POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





vrijdag 28 december 2007

Tegen gevaarlijke drugs moet een zorgzame overheid toch optreden?

De populaire muziekwereld brengt elk jaar een pak idolen voort, waar onze jeugd zich – terecht of onterecht – heel vaak aan spiegelt. Zelden krijg je als ouder een geruststellend gevoel als je het popidool bezig ziet of hoort, integendeel.

Maar er zijn van die momenten die je zou willen koesteren en waarop je je luidop afvraagt waarom de overheid de voorbeelden van de popidolen niet aangrijpt om voorlichtingscampagnes op te zetten. Neem nu de popster Rihanna, die bijvoorbeeld enkele weken terug Laura Lynn en Frans Bauer van de Ultratop stootte. De jonge, pas 19-jarige Rihanna is op het vlak van drugs merkwaardig verstandig voor haar leeftijd en haar boodschap zou eigenlijk best op de hoek van elke straat worden uitgeplakt: “Ik weet hoeveel miserie drugs kunnen veroorzaken. Mijn jeugd was een hel, doordat mijn vader verslaafd was aan crack en cocaïne” (getuigenis in Het Laatste Nieuws, 20.12.2007).

Door de ervaringen thuis werd ze een rabiaat tegenstander van drugs: “Er slingerden regelmatig drugs rond in huis. Al als kleuter wist ik dat bruine aluminiumfolie in de asbak betekende dat mijn vader en mijn moeder die avond ruzie zouden hebben. Op een bepaald moment hadden we amper genoeg geld om te eten”. Op het dieptepunt van de verslaving verdween vader soms dagenlang van huis, om in het plaatselijke park crack te roken met andere junkies. Rihanna moest voor haar broers zorgen, terwijl de moeder de klok rond moest werken om haar gezin te kunnen onderhouden.

Mensen als Rihanna, die aan den lijve de drugsellende moesten ondervinden, zul je niet vinden in het kamp van een drugsgedoogbeleid, integendeel. Spijtig en onverantwoord dat dié boodschap niet meer door de overheid wordt gebracht.

Geen opmerkingen: