Uit cijfers die de minister van Binnenlandse Zaken, Joëlle
Milquet (cdH), op mijn vraag bekendmaakte, blijkt dat het aantal geregistreerde
daden van partnergeweld op 4 jaar tijd met ruim 16% zijn gestegen. Zo telde men
in 2007 al 36.732 gevallen van partnergeweld, een aantal dat in 2010 steeg tot
42.826 daden. Of anders: in 2007 telde men dagelijks 100 daden van
partnergeweld, in 2010 al 117 gevallen – dagelijks!
In 2010 registreerde men in het Vlaams Gewest 50% van de
daden van partnergeweld, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeveer 8% en
in het Waals Gewest bijna 41%. De stijging is de jongste jaren trouwens sterker
in het Waals Gewest, dat in 2007 tekende voor 39,7% van de geregistreerde daden
van partnergeweld. Een echte verklaring had de minister niet.
Ik wou van de minister weten of het klopt dat in Antwerpen
bijvoorbeeld steeds meer Afrikaanse slachtoffers van partnergeweld bij de
vluchthuizen aankloppen, en dat de vluchthuizen vol zitten met vrouwen die geen
Nederlands spreken. De vraag naar de etnische afkomst van de slachtoffers en de
daders kon de minister niet beantwoorden. Maar hoe kan men nu het beleid op de
werkelijkheid afstemmen, als men niet eens voldoende gegevens bijhoudt of verzamelt
over die werkelijkheid? Dit is weer typisch België: eerst moeten er zware
incidenten gebeuren, vooraleer men tot actie zal overgaan. En dan zal het
opnieuw te laat zijn…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten