POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





dinsdag 5 mei 2009

Voor wanneer het échte Turkije-debat?

In een interessante column in Knack (15.04.2009) stelt H. Van Humbeeck zich terecht de vraag hoelang de Europese Unie het echte debat over Turkije nog uit de weg kan gaan. Een meer dan terechte vraag, waar onze Europarlementsleden Frank Vanhecke, Philip Claeys en Koen Dillen al heel lang op aandringen trouwens.

“Het was geen slip of the tongue. Barack Obama legde het idee dat Turkije lid moest worden van de Europese Unie tijdens tijdens recente rondreis twee keer nadrukkelijk op tafel bij de Europese politieke elite (…) Washington is al langer van mening dat een lidmaatschap van de Unie Turkije kan verankeren in het westerse kamp”, aldus de Knack-journalist.

Inderdaad, Het heikel thema van het eventueel toetreden van Turkije tot de Europese Unie zou best het thema kunnen worden van de Europese verkiezingen. Moedig van een Knack-journalist om dat inderdaad te vragen. Zijn argument evenwel dat “(Turkije) een moslimland is, en dat dat geen argument kan zijn”, snijdt geen hout. De fundamentele vraag zou moeten zijn of een niet-Europees land lid kan worden van een Europese Unie.

Als het inderdaad zo zou zijn – zoals de liberalen volhouden – dat Europa slechts een toevallige verzameling is van individuen die zich op een toevallig moment in de geschiedenis op dezelfde plaats bevinden, ja, dan is er natuurlijk geen enkele reden waarom Turkije geen lid zou worden van deze toevallige unie. Maar dan kunnen de Papoea-eilanden, of Sint-Mauritius wat mij betreft evengoed toetreden.

Europa is natuurlijk méér dan een toevallige unie van personen. Europa is een beschavingsmodel. Een beschavingsmodel dat haaks staat bijvoorbeeld op de sharia-rechtspraak waarover deze dagen nogal wat te doen is in de Britse pers. De sharia-rechtspraak wordt nu al in Groot-Brittannië toegepast op bepaalde burgerlijke zaken (7.000 echtscheidingen werden op basis van deze islamitische rechtspraak uitgesproken), en uit die praktijk blijkt onder andere dat de getuigenis van een vrouw maar de helft waard is van die van de man. Vrouwen en kinderen komen er slecht van af, zo blijkt.

Is dat de richting voor onze Europese Unie? Wanneer kan het échte debat inderdaad beginnen? En vooral: worden de Europeanen hierin betrokken?