Een bekend muzikant, “het ruigste watje van de Belgische
muziekscene”, en West-Vlaming, de genaamde F. K. werd onlangs in De Standaard Weekend geïnterviewd. Ik
moet niet van zijn muziek – ik begrijp niet steeds wat hij zingt! – maar wat
hij zegt, is wel interessant:
“Toen ik achttien was, schreef ik teksten tegen het Vlaams
Blok en over hoe graag ik wiet rookte. Achteraf gezien allebei even dwaas. Ik
heb er geen behoefte aan propaganda te maken voor softdrugs en ik hoef ook niet
per se tegen de slechte te zijn. Het moet niet meer zo zwart-wit”.
En nog over het wietgebruik, waar sommigen blijven over
vertellen dat het allemaal zo onschuldig is, wordt hem gevraagd: “Je hebt ooit
gezegd dat je te veel hebt geblowd: het klonk alsof je er spijt van hebt?”,
waarop hij antwoordt: “Natuurlijk. Dat heeft echt iets kapotgemaakt”. Waarop de krant reageert dat hij er toch
gezond uit ziet, met de volgende reactie van de topartiest: “Behalve mijn
psychische problemen dan. Die zijn misschien relatief klein, maar ik sukkel er
toch al jaren mee. Ik ga niet zeggen dat alles met wiet is begonnen, maar het
heeft er zeker geen goed aan gedaan. Rond mijn 22ste ben ik gediagnosticeerd
met een depressie.”
Tja, mensen veranderen. Gelukkig maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten