POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





donderdag 23 augustus 2012

There’s is something rotten in the state of Belgium



De verschillende, opeenvolgende incidenten in Brussel waarbij vooral jonge allochtonen politieagenten zwaar fysiek aanvallen, krijgen dan toch enige weerklank in de nationale pers. Zo schrijft Luckas van der Taelen in De Standaard: “Wie de problemen met allochtonen in de grootstad durft te benoemen,  bezondigt zich zogezegd aan stimatisering. Het omgekeerde is waar: alles op zijn beloop laten gaan, dat is discriminatie.”
De groene politicus – die hiervoor binnen de kortste keren trouwens door zwaargewichten in zijn eigen partij werd afgebrand – meent dat het lakse beleid in België faalt en noteert verder: “Het is een bijzonder gevaarlijke combinatie van factoren voor jongeren (benoem dan toch de categorieën, mijnheer van der Taelen…) die te vaak in een negatieve spiraal terechtkomen. Die is niet enkel sociaal-economisch (tiens,tiens..), hoe graag sommige marxisten dat ook blijven geloven. Allochtone jongeren zitten snel vast in een werkloosheidsval waar ze niet uit geraken. Dat heeft veel te maken met een andere nefaste cocktail: gebrekkige opleidingen en een onbestaande arbeidsethiek (tiens, ik dacht dat die gasten naar België kwamen om een betere toekomst voor zichzelf op te bouwen…). Er is een sociale druk die individuele responsabilisering afwijst. Wie zijn lost in eigen handen neemt, zet zich buiten de groep”.  En dan is het nu wachten op daden van Groen! Wetsvoorstellen, protestacties, maatregelen waarmee de groene partij de allochtonen op hun verantwoordelijkheid wijst.
Geef ons dan maar de commentaar van leerkracht Borremans in Knack (14.08.2012): “De problemen die we vandaag met bepaalde jonge allochtonen kennen, hebben te maken met ontwortelingsmechanismen. Deze zijn vooral te wijten aan de verstoorde gezagsverhoudingen in het gezin, een opvoeding met achterdocht t.o.v. de heersende structuren, de islamitische huwelijksmoraal die moeders onmachtig maakt, een sterk eergevoel, aanpassingsstress, de onderwijs- en kennisachterstand van ouders, een noodlottige gedoogcultuur”.
Aan dit gedogen moet in élk geval een einde komen: “Maar wat we zeker niet mogen schuwen, is de noodzaak om duidelijk te maken dat onze gedragscodes, regels, afspraken noodzakelijk zijn om tot een goede samenwerking te komen. Deze codes gelden – zonder uitzondering – voor iedereen. Het heeft geen zin om de geldende normen te verzwakken, af te bouwen om zo de toenemende problemen te verdoezelen”. 

Geen opmerkingen: