In Le Soir (06.05.2009) kon men weer een aardig staaltje van Franstalige werkelijkheidsontkenning lezen. Zo geven Franstaligen in ons land al decennialang aan dat ze zéér geïnteresseerd zijn in de Nederlandse taal, dat ze die ‘volop’ aan het aanleren zijn, dat ze eigenlijk van nature ‘multilinguïstisch’ zijn, dat ze respect hebben voor de instellingen van de federale staat. Kortom, Franstalige zijn eigenlijk de laatste verdedigers van het ‘humanisme’, dat in België sterk onder druk is komen te staan van het oprukkende, Vlaamse – wat had u anders gedacht – provincialisme, of erger: het racisme.
Nu merken wij met z’n allen ook al decennialang wat die Franstalige federale loyaliteit inhoudt. Vooral de jongste 24 maanden hebben ons daar al mooie voorbeelden van gegeven. Maar ook op het vlak van de kennis van het Nederlands – de taal van de meerderheid van dit land, vergeten we dat toch niet – blijkt de Franstalige realiteit in zijn geheel niet overeen te stemmen met hun dromen.
Als de Franstaligen namelijk de taal moeten aanduiden die zij voor hun kinderen moeten kiezen, wordt vreemd genoeg niet het Nederlands aangeduid, maar wel, bij 68% van de Franstaligen het Engels. Vreemd, omdat we in een federaal land leven, met 3 officiële landstalen. Vreemd, omdat de Franstaligen de Vlamingen als bekrompen en fanatieke taalnationalisten afdoen. Vreemd ook omdat er in Vlaanderen veel jobs wachten op Waalse arbeiders die een mondje Nederlands (willen of kunnen) spreken.
Mogen wij tenslotte ook even wijzen op het voorstel van de Franstalige minister van onderwijs, die vindt dat het leren van Nederlands in Wallonië niet verplicht mag worden? Maar toch, toch zijn ze “très interessés par le néerlandais”!
POLITIEKE COLUMN:
Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.