Enkele maanden geleden werd een grote partij cocaïne onderschept in de haven van Antwerpen. De drugs waren afkomstig uit Ecuador. Een grote partij betekende concreet meer dan 500 kg. Steeds vaker wordt België vooral in de internationale pers een draaischijf genoemd voor de internationale drugshandel, waarbij onze zee- en luchthavens dienst doen als grote invoerpunten. Ik vond deze stelling interessant genoeg om enkele gerichte vragen te stellen aan minister Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken.
Uit de meest recente cijfers – cijfers van 2005 kon de minister mij niet verstrekken – blijkt in elk geval voor de zeehaven van Antwerpen (Zeebrugge bleef zo goed als gespaard) een vrij onrustwekkende evolutie. In 2006 werd er in totaal 14.280 kg onderschept, alle mogelijke drugs door elkaar: cocaïne (2.142 kg), hasj (7.435), Khat (578), en marihuana (4.125 kg). In 2007 werd er meer dan het driedubbele onderschept: 59.155 kg (met als uitschieter: 56.040 kg hasj).
De cijfers van de luchthavens dan (Gosselies, Charleroi, Brussels Airport en Bierset). Alle drugsoorten door elkaar genomen werd in 2006 in totaal 2.711 kg onderschept, in 2007 3.077 kg – een stijging van 13,5%. In 2008 kwam men uit op een voorlopig cijfer van 4.569 kg of een stijging ten opzichte van 2007 van 48%. Ook het aantal onderschepte pillen steeg exponentieel: van 78.000 onderschepte pillen in 2006 naar 311.288 pillen in 2007 (voor 2008 geven de voorlopige cijfers hier wel een verbetering).
Men zal natuurlijk wel met het totaal afgezaagde en gedraaide argument afkomen dat de stijging van het aantal onderschepte drugs in elk geval bewijst dat dit een prioriteit van de politie is. Soit, men kan er natuurlijk al evengoed een argumentatio a contrario van maken: als er geen drugs ons land binnenkomen, kan men ze natuurlijk niet vinden.
POLITIEKE COLUMN:
Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.