0,8% zal zakken, terwijl ons beschikbaar inkomen vorig jaar toenam, en
we dus ook meer konden sparen”.
De paradox van de sparende Vlaming dus: in economisch (en
politiek) onzekere tijden klapt de gemiddelde Vlaming dicht en plooit hij op
zichzelf terug. Hij gaat sparen. Tezelfdertijd echter doen de regeringen er
alles aan om ook het laatste spaargeld uit zijn zakken te nemen. Benieuwd welke
tendens het uiteindelijk zal halen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten