Alle optimistische geluiden in het verleden ten spijt – ook een deel van de Vlaamse Beweging heeft zich, al dan niet onder invloed van het kartel CD&V/N-VA, laten meeslepen in een roes van “nu-gaat-het-eindelijk-gebeuren”, en er gebeurde helemaal niets – heb ik nooit geloofd in de ‘vette vis’ of zelfs maar de ‘borrelnootjes’. Ik heb altijd gedacht dat er voor juni 2009 niets van een communautair akkoord zou zijn, omdat de Franstaligen hierin trouwens op geen enkele manier vragende partij zijn.
In de vorige staatshervormingen werd alles gerealiseerd wat de Franstaligen vroegen: van een demografische minderheid werden zij middels allerhande grondelwetten, belangenconflicten, alarmbelprocedures zodanig beschermd dat ze de facto een politieke meerderheid werden. Ze kregen onafhankelijkheid op die vlakken waar ze het voor hun gemeenschap nodig vonden, en de miljardentransfers zorgden voor jaarlijks terugkerende – recurrente – impulsen in de Franstalige economie.
Waarom zouden zij dus akkoord gaan met het stopzetten van deze mechanismen? Waarom zouden zij akkoord gaan met het transparant maken van de zogenaamde interpersoonlijke solidariteit? Franstalige politici hebben er ook totaal geen moeite mee om dit aan onze pers met zoveel woorden te zeggen. Rudy Demotte, Waalse minister-president, in De Morgen: “Het is niet Kris Peeters zijn schuld, maar ik denk dat het moeilijk wordt om voor 7 juni tot resultaten te komen. Voor elke gematigde stem dient er zich een radicale tegenstem aan”.
De gesprekken worden met andere woorden gestoord door de verkiezingen.
Misschien dat na de regionale verkiezingen van juni 2009 wel mogelijkheden zullen zijn, zoals naïeve CD&V’ers ons wel eens voorhouden? Zelfs sommige Vlaamse politici van de zogenaamde Vlaamse meerderheid begint het eindelijk te dagen. Zegt Karel De Gucht bijvoorbeeld in De Standaard: “Fundamenteler is het structurele probleem van de onbestuurbaarheid van België. Dan gaat het over het verschil in politieke benadering en cultuur, in financiële draagkracht en in bereidheid om het federale niveau te financieren.”
Na juni 2009 dus? “Het zal nog moeten blijken of dat na de regionale verkiezingen wel zal kunnen. Dan zal BHV weer op tafel moeten komen, maar de discussie gaat veel verder dan dat. Ik heb in het verleden al gezegd dat België een permanente diplomatieke conferentie is, en dat verergert alleen maar”.
We blijven dus van institutionele crisis naar crisis. En het incasseervermogen van de Vlamingen kennende, belooft dit weinig goeds!
POLITIEKE COLUMN:
Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.