POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





maandag 21 juni 2010

Burgemeester Martens voorzitter van VVSG en verkeersveiligheidsfonds


Bij deze willen wij als grootste oppositiefractie de burgemeester geluk te wensen met zijn voorzitterschap van de VVSG. Het is een eer als een Roeselaarse gezagdrager de overkoepelende belangenvereniging van Vlaamse steden en gemeenten mag leiden. Maar toch wens ik de burgemeester ook even te confronteren met een ietwat eigenaardige uitspraak inzake het verkeersveiligheidsfonds. De burgemeester laat namelijk in verschillende persberichten weten dat hij als nieuwe voorzitter van de VVSG wil komen tot een “meer rechtvaardige verdeling van de inkomsten in dit verkeersveiligheidsfonds”.


Aan de ene kant zijn wij natuurlijk verheugd over deze wending. Maar waarom moeten CD&V’-ers toch altijd blijven steken in een halfslachtigheid? Terwijl het voor iedereen al lang zonneklaar is dat alleen de splitsing van dit verkeersboetefonds de meest rechtvaardige verdeling is. Als Vlaams Belang vinden wij dat de boetes die in Vlaanderen zijn geïnd, best ook in Vlaanderen kunnen worden geïnvesteerd in bijkomende verkeersveiligheid. We staan daarin blijkbaar niet langer alleen: Van verschillende kanten werden er al klachten neergelegd bij de Raad van State. Het Rekenhof, toch niet onmiddellijk een Vlaams-nationale mantelorganisatie, maakte heel wat voorbehoud tegen de eigenaardige manier van middelenverdeling in dit Fonds. Heel wat steden en gemeenten tekenden ook al protest aan.

Het principe van het verkeersveiligheidsfonds kent iedereen ondertussen: de verkeersboetes, via de overtredingen die door de  - 1.400 in Vlaanderen - flitspalen worden geregistreerd, worden in een federale pot gestort. Vlaanderen zorgt op die manier voor 83% van de opbrengsten. En dan moet het geld verdeeld. De uiteindelijke verdeelsleutel van het ‘verkeersboetefonds’: 63% op basis van het aantal kilometer wegen en 37% op basis van de gerealiseerde daling van het aantal doden en gewonden. Resultaat: Vlaamse gemeenten ontvingen in 2003 bijvoorbeeld amper 57% van het verkeersboetefonds, terwijl ze voor 83% van de opbrengsten voor dat fonds zorgen. De Vlaamse politiezones krijgen 3,26 euro per inwoner, de Waalse 6,52 euro per inwoner. De gemiddelde Vlaming betaalde in 2003 24,7 euro aan verkeersboetes, de gemiddelde Waal amper 16 euro (cijfers VVSG, gecit. in Het Belang van Limburg, 01.04.2004). In 2004 was de toestand identiek.

De staat België inde in 2005 zomaar eventjes 299 miljoen euro of 12 miljard oude franken aan verkeersboetes. Eric Donckier vatte het Belgisch-communautaire aspect perfect samen in Het Belang van Limburg: “Wel ergerlijk is de vaststelling dat goed 83% van de verkeersboetes in Vlaanderen wordt geïnd en amper 5% in Wallonië, maar dat ondertussen meer dan de helft van de inkomsten van het Verkeersboetefonds terugvloeit naar Wallonië” (30.01.2006). Zo kreeg de politiezone Gent in 2005 een bedrag van 445.645 euro, Leuven 372.313 euro, en de politiezone rond Durbuy, La Roche en 8 andere landbouwdorpen errond 642.506 euro. Op die manier zou 57% van het geld naar Wallonië stromen. Zo merkt Arne Dormaels van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) op dat “we het dit jaar niet opnieuw berekend hebben, maar de wanverhouding van vorig jaar blijft bestaan” (aldus bericht in Het Laatste Nieuws op 27.01.2007). Sindsdien werd de verdeelsleutel voor Vlaanderen was positiever gemaakt, maar er blijft een ernstig nadeel van tientallen miljoenen euro.

En als PS-voorzitter Elio Di Rupo op 22 juli 2003 in Humo laat optekenen dat "Vlamingen moeten maar eens aanvaarden dat er tussen de regio’s verschillen in ethische gevoeligheid bestaan. Het dossier van de onbemande camera’s is in Vlaanderen bijvoorbeeld niet ethisch geladen, maar in Wallonië wél. Wij beschouwen het als een onaanvaardbare inbreuk op het privé-leven zomaar gefotografeerd te kunnen worden met om het even wie naast je in de auto”, dan kunnen wij deze verschillende aanpak van de verkeersveiligheid wel aanvaarden, maar alleen op voorwaarde dat elkeen daar de (financiële en andere) verantwoordelijkheid voor opneemt.

Daarom mijn dringende vraag aan burgemeester Martens: Toon dan toch eens wat méér ambitie en vraag de volledige splitsing van het verkeersveiligheidsfonds!

Geen opmerkingen: