POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





donderdag 29 november 2012

Toespraak collega Hagen Goyvaerts naar aanleiding van begrotingsbesprekingen in Kamer


Excellenties, waarde collega’s, Mijnheer de eerste-minister,
het heeft wel wat geduurd, maar 6 weken later dan de vooropgestelde datum van 9 oktober heeft u de weg naar het parlement gevonden met een soort van regeerverklaring annex begrotingsakkoord met een daarbij horend relanceplan onder de arm, of wat althans daarvoor moet doorgaan. Maar zoals het spreekwoord zegt : beter laat dan nooit. Voor u een kwestie van op koers te blijven, naar heb ik begrepen. Ik meen begrepen te hebben dat het aanvankelijk bedoeling was om meteen ook de begroting 2014 mee aan te pakken. Maar daar hebben in de afgelopen dagen niets meer van gehoord. Althans niet in die mate dat ik contouren van de begroting 2014 zie opdagen.
U zult moeten toegeven dat ook deze keer de onderhandelingen weer geen fraai beeld hebben achtergelaten van de interne slagvaardigheid van deze regering Di Rupo.
Sinds gisteren hebben we kennis kunnen nemen van uw beleidsverklaring, dito begrotingsakkoord voor 2013. Normaliter zouden we ook nog een financiële nota als bijlage bij uw beleidsverklaring mogen verwachten, maar sinds het begin van de jaren 2000 is dat blijkbaar een in onbruik geraakte gewoonte, terwijl een financiële nota juist een toegevoegde waarde heeft voor de volksvertegenwoordiging. Kwestie van te kunnen begrijpen hoe uw begrotingsakkoord is opgebouwd met belastingverhogingen, besparingen, eenmalige maatregelen __want ook deze keer zijn er weer “one shots” __ en andere hokus-pokus-maatregelen.

De stelling van het Vlaams Belang is dat uw begroting opnieuw een typische Di Rupo begroting is geworden en dus meteen ook een typisch Belgische begroting. Ik spreek van een typisch Belgische begroting omdat ze telkens een politiek ideologisch compromis moet bevatten, zeg maar een compromis tussen 6 partijen, een compromis tussen een socialistische ideologische as en een liberale ideologische as. Een compromis tussen de linkerzijde en de rechterzijde van het politieke spectrum.
Maar dat is nog niet alles, een Belgische begroting is ook een compromis tussen het Noorden en het Zuiden van dit land. Een compromis tussen Vlamingen en Franstaligen. Op zich is er niks tegen een compromis, de vraag is wel of er binnen een Belgische context nog wel een eerbaar compromis mogelijk is. En dat is telkens de zwakte van een Belgische begroting. Dat was ook het geval met uw eerste begroting voor het jaar 2012 waar uw 1ste besparingsronde vooral bestond uit extra belastingen en verkapte belastingverhogingen.
En laat het ons toch nog maar eens zeggen: deze federale regering heeft geen meerderheid in Vlaanderen. Ik weet wel dat CD&V, Open VLD en Sp.a zich daar niet teveel van aantrekken, maar ik heb de overtuiging dat de kiezer daar wel van wakker ligt. Het Vlaams Belang is van oordeel dat het federale niveau het politieke graf is geworden van de Vlaamse regeringspartijen. Ze laten zich Vlaams verkiezen, maar ze handelen Belgisch.  Door zo te handelen en het argument van de “redelijke verantwoordelijkheidszin” te gebruiken denken ze daarmee voor de publieke opinie weg te komen.
Ondertussen klinken de Vlaamse traditionele B partijen zich vast aan de Belgische macht en worden ze gedegradeerd tot de hulpelozen van de macht. Het uitgangspunt van Vlaams Belang is altijd duidelijk geweest. Wat we als Vlamingen nodig hebben op het vlak van arbeidsmarktbeleid, op het vlak van fiscaal beleid, op het vlak van socio-economische beleid zal dus nooit in een Belgische begroting staan. Dat heeft alles te maken met het feit dat het Noorden van het land, en daarmee bedoel ik Vlaanderen, dat nu al jarenlang overwegend “rechts” stemt, een daarmee overeenstemmend beleid verwacht.
Het is trouwens ook het Noorden van het land dat ieder begrotingsjaar een extra cheque van 6 tot 12 miljard euro op tafel legt door de transferts van Noord naar Zuid te betalen. Terwijl het zuiden van het land, Wallonië dus, in hoofdzaak links stemt, zich aan de uier van de transferts blijft laven en bovendien zijn stemgedrag wel vertaald ziet in een federale linkse regering.
Wat de kwestie van het relanceplan betreft. Laat ik meteen met de deur in huis vallen. Het is een goede zaak de begrotingsopmaak te koppelen aan economische relancemaatregelen. De Vlaamse ondernemers “happen”, of beter gezegd “snakken” om zuurstof. Terwijl de NV België nog geen al te zware averij opliep tijdens de zware crisis in 2009 regent het dit jaar wel faillissementen. Graydon berekende dat in oktober de falingen met 7,2% toenamen op jaarbasis. Vooral de open Vlaamse economie lijdt onder de faillissementsgolf + 10% op jaarbasis terwijl in Brussel en Wallonië tot nu toe slechts sprake is van een lichte stijging. Voor oktober 2012 gaat het over 1.210 bedrijven, een nieuw absoluut record. Sinds begin dit jaar gingen al meer dan 9.000 ondernemingen over kop. Bijzonder verontrustend is dat steeds meer grote bedrijven op de fles gaan. Tot dusver gingen in 2012 welgeteld 12 bedrijven met minstens 100 werknemers failliet ; dat is 1 per maand. Inzake jobverlies was oktober een gitzwarte maand, ook voor grotere bedrijven.
Stuk voor stuk sociale drama’s die mede het gevolg zijn van een gebrek aan beleid over de afgelopen decennia om tot een gunstiger socio-economisch kader te komen. Het is een illusie te denken dat dergelijke massale ontslagrondes geen invloed zou hebben op de economische groei. Het Vlaams Belang pleit al lang voor een correcte toepassing van de wet op het concurrentievermogen uit 1996 om tenminste de loonkloof niet verder te laten oplopen. Een hervorming van de index gericht op een indexering op het netto-loon, zou de binnenlandse loonkost meer in lijn brengen met deze in de ons omringende landen. Centen in plaats van procenten, daar draait het voor de man en de vrouw in straat om de eindjes maand na maand aan elkaar te kunnen knopen.
Eens temeer blijkt een discussie over de index onmogelijk, waardoor het behaalde compromis inzake de loonproblematiek de loonhandicap slechts in geringe mate zal verbeteren. Een loonstop buiten indexering en baremaverhogingen is niet van die aard om het surplus op korte termijn weg te werken. Waarschijnlijk zal een afremming van de stijging een realistischer evolutie worden. We vrezen ook dat de hervorming van de indexkorf door meer rekening te houden met goedkopere witte producten, niet meer dan een doekje voor het bloeden zal zijn. De buurlanden zitten immers ook niet stil. Of we het nu toejuichen of niet, Duitsland blijft nog steeds de kampioen inzake loonmatiging. Het Vlaams Belang wil hier geen pleidooi houden voor een maatschappij gebaseerd op hamburgerjobs, maar we kunnen de verschillen niet onder de mat blijven vegen ten koste van de gestage achteruitgang van onze concurrentiekracht. Concurrentieverlies en economische achteruitgang leiden ontegensprekelijk tot verlies van welvaart en welzijn. Weliswaar zijn de eerste stappen gezet om deze achteruitgang te stoppen, maar van een ommekeer zal de eerste jaren nog geen sprake zijn. Voor de lastenverlaging wordt in 2013 een bedrag van 300 miljoen euro uitgetrokken; samen met de loonstop moet deze maatregel de loonhandicap de eerste twee jaar met 1,6% doen dalen om tegen 2018 volledig verdwenen te zijn. Op een totale loonmassa van 150 miljard euro in de private sector is dat een verbetering van amper 0,27%. Vandaar dat dit voor het Vlaams Belang de spreekwoordelijke homeopatische druppel is op een gloeiend hete plaat. En de cijfers gaan maar op zolang de buurlanden ook geen inspanningen leveren om hun loonlasten te verminderen, wat ze mijn inziens in de komende jaren ook zullen blijven doen. De hooggespannen verwachtingen inzake de verbetering van de concurrentiepositie worden helemaal niet ingelost. Het zou dan ook eerlijker zijn te spreken van een symbolische, eerste stap in plaats van een structurele verbetering.
En laat het ook nog maar eens gezegd zijn: 300 miljoen euro lastenverlaging in 2013 voor pakweg 100.000 bedrijven. Dat staat toch wel in schril contrast met de 700 miljoen euro subsidies die deze federale regering zal investeren in 4 windmolenparken. Vervolgens zijn we uitermate benieuwd wat de tewerkstellingseffecten van de vooropgestelde 300 miljoen euro lastenverlaging zullen zijn. Op basis van berekeningen kan worden gesteld dat de voorgestelde loonlastenverlaging een tewerkstellingseffect zal opleveren van de grootte-orde van 5.000 à 10.000 nieuwe jobs. Dat zal amper voldoende zijn om het verlies aan tewerkstelling bij Ford Genk te compenseren. En dus stellen we ons de vraag of dit een heus relanceplan kan genoemd worden. Laat staan dat dit relanceplan voor de nodige zuurstof voor de economie en de bedrijven zal zorgen. Is dat de “boost voor de economie en tewerkstelling” waarover de eerste-minister sprak tijdens de persvoorstelling van het begrotingsakkoord? Ik moet zeggen dat ik een andere interpretatie geef aan de omschrijving “boost”. Dit relanceplan is geen energiedrank voor het bedrijfsleven, dit is gewoon slappe koffie zonder suiker. Daar kikker je misschien even van op maar je geraakt er geen 100 meter mee vooruit.

Laat ik het toch ook nog even hebben over een aantal fiscale maatregelen. Deze regering beweert wel “dat ze de burgers maximaal gespaard heeft”. Sta mij toe om te zeggen dat deze bewering niet opgaat. Maar men kan de citroen niet blijven uitpersen. We kennen immers al de hoogste belastingsdruk van de wereld. Deze regering heeft wel een bevriezing van de lonen voorzien, maar het Vlaams Belang had liever gezien dat u een bevriezing van de belastingsdruk had voorzien.

Meneer de Eerste minister, ik heb u gisteren goed beluisterd. U stelde gisteren een nieuw fiscaal pact voor; een belastinghervorming die eindelijk voor een rechtvaardiger verdeling van de fiscale druk moet zorgen. Het Vlaams Belang heeft steeds geijverd voor een eenvoudig fiscaal stelsel met een zo laag mogelijke belastingdruk. Momenteel bedraagt het overheidsbeslag al meer dan 54%. België komt hiermee op een nipte derde plaats na Finland en Frankrijk. In een land met een zeer hoge fiscale en parafiscale druk is het ondenkbaar om nog nieuwe lasten in te voeren, zonder dat andere belastingen verlaagd worden. Zeker nu de vergrijzing toeneemt, is een daling van de (para-)fiscale druk op arbeid noodzakelijk. Een verschuiving van de belastingdruk, bijvoorbeeld naar milieugerelateerde heffingen, moet dus overwogen kunnen worden. De totale (para-)fiscale druk mag echter onder geen geval toenemen en moet dalen, waarbij het Europees gemiddelde de eerste doelstelling vormt. Met dergelijke doelstelling zal het Vlaams Belang constructief aan de hervorming meewerken. Sta mij toe om bij het fiscale luik van uw begrotingsakkoord toch een aantal bedenkingen te plaatsen. We stellen ook vast dat deze begrotingsopmaak wel degelijk een impact zal hebben op de portemonnee van de man en vrouw in de straat. Diegenen die in het bezit zijn van kasbons, aandelen en staatsobligaties zullen het gelag betalen door een roerende voorheffing van 25%. Deze regering is nog maar een goed jaar aan de slag en u presteert het om de roerende voorheffing in een hinkstapsprong van 15 over 21 naar 25% te tillen. Maar we vernemen van de minister van Financiën dat de burgers gelukkig moeten zijn, want de roerende voorheffing is bevrijdend. Tot een volgende keer waarschijnlijk want dan wordt ze met een volgende politieke pennentrek weer afgevoerd. Er is een interessante studie verschenen bij ING onder de titel “de belgen sparen”. Het is algemeen geweten dat de inwoners van dit land tot de spaarkampioenen van de eurozone behoren. Wie is er andermaal de dupe van de verhoging van de roerende voorheffing naar 25%? Inderdaad dat landsgedeelte waar er nog gespaard wordt onder de vorm van verschillende soorten van financiële producten. De spaarquote ligt het hoogst in de gezinnen met een gezinshoofd tussen de 30 en de 39 jaar, ook al heeft hij niet het hoogste inkomen. Voor de die gezinnen is de verdeling als volgt : VL : 10.000 €/jaar  W : amper 5.200 €/jaar B : 7.200 €/ jaar

Dus wie is er de klos? Inderdaad de Vlaamse spaarder. Wie betaalt weer mee aan de Belgische factuur? Inderdaad, de Vlaamse spaarder.

Dan hebben we nog de stijging van 80% voor de levensverzekeringen. De optrekking van 1,1 naar 2% holt de beleggingsverzekering van de kleine spaarder, van de “pater bonus familias” die voor veiligheid en zekerheid koos met het oog op een pensioenspaarpotje helemaal uit. Dit de zoveelste gijzeling van de werkende middenklasse.
De fiscale trofee in dit begrotingsakkoord is ongetwijfeld een zoveelste “laatste ronde” fiscale regularisatie. Ik herinner me nog dat de staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez onlangs in het programma De Zevende Dag nog verklaarde “dat fraudeurs geen tweede kans mogen krijgen”. Zo zie je maar met die socialisten. Door voor de zoveelste keer een laatste kans op fiscale regularisatie aan te kondigen, verdwijnt de geloofwaardigheid van de maatregel en verkleint de kans dat eventuele bekeerlingen hun zwarte vermogens braaf repatriëren. Het klopt dat de mazen van het Europese net inzake buitenlandse tegoeden steeds kleiner wordt, maar daar tegenover staat dat de werkelijk grote vermogens vertrekken richting Azië. In alle geval de fiscale regularisatie is weer een zuivere éénmalige maatregel. Het gegeven dat deze regering opnieuw zijn toevlucht zoekt tot een fiscale regularisatie toont immers aan dat het fiscaal beleid in het verleden gefaald heeft. De hamvraag die zich stelt, is of er in de toekomst een performant systeem in de plaats zal komen die belastingontduiking zal tegengaan. Daarop heeft de regering Di Rupo blijkbaar geen antwoord geboden en beperkt ze zich door om de zoveel jaar een fiscale regularisatie te voeren onder het motto “ dat het deze keer de laatste keer zal zijn”. Maar we weten ondertussen dat het geen zoden aan de dijk brengt.

Hoe zit het trouwens met de toekomstige uitdagingen? Wat gaat deze regering doen aan de toekomstige uitdagingen? De toekomstige uitdagingen zijn immers niet van de minste: de vergrijzing en de schuld. En juist over onderwerpen waarmee tientallen miljarden euro’s zijn gemoeid, wordt in de begrotingsakkoord niks gerept. Nochtans worden beide problemen nu wel bijzonder actueel.

Vergrijzing

Amper een maand geleden stelde Studiecommissie voor de Vergrijzing haar jongste rapport voor. En de voorspellingen zijn niet rooskleurig. Tegen 2060 zullen de vergrijzingskosten toenemen met 6,1% bbp tot 31,4% of 22,6 miljard euro. Nog eens 2,6 miljard meer dan vorig jaar voorspeld. De pensioenhervorming van Van Quickenborne zal lang niet volstaan om de tegenvallende economische omstandigheden te compenseren: de vergrijzingscommissie berekende dat het effect van de genomen maatregelen de factuur met amper 0,3 procentpunt bbp zou verlagen. De vergrijzingsproblematiek is niet nieuw. Reeds in de jaren ’90 waarschuwde gewezen minister van pensioenen en sp.a-er Willockx voor de oplopende vergrijzingskosten. Het in 2001 door huidig vice-premier en sp.a-er Johan Vande Lanotte opgerichte Zilverfonds als de pensioenreserve, als appeltje voor de dorst voor de gepensioneerden is ondertussen een stille dood gestorven. Er staat nog wel ergens een schuldbekentenis van de staat aan de staat van 21 miljard euro op een bierviltje geschreven, maar dat is het dan ook. Ieder euro die deze of een volgende regering uit het zilverfonds wil halen, komt onmiddellijk bij de torenhoge staatsschuld. Van het scharnierjaar 2004, het jaar dat volgens sp.a-ers Vande Lanotte en Vandenbroucke voor een ommekeer ging zorgen, is niets terechtgekomen. De sociale welvaartstaat is voorbijgetrokken maar er is niets verandert. Structurele maatregelen om de vergrijzing op te vangen blijven jaar na jaar afwezig terwijl de pensioengerelateerde budgettaire onweerswolken nu wel snel naderen.

De staatsschuld

Ook de Belgische staatsschuld neemt weer gevaarlijke proporties aan. De cijfers spreken voor zich. De federale staat had eind oktober 368,5 miljard euro schuld. In 1993 was de schuldgraad gestegen tot bijna 138% bbp. De volgende 14 jaar daalde de schuld gestaag tot 84% in 2007. De banken- en kredietcrisis hebben deze dalende trend drastisch doen omslaan. Dit jaar stijgt de schuld weer tot boven de psychologische drempel van 100%. Bepaalde maatregelen waren inderdaad noodzakelijk, maar dit betekent niet dat de schuldgraad onbeperkt mag en kan blijven stijgen. Nieuwe schokken die de schuld beïnvloeden zijn niet uit te sluiten. De definitieve waarborgregeling voor de noodlijdende restholding Dexia verbindt België tot 43,7 miljard euro aan garanties of ongeveer 12% bbp. Ondertussen daalt de contractuele vergoeding hiervoor van 90 naar 5 basispunten. Een wel erg magere premie voor miljarden euro aan risico. Ook de evolutie van de Griekse schuld wordt stilaan dramatisch. Nu zelfs de gouverneur van de NBB openlijk pleit voor een kwijtschelding, wordt dit steeds waarschijnlijker. Dit zou betekenen dat de financierende landen daadwerkelijk een deel van hun vorderingen op Griekenland moeten afschrijven. Dergelijke maatregel zou voor België al vlug oplopen tot een afschrijving van miljarden euro’s. En we spreken dan nog niet over de blanco cheque die België heeft overgemaakt aan het nieuwe Europese noodfonds, het ESM.

De Belgische begroting heeft geen buffers om dergelijke tegenvallers in het komende jaar op te vangen. Er worden geen maatregelen voorzien om de nefaste evolutie in de vergrijzing en de schuld op te vangen. Noodzakelijke beslissingen worden alweer uitgesteld, terwijl net een significante afbouw van de enorme schuld de beste garantie is om de vergrijzingskosten op termijn op te vangen. De inertie van deze regering verzwaart enkel de hypotheek voor de huidige en toekomstige generaties.

De begroting 2013 blijft op het budgettair uitgestippelde pad. En er wordt zelfs een begin gemaakt van een verbetering van de concurrentiekracht. Dit zijn inderdaad positieve punten, maar hiermee is ook alles gezegd. Er werden geen potten gebroken bij de opmaak van de begroting. Het is zoals gewoonlijk een amalgaam van diverse maatregelen geworden, waarbij een gezonde langetermijnvisie niet terug te vinden is. Taboes worden niet doorbroken: de index blijft stevig in het systeem verankerd, de pensioenproblematiek wordt niet aangepakt, van een echte verschuiving in de fiscaliteit is geen sprake. In het beste geval zal de loonhandicap iets afnemen, maar zodra de buurlanden hun eigen loonlasten aanpakken zal ook dit concurrentieverbeterend effect verdwijnen. De economische omgeving en de vooruitzichten zijn echter te somber om te volstaan met symptoombestrijding. De koopkracht wordt trouwens wel degelijk beperkt door nieuwe lasten en de loonstop. De onzekerheid en het pessimisme over de toekomst verdwijnt niet, wat een herleving van de consumptie in de weg staat. Het is alweer een begroting van de gemiste kansen geworden.

Conclusie

De oefening is echter ook nog niet af. De regering Di Rupo mag er dan al in minder dan 1 jaar in geslaagd zijn om een inspanning van 18 miljard euro te leveren, wat inderdaad geen sinecure is, toch zal dit de toekomstige inspanningen niet verminderen. Om in 2015 een evenwicht te verzekeren zal nog minstens 8 miljard euro moeten gevonden worden. En dit in het optimistische scenario dat de Griekse crisis geen extra geld zal kosten, dat de financiële gezondheid van Dexia stilaan verbetert, maar vooral dat de groei minstens op peil blijft. En vooral dit laatste is – gezien de massale ontslagrondes – hoe langer hoe onwaarschijnlijker. De kans is dan ook groot dat de begroting reeds binnen enkele maanden bijgestuurd moet worden. De voorliggende begrotingsoefening werd hier en in de media al vaak vergeleken met de inspanningen in Nederland. De vraag is echter niet wie de grootste inspanning levert in welk tijdsbestek, maar wel welke visie de begroting heeft.

In Nederland is er tenminste duidelijkheid. Nederland toont aan dat het anders kan door maatregelen te nemen die voor 75% bestaan uit een vermindering van de uitgaven. De beperkte lastenverhogingen gebeurt dan nog binnen het kader van een verschuiving van de fiscaliteit. Zo moet de reeds afgesproken btw-verhoging tot 21% en de vermindering van de hypotheekaftrek een verlaging van de tarieven van de belastingen op inkomen compenseren. Nederland wil structureel hervormen en hierbij sneuvelden verschillende taboes, zowel aan de linker- als rechterzijde. Naast de vermindering van de hypotheekaftrek – een symbooldossier voor de liberale VVD waar niet aan geraakt mocht worden – is er een akkoord om op termijn de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting en de werkloosheidsuitkeringen fors te beperken in de tijd, dossiers die wellicht moeilijk te slikken waren voor de PvdA. Nederland heeft een begroting gebouwd op structurele maatregelen gericht op de toekomst, waarbij de kosten zo weinig mogelijk op de burgers afgewend worden. Holland is terug gidsland wat het budgettair beleid betreft. Hiervoor is echter echte politieke moed nodig, wat nog nooit de sterkste kant is geweest van de Belgische regering. Het Hollands model is evenwel niet toepasbaar in België, waar de ideologische verschillen samenvallen met de communautaire breuklijn. Een eerbaar compromis tussen de ontvangers van de transfers en de financiers van de geldstromen is onmogelijk. Een majeur compromis a la Hollandaise, waarbij linker- en rechterzijde samenwerken voor de toekomst van het land, komt er in België nooit, precies omwille van de tegengestelde belangen tussen Vlamingen en Walen. Budgettair beleid in België komt dus in het beste geval neer op blijven aanmodderen, zoals ook nu weer het geval is. De regering heeft dit land weer een jaartje gered en volgend jaar zien we wel weer. Voor het Vlaams Belang is het allemaal veel te veel politieke tactiek op korte termijn en veel te weinig strategie voor de toekomst.

Een ideologische big bang, een gezamenlijk beleid zonder taboes gericht op de toekomst is onhaalbaar. En dit zal niet veranderen tot de kruik barst. En bijgevolg tot het land barst.

En bijgevolg moeten we weg van het belgicisme als dernier carré, als laatste houvast voor de tripartite-gezinden. We moeten weg van het belgicisme als troost voor de geknakte idealen, we moeten weg van het belgicisme voor wie van geen hout pijlen weet te maken. In alle geval, bij iedere begrotingsopmaak zaait u steeds meer kiemen die tot het uiteenvallen van dit land zullen leiden. En dat moment komt steeds meer dichterbij, of u dat nu graag hoort of niet. En daar kunnen we als Vlaams-nationale partij en voortrekker van de Vlaamse onafhankelijkheid en de ordelijke opdeling van dit land alleen maar verheugd over zijn. Ik dank u voor uw aandacht.

Hagen Goyvaerts Volksvertegenwoordiger

22 november 2012.

Geen opmerkingen: