Zou het dan toch waar zijn, dat we gemakkelijker talen
leren, die dichter bij onze eigen taal liggen? Feit is in elk geval dat uit een
onderzoek van de Europese Unie, uitgevoerd door de KULeuven (De Morgen, 22 juni
2012), blijkt dat onze Vlaamse jongeren tot de top behoren als het aankomt op
Engels lezen, schrijven en luisteren. Maar de kennis van het Frans neemt
af. Sommigen zeggen het zelfs nog explicieter:
“De algemene beheersing van het Frans gaat al 15 jaar opmerkelijk achteruit”.
Jongeren zouden te weinig in contact komen met de Franse
taal, en al helemaal niet buiten de schoolmuren. Nu heb ik onze talenkennis
altijd als een enorme troef beschouwd. Ik bekijk het nog als een enorm voordeel
dat ik de (Nederlandstalige) antwoorden van ministers als Sabine Laruelle (MR),
Milquet (cdH) en andere in de Franse taal kan beluisteren én begrijpen,
gewoonweg omdat hun Nederlands soms ‘iets anders klinkt’ dan het zou moeten en
derhalve soms gewoon niet te begrijpen valt.
Minister van Onderwijs, de heer Smet, staat klaar om de
kennis van het Frans bij onze jongeren te versterken. Hij wil dit doen door
Franstalige leraars binnen te halen, als ik het goed begrijp. Maar misschien
zou het nuttig zijn ook even naar de Franstalige kant van het land te kijken:
hoe is het daar gesteld met de kennis van het Nederlands? Gaat die kennis erop
vooruit? Ik krijg in elk geval niet de indruk dat Franstaligen onze Nederlandse
taal beter dan vroeger beheersen. En misschien moeten we gewoonweg durven
accepteren dat we steeds verder uit elkaar drijven, op een bijna natuurlijke
wijze.
Ik blijf in elk geval Franse romans en Franse boeken verder
in de oorspronkelijke taal lezen, zoals ik dat ook doe met andere anderstalige
auteurs. In de mate van het mogelijke. Een uitgebreide talenkennis biedt hoe
dan ook enorme voordelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten