Van verschillende kanten worden steeds weer aangedrongen op
het belang van een goede kennis van het Nederlands. Niet alleen voor
allochtonen, die hier op een wettelijke manier verblijven en zich wensen te
integreren, is een goede kennis van onze taal een ‘conditio sine qua non’, maar
ook voor studenten en andere hoogopgeleiden trouwens. Nochtans gaat de Vlaamse
– én de Nederlandse trouwens – voorkomendheid zover dat we gaandeweg steeds
meer cursussen in het Engels aanbieden.
Een slechte zaak, vindt Ger Groot (hoogleraar filosofie en
literatuur in Nijmegen) in Trouw. Hij heeft zijn studies in Frankrijk gedaan,
en werd er ondergedompeld in een Frans taal- en cultuurbad. “Al wat mijn
verblijf in Frankrijk zo indringend maakte, zal zo’n student (nu in Nederland)
zijn onthouden (…) Nederlands hoefde hij niet te leren, moest het zelfs maar
liever niet doen, want waarom zou hij?”
De conclusie van deze filosoof-hoogleraar is interessant en
pleit voor een fier beleven van het Nederlands, door iedereen en op alle niveaus:
“Dat komt niet alleen de nationale maar ook haar buitenlandse studenten
uiteindelijk ten goede. Alleen dan heeft hun verblijf in den vreemde hen
werkelijk iets bijgebracht dat hun leven raakt en waartegenover ze de goodwill
kunnen voelen. En zullen zij wellicht ooit nog eens hun voordeel doen met
kennis van onze mentaliteit, van de wonderlijke structuur van onze samenleving
of van het geheim dat schuilt achter de verjaardagskalender op ieder Nederlands
toilet”.
Een goede kennis van de Nederlandse taal? Niets dan
voordelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten