POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





woensdag 10 augustus 2011

Welke kant wil men met de dienstencheques uit?

Toen de federale regering enkele jaren geleden met fiscaal aftrekbare dienstencheques begon te werken, was het haar bedoeling om het zwartwerk bij kuisvrouwen tegen te gaan en ten tweede ook nieuwe legale jobs te creëren. In de tweede doelstelling is de regering wel min of meer gelukt, als men het antwoord van minister van Werk, Joëlle Milquet (cdH) leest op mijn schriftelijke vraag: In 2006 waren er bijna 62.000 werknemers die onder dit systeem werkten, een aantal dat opliep tot 136.915 in 2010.
Wat minder duidelijk is, is het effect op het zwartwerk. Immers, vooraleer dienstencheques bestonden, werkten kuisvrouwen vooral in het zwart. En ondanks dat, was het toch mogelijk om deze kuisvrouwen tegen arbeidsongevallen te verzekeren. Eens de dienstencheques bestonden, werden kuisvrouwen legaal en werden deze arbeidsongevallen dus overbodig, want voortaan gedekt via de polis van de werkgever. Ondanks dit is het aantal arbeidsongevallen voor huispersoneel (individuele polissen) maar gedaald van 226.368 in 2004 tot 212.711 in 2009, een vermindering met 13.657 eenheden.
Opvallend in de cijfergegevens van de minister is verder dat het aantal actieve erkende ondernemingen op het vlak van dienstencheques op 7 jaar tijd vervijfvoudigd is: van 504 naar 2.576 ondernemingen. En het aantal actieve gebruikers is in dezelfde periode verzevenvoudigd: van 98.814 mensen in 2004 naar 760.702 in 2010. Daarbij blijven de aandelen in de verschillende gewesten ongeveer gelijk: het Vlaams Gewest was en is goed voor iets meer dan 50% van de terugbetaalde dienstencheques, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor ruim 27% en het Waalse Gewest voor ongeveer 22,5%.

Geen opmerkingen: