Men doet er wel eens smalend over, over de kritiek van de
Vlaamse Beweging, over de kritiek van de V-partijen dat Vlaanderen opnieuw de
lasten mag dragen. Vlaanderen mag opnieuw de bodemloze putten proberen te
dempen, de hardwerkende Vlaamse vrouw en man zullen het geweten hebben. De
Belgische systeempartijen kunnen dan al proberen uit te leggen dat de lasten
‘evenwichtig’ verdeeld zijn, dat “iedereen zijn part zal moeten doen” en dat
“iedereen de broeksriem zal moeten aanhalen”, feit is toch dat de lasten
opnieuw onevenredig door Vlaanderen zullen worden gedragen.
Vlaanderen blijft de dynamische motor van de sputterende
Belgische wagen. Het volstaat de gegevens die de minister van Economie en Vereenvoudigen
(de ontslagnemende dus, die van de regering Leterme), Vincent Van Quickenborne,
mij overmaakte, te analyseren, om vast te stellen dat het Vlaanderen is, en
zijn weefsel van kmo’s, dat de Belgische constructie rechtop houdt.
Ik vroeg de minister naar cijfergegevens van de invoer en de
uitvoer van bedrijven in België en vooral naar de regionale cijfers. Zo steeg
de export in België van 102,409 miljard euro in het eerste trimester van 2010
naar 122,260 miljard euro. De invoer steeg echter meer en sterker: van 103,720
miljard euro in 2010 naar 124,129 miljard euro in 2011.
Het aandeel van het Vlaams Gewest in de uitvoercijfers ogen
indrukwekkend en stijgen nog lichtjes: van 77,79% in 2010 naar 77,85% in 2011.
Het Waalse Gewest duikt onder de 20%: van 20,24 in 2010 naar 19,94 in 2011.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten