In een Engelstalige bijdrage in NRC Handelsblad probeert de
Engelse conservatieve filosoof Roger Scruton te antwoorden op een aantal
Eurokritische bemerkingen van de jonge Nederlandse conservatieve filosoof
Thierry Baudet. “Baudet heeft het in elk
geval juist voor als hij stelt dat het project van Europese integratie gebouwd
was op de overtuiging dat de natiestaat en het nationale zelfbeschikkingsrecht
tot de belangrijkste oorzaken van oorlogen moeten worden beschouwd, die Europa
aan de rand van de afgrond brachten”.
Als gevolg daarvan ging de Europese integratie echter wel
uitsluitend in één richting, een steeds stringenter wordende eenheid, met een
zeer gecentraliseerde machtsstructuur. Elke aangroei van centrale macht ging
natuurlijk ten koste van de nationale macht. En merkwaardig – of juist niet –
deze richting ging in tegen wat de bevolking eigenlijk wilde. Bij elke kans die
de Europeanen kregen om zich over de richting die Europa uitging, uit te
spreken, werd het zeer duidelijk: de beweging in de richting van centralisatie,
controle van bovenaf, bestuur door niet verkozen bureaucraten en rechters,
allerlei nationale wetten en regels die door Europa werden opgeheven en
verboden, deze grote beweging wordt door de Europeanen niet geapprecieerd.
Roger Scruton heeft niets tegen de rijksgedachte, als het
erom gaat om het puur nationale niveau te overstijgen. Maar er zijn twee vormen
van rijk, een goede vorm en een slechte vorm. De goede rijksgedachte “dient de
bescherming van lokale loyaliteiten en gebruiken onder de bescherming van een
beschaving en het recht. De slechte vorm
van rijksgedachte probeert alle lokale gebruiken en rivaliserende loyaliteiten
uit te schakelen en te vervangen door een gecentraliseerde en rechteloze
macht”.
De EU heeft van beide vormen wat overgenomen. Maar de
grootste fout die de EU heeft gemaakt en waar alle Europeanen nochtans sterk
van overtuigd zijn: Europa, aldus Scruton, is altijd een beschaving van
natiestaten geweest, gebaseerd op een soort prepolitieke loyaliteit, een
loyaliteit die grondgebied en tradities eerst plaatst en religie en dynastie
pas in een volgende rang. De politieke
kaste houdt daar niet van, en probeert alle uitdrukkingen in die zin te
onderdrukken, te demoniseren, als ‘fascistoïd’ voor te stellen. Nationale loyaliteit heeft niets te maken met
racisme of fascisme, zegt de conservatief Scruton. “Als de huidige crisis ons
van iets overtuigd heeft, dan wel het thuisgevoel. Politici vragen ons in deze
tijden offers en verwachten ze ook te krijgen. Maar hoe kan je een offer
brengen als je vindt dat je nergens toe behoort? Hoe kan je ergens toe behoren,
als er geen grenzen meer bestaan die ‘ons’ van ‘hen’ onderscheiden?”
Sommigen mogen al luidop verkondigen dat de natiestaat
helemaal tot het verleden behoort, dat we allemaal wereldburgers zijn, en dat
nationalisme alleen maar tot ellende leidt – Verhofstadt en andere vooral
liberale politici – feit is dat de discussie omtrent identiteit eigenlijk nog
maar net begonnen lijkt en dat ze uiterst belangrijk lijkt te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten