POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





vrijdag 28 september 2007

taalkennis in ons land

Sommige studies van zeer geleerde professoren (professor Deschouwer e.a., sommige zijn trouwens lid van de Paviagroep) komen – niet toevallig – tot de conclusie dat het doemscenario van de radicale Vlaamse Beweging, alsof Brussel en Vlaams-Brabant zouden bezwijken voor Franstalige druk, volkomen uit de lucht is gegrepen. Integendeel, beweren deze wetenschappers, er zijn geen bewijzen dat de druk van Franstaligen toeneemt. De kennis van de Nederlandse taal zou toenemen en steeds meer Franstaligen leren onze mooie taal. Nog maar onlangs was er het krantenbericht dat Wallonië massaal Vlaamse juffen aantrekt om jonge Walen Nederlands te leren.

“Prachtig”, zou je dan onmiddellijk willen uitroepen. Tot de rauwe werkelijkheid je opnieuw overvalt. Er blijven namelijk verhalen rondgaan over Nederlandsonkundige dokters en verplegend personeel in en rond Brussel. “Geen woord Nederlands kwam eruit”, aldus een verontwaardigde bejaarde dame, toen haar zieke echtgenoot vanuit Vlaams-Brabant naar een Brussels ziekenhuis werd gebracht. Van tweetaligheid was absoluut géén sprake. “Ze (in het ziekenhuis) zeiden alleen dat het très grave was. Gelukkig kan ik mij beredderen in het Frans”, aldus nog de dame in haar getuigenis in Het Laatste Nieuws (07.09.2007).

Er is nog ander nieuws. Een studie van professor Philippe Van Parijs (UCL) in De Morgen (26.09.2007) geeft namelijk aan dat Franstaligen eerder de voorkeur geven aan het Engels als tweede taal dan aan het Nederlands. Een natuurlijke en goede evolutie, zegt u? Natuurlijk, wij moeten de Franstaligen inderdaad de volle vrijheid geven om hun eigen taal te kiezen. Alleen hypothekeert dit nog meer de al zeer virtuele tweetaligheid in en rond Brussel. In Vlaanderen is het Frans nog nét de tweede taal, maar ook bij ons bestaat een vrij natuurlijke tendens om het Engels als tweede taal te kiezen.

Interessant uit de studie is ook volgend cijfer: slechts 20% van de Walen geeft aan Nederlands te kennen, terwijl 52% van de Vlamingen de Franse taal zegt te begrijpen en te spreken. Een opmerkelijke communautaire scheeftrekking. De stelling van Van Parijs alsof het Engels zou kunnen optreden als ‘brug’ tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, moet geklasseerd worden in de categorie ‘wishfull thinking’: als de Franstaligen onze Nederlandse taal niet eens willen (of is het toch ‘kunnen’) begrijpen, waarom zouden ze ons dan wel begrijpen in het Engels?

donderdag 27 september 2007

1.118 - 75

Le Soir en ook Het Laatste Nieuws (26.06.2007) meldden ‘met gepaste trots’ – zoals dat dan heet – dat “langs de Waalse autowegen tussen april en juni 2008 16 onbemande camera’s worden geïnstalleerd. Er is een protocol ondertekend tussen de politie en de Waalse minister van Wegeninfrastructuur Michel Daerden”.

Goed nieuws dus! Alleen staat daar wel tegenover dat in ondertussen in Vlaanderen niet minder dan 1.118 onbemande camera’s staan te flitsen, terwijl Wallonië er – met inbegrip van de 16 nieuwe – slechts 75 heeft opgesteld. Een 20-tal camera’s in Wallonië staat er daarenboven leeg bij, want er zijn nog steeds conflicten tussen de federale politie en de bevoegde Waalse minister over wie wat moet doen. In dit verband mogen we zeker nooit het citaat van kameraad Di Rupo uit het oog verliezen: "Vlamingen moeten maar eens aanvaarden dat er tussen de regio’s verschillen in ethische gevoeligheid bestaan. Het dossier van de onbemande camera’s is in Vlaanderen bijvoorbeeld niet ethisch geladen, maar in Wallonië wél. Wij beschouwen het als een onaanvaardbare inbreuk op het privéleven zomaar gefotografeerd te kunnen worden met om het even wie naast je in de auto" (Humo, 22 juli 2003).

En ondanks alle Waalse blablabla blijft Vlaanderen voor méér dan 80% bijdragen in het Verkeersboetefonds en krijgen de Vlaamse politiezones hieruit minder dan waar ze eigenlijk recht zouden op hebben. En er komt ook maar geen schot in. Dit is dus een zeer typisch Belgisch dossier.

woensdag 26 september 2007

Hoeveel zand moet er nog zijn?

Mensen van het Vlaams Belang krijgen steevast het verwijt naar het hoofd geslingerd dat ze nooit met oplossingen komen aandraven en dat ze enkel aansturen op een verzuring van de maatschappij. Zo zouden wij de vreemdelingen alleen maar zien als criminelen en de Walen (en bij uitbreiding voorwaar alle Franstaligen) als profiteurs en luiaards. Daarom beginnen we dan maar eens met volgend positief bericht: de werkgelegenheid stijgt, en nu ook in Wallonië. Zo meldt De Tijd (14.09.2007): “De werkgelegenheid in Wallonië steeg in 2006 met 1% en in Vlaanderen met 0,8% (…) De Waalse uitvoer groeide vorig jaar met 10,9% en de Vlaamse export met slechts 5,6%”. Waaruit zowel de krant als de Waalse regering de conclusie trekken “dat het Marshallplan dat de Waalse economie versneld nieuw leven moest inblazen, twee jaar na de conceptie een succes is”. Iets te kort uit de bocht, meen ik nochtans.

Uit het antwoord van minister Van Velthoven op mijn schriftelijke vraag over de recentste werkgelegenheidscijfers leer ik dat het percentage werkzoekende werklozen in Vlaanderen 5% bedraagt, in Wallonië nog steeds ruim 11% en in Brussel zelfs ruim 17%. Dat het Marshallplan bijgedragen heeft tot een zekere versnelling, zal niemand ontkennen, maar Wallonië en Brussel hebben – ondanks de internationale heropleving van de economie – niet echt aansluiting kunnen vinden bij de sterkste economieën. Vlaanderen doet het op dat vlak (nog altijd) beter.

Terwijl wij toch over cijfers bezig zijn: ook op het vlak van jeugdwerkloosheid scoort Vlaanderen in Europees perspectief vrij goed. “Slechts 8 landen kenden vorig jaar een lagere jeugdwerkloosheid, met aan kop Nederland en Denmarken. Brussel en Wallonië doen het bijzonder slecht”, kan men in een artikel in De Morgen, 18.09.2007, lezen. In Vlaanderen zou 12,5% van de beroepsactieve min-24-jarigen werkloos zijn, in Wallonië 31% en in Brussel zelfs 35%.

U zal zich misschien ook herinneren dat Vlaanderen zijn economie sinds kort (nog) meer open stelt voor werkzoekende Franstaligen. Zo zouden in en rond Brussel niet minder dan 30.000 Vlaamse jobs worden aangeboden. Ook in West- en Oost-Vlaanderen gebeurt dit volop, en stelt de VDAB volop jobs beschikbaar voor de Franstaligen. Met – en we wikken onze woorden – ‘matig’ succes. Want in de Franstalige editie van Metro (26.09.2007) en alléén daar trouwens, staat te lezen dat op 350 opgeroepen Franstalige werkzoekenden uit de streek van Mons slechts een 70-tal verschenen op een recente jobbeurs in Ronse. Nochtans waren gratis bussen ingelegd van Mons naar Ronse. Op de eerste infodag, zo weet de krant te vertellen, bleven slechts 11 geïnteresseerden van de 40 aanwezigen tot het einde van de infosessie. De anderen “vertrokken van zodra ze hiervoor de kans kregen”.

Zonder commentaar.

dinsdag 25 september 2007

Ook Monopoly

Gelukkig is niet alles kommer en kwel. En al willen sommige Belgen – én Vlamingen, spijtig genoeg, waarbij we verwijzen moeten naar de plannen voor een veralgemening van het zogenaamde inschrijvingsrecht – het nog altijd niet snappen, dat België zijn beste tijd heeft gehad en dat de beide volkeren best in alle vriendschap hun eigen gangen kunnen gaan, dan valt toch op dat de ‘splitsingsboodschap’ steeds vaker in de grote wereld weerklinkt.


De Amerikaanse speelgoedfabrikant Habro, die het gekende gezelschapsspel Monopoly verspreidt, zou vanaf 1 oktober met een webstek starten waarop “de Belgen konden stemmen over welke steden ze op het nieuwe Belgische Monopolybord wilden zien”, aldus een bericht in Het Belang van Limburg (22.09.2007). Het project is uitgesteld, meldt de speelgoedfabrikant, “gezien de huidige politieke toestand”.

De wereld begint zich ervan bewust te worden dat dit koninkrijk wel degelijk een eindig bestaan heeft en zou kunnen eindigen in een splitsing in een niet al te ver verleden, want volgens hetzelfde krantenbericht zou Habro er zelfs aan denken om drie afzonderlijke edities op de markt te brengen: een voor Vlaanderen, een voor Wallonië en een tweetalige voor Brussel.

maandag 24 september 2007

de 'bocht'?

“De tandpasta is uit de tube. Er is geen weg terug voor de wetsvoorstellen rond Brussel-Halle-Vilvoorde. De Franstaligen beseffen dat en maken zich grote zorgen”, aldus Pieter De Crem, de zelfverzekerde voorzitter van de Kamercommissie Binnenlandse Zaken (CD&V) (Het Belang van Limburg, 24.09.2007). Eigenlijk beweert De Crem niet meer en niet minder dan dat er met de Ook de Vlaamse Vlamingen niet meer kan gesold worden en dat de zogenaamde Vlaamse meerderheidspartijen het been stijf zullen houden. Met andere woorden: behoud vooral uw vertrouwen in het Vlaamse kartel.

media duwen aan die kar en wijzen de Franstaligen op hun verpletterende verantwoordelijkheid voor het uiteenvallen van België. Zo schrijft Paul Geudens (Gazet van Antwerpen, 24.09.2007): “Als ik Reynders was, ik zou er niet op rekenen dat de Vlaamse onderhandelaars aan het eind van het verhaal toch weer zullen toegeven. Geen enkele Vlaamse politieke partij kan zich dat permitteren. Zeker CD&V en N-VA niet.”

Op het vlak van de onderhandelingen geraakt men geen stap verder. Zo leest men in De Standaard (24.09.2007): “De verkennersopdracht van Herman Van Rompuy is op sterven na dood. Tenzij de Franstaligen alsnog een opening maken, heeft de verkenner vandaag alleen maar slecht nieuws voor de koning.” De onderhandelingen verlopen zeer geanimeerd, maar vooruitgang is er dus nauwelijks.

In de Franstalige pers duikt een ander, meer verontrustend verhaal op. Zo meldt Le Soir (24.09.2007) dat de CD&V binnenkort “haar bocht zal bekendmaken”. In de afgelopen week zouden volgens deze Franstalige pers CD&V-topmensen (Vandeurzen, Leterme, Herman Van Rompuy, e.a.) een aantal keren vergaderd hebben en zou het tot een botsing tussen ‘realos’ en ‘fundis’ gekomen zijn. Als CD&V niet zou toegeven, aldus het verslag in Le Soir, en de oranjeblauwe coalitie een kans op slagen ontneemt, zou het enige alternatief een tripartite zijn en dat wil CD&V te allen prijs vermijden. De ‘bocht’ staat met andere woorden voor de deur.


Het wordt dus afwachten met een visadempje. In het verleden is ook meermaals gebleken dat het uithoudingsvermogen aan Franstalige kant véél groter was dan het Vlaamse.

dinsdag 18 september 2007

Vlaams schooltje pesten

Wie nog altijd naïef gelooft in de federale loyaliteit van vele Franstaligen gelooft, wie gelooft in de ‘grootmoedigheid’ van onze Franstalige partners in dit land, moet dringend dit verhaal over het Vlaamse schooltje in Komen maar eens lezen. Gazet van Antwerpen ging naar aanleiding van het begin van het schooljaar even poolshoogte nemen en bracht getuigenissen van de dagelijkse pesterijen bijeen (08.09.2007).

Alles begon met het vastleggen van de taalgrens op 1 september 1963: heel wat Vlaamse gemeenten, daaronder Komen, Moeskroen, Ploegsteert, Waasten en andere, werden naar Wallonië overgeheveld. Bepaalde van die gemeenten kregen faciliteiten, waardoor Vlamingen in die ‘Waalse’ gemeenten bestuursdocumenten in de Nederlandse taal konden aanvragen. Anderzijds konden Franstaligen in Vlaamsgeworden gemeenten Franstalige documenten aanvragen.

“Ook voor het onderwijs bestaan er faciliteiten. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld in de Vlaamse Rand rond Brussel lagere scholen worden onderhouden voor ongeveer 3.000 Franstalige kinderen. Concreet wil dat zeggen dat de Franse Gemeenschap de lonen van de leerkrachten betaalt, en de Vlaamse Gemeenschap instaat voor de gebouwen. Elk jaar betaalt Vlaanderen 9 miljoen euro. Andersom is in heel Wallonië maar één Nederlandstalig schooltje en dat is dat van Komen. De drie leraars worden betaald door de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest zou moeten instaan voor de gebouwen, maar weigert dat pertinent”, aldus een woordvoerder van KNOKK (het komitee voor Nederlandstalig Onderwijs en Kultuur in het Komense).

Nochtans hebben de Vlamingen een stok achter de deur: ze kunnen weigeren de betalingen verder uit te betalen als de Franse Gemeenschap haar verplichtingen niet nakomt.

Het schooltje van Komen kent een lange geschiedenis van pesterijen. Wie herinnert zich niet de pakkende tv-reportage over “de heksen van Komen”. Vlaamse ouders trokken met hun kleuters langs een haag van scheldende en tierende Franstaligen naar hun school. Bouwaanvragen leidden tot enorme procedurekwesties. Die pesterijen behoren spijtig genoeg niet tot het verleden: uitgerekend op de eerste schooldag vond de ‘Franstalige’ gemeente het nodig om wegwerkzaamheden te starten. Gaan de Vlaamse kinderen in het zwembad van Komen zwemmen, dan mogen ze niet op de glijbaan, terwijl andere kinderen dat wel mogen. Dezelfde pesterij in de gemeentelijke sporthal, waar ‘men’ plots de sleutel kwijt is.

Of wat dacht u van volgend verhaal? “In de vakantie lieten een vader en een moeder hun kindje inschrijven in onze school. Op de eerste schooldag kwam de moeder, die ambtenaar is op de gemeente, het meisje brengen. Een kwartier later haalde zij haar kind weer uit de klas. De vrouw deed dat uit schrik om haar werk te verliezen. Iemand had de burgemeester op de hoogte gebracht”, aldus een woordvoerder van de school in Gazet van Antwerpen.

Slechts 35 kinderen in de Vlaamse school. Ondertussen volgen 300 kinderen uit het Komense Nederlandstalig basisonderwijs in Wervik, Ieper of Menen. Kinderen die allemaal in de Vlaamse school zouden moeten terecht kunnen. Dit is België anno 2007!

maandag 17 september 2007

Het vermogen van het Hof

Blijkbaar voelen ook de von Saksen-Coburgers aan dat dit landje naar zijn einde aan het lopen is. Er worden links en rechts vervelende vragen gesteld over de (politieke) rol van het Hof. En voorwaar, zelfs de sympathie – of antipathie – voor het Belgisch Hof is gecommunautariseerd. In Vlaanderen zou de sympathie namelijk aan het wegsmelten zijn en is het géén effect van het ‘global warming up’-fenomeen.

Het gaat om geld, veel geld, maar dat had u, geachte lezer, allang begrepen natuurlijk. Een recente Rtbf-uitzending (dié mannen hebben tenminste lef) met enkele gissingen over de financiële toestand van Albert en de zijnen zorgde in Laken voor onrust en het Hof verspreidde daarom bliksemsnel een bericht met daarin een ‘sluitende opsomming van het vermogen van de koning’. Het Nieuwsblad: “Het persoonlijk vermogen van de koning bestaat uit een eigendom in het Franse Châteauneuf de Grasse, een jacht en een kapitaal van 12,4 miljoen euro”. Volgens berichten in de Vlaamse pers zou het Belgisch koningshuis – ocharme! – aan het staartje van de koningshuizen bengelen…

Toch enkele puntjes op de “i”.

Vooreerst zijn er de jaarlijks terugkerende dotaties en sommen uit de civiele lijst – op kosten van de belastingbetaler natuurlijk. We zetten ze even op een rijtje:


Jaarlijkse dotatie of civiele lijst
Koning Albert
9,5 miljoen euro – civiele lijst
Koningin Fabiola
1,4 miljoen euro – dotatie
Prins Filip
924.000 euro – dotatie
Prinses Astrid
320.000 euro – dotatie
Prins Laurent
320.000 euro – dotatie
Totaal
12,5 miljoen euro

Daarnaast – en in een bepaalde pers konden wij die informatie spijtig genoeg niet terugvinden – “worden delen van hun handelsreizen en ontvangsten van hoge gasten gefinancierd door de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Defensie” (De Morgen, 13.09.2007). Vooral interessant is volgende opmerking van dezelfde krant; “Geen enkele ambtenaar of specialist kon of wou echter een balans opmaken van het totale kostenplaatje”. Transparantie alom dus… In Nederland wordt deze berekening wel gemaakt, en let nu op: In Nederland kost de monarchie de belastingbetaler 100 miljoen euro, namelijk 6 miljoen euro aan dotaties en 94 miljoen euro extra kosten!

De lezersreacties in de verschillende Nederlandstalige pers liegen er niet om: wie gelooft de berichten nog dat het vermogen van Albert slechts 12,4 miljoen euro bedraagt? Ook de reactie van het Hof op de Rtbf-uitzending dat men “vreest dat de mensen jaloers zouden kunnen zijn”, doet wenkbrauwen fronsen. Moet Albert niet eerder vrezen dat de mensen dit pure verspilling vinden? Beseft hij dan niet dat iedereen met steeds hogere facturen (water, gas, enz.) wordt geconfronteerd?

zaterdag 15 september 2007

tout va très bien, madame la marquise

Na de publicatie van het zogenaamde Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa van de denkgroep ‘in de Warande’ en na de opeenvolgende ‘nons’ van de Franstalige partijen op de – zeer gematigde – eisen van Vlaamse meerderheidspartijen, is het besef bij de Vlamingen doorgedrongen dat België twee totaal verschillende landen huisvest. Een Vlaams land en een Franstalig land, elk met hun eigen culturele, politieke, economische en sociale ideeën, plannen, doelstellingen en voorstellingen. Veel gemeenschappelijk hebben we niet.

Het tweede besef dat diep is doorgedrongen, is de zekerheid dat Vlaanderen elk jaar een pak van zijn welvaart overhevelt naar Wallonië, inderdaad, wij hebben het over de miljardenstroom van ongeveer 12 miljard euro op jaarbasis. Een ongewoon bedrag. Om het met één cijfer toch even in perspectief te plaatsen: met een bevolking van 300 miljoen inwoners betalen de VSA aan ontwikkelingssamenwerking een bedrag van 14 miljard euro, Vlaanderen met een bevolking van 6 miljoen betaalt aan Wallonië elk jaar telkens weer 12 miljard euro aan transfers…

Ambetant, omdat de Franstaligen hun arrogant gedrag – in Vlaams-Brabant, maar niet alleen daar – niet willen opgeven en tezelfdertijd toch maar lekker blijven genieten van onze centjes. Het moest er uiteindelijk eens van komen: sommige Vlaamse partijen, onder druk gezet door de brede Vlaamse Beweging, willen eindelijk bepaalde geldstromen of afschaffen, of objectiveren of transparant maken. De Franstalige partijen voelen de bui hangen en plooien daarom terug op een oude strategie: “Het is allemaal zo erg niet” en “Wallonië is Vlaanderen aan het bijbenen”.

Zo kon men recent in De Morgen (14.09.2007) lezen: “Na anderhalf jaar beoordelen de Waalse ministers het Marshallplan voor de heropleving van de Waalse economie als ‘globaal goed’. Om het plan nog efficiënter te maken, wordt het budget verhoogd”. Of met de woorden van Marc Becker, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad van het Waalse gewest: “We zijn op de goede weg”;

Wie er ook alles aan doet, om de Waalse achterstand t.o.v. Vlaanderen zo minimaal mogelijk voor te stellen, is de Waalse minister-president, Rudy Demotte (PS). “In 2005 zijn 435 bedrijven uit Vlaanderen en Brussel naar Wallonië verhuisd, meer dan het dubbele tegenover 2000. Dat komt omdat er in Wallonië een positief sociaal klimaat heerst”, verklaart hij aan Het Laatste Nieuws (13.09.2007). Hij wijst de Vlamingen echter ook onmiddellijk op hun verantwoordelijkheid, want op twee jaar krijgt zelfs Demotte de achterstand niet rechtgezet. “Een volledig herstel zal 10 tot 15 jaar duren, maar het zal gebeuren. Misschien geloven de Vlamingen het nog niet”. Je ziet Demotte bijna denken: “Allez, Vlamingen, nog zeker 10 à 15 jaar betalen, en dan kunnen we misschien…”.

Nochtans zijn de nuchtere cijfers nog altijd de beste raadgevers. En die zijn voor Franstalig België alvast niet zeer hoopgevend, ondanks alle blablabla. In Trendscash konden wij volgende werkloosheidscijfers (verhouding actieve beroepsbevolking en werkzoekende werklozen) voor de maand juni 2007 noteren: Vlaanderen 7,16%, Wallonië 14,4% en Brussel 19,9%. Tot zover het Franstalig ‘herstel’.

Laatste opmerking: als het inderdaad allemaal niet zo erg is, en als Wallonië inderdaad Vlaanderen zo snel aan het bijbenen is, dan kan er überhaupt toch géén probleem zijn om de sociale zekerheid te splitsen?

Voor het Vlaams Belang kan deze toestand niet aanhouden, niet omdat wij niet solidair willen zijn met mensen die het minder goed hebben, maar gewoon omdat deze jarenlange transfers geen vorm van solidariteit meer zijn, maar georganiseerde diefstal. Geef de twee deelstaten eindelijk de ruimte om volwaardige staten te worden en het sociaal-economische leven naar eigen inzicht te organiseren.

vrijdag 14 september 2007

citaat van de week

In de editie van 16.08.2007 schreef Frans Crols, directeur en hoofdredacteur van het gezaghebbende economische weekblad Trends, in zijn huisblad: “Het is twee maanden na 10 juni duidelijk voor de galeislaven van Hertoginnedal dat de kanker van België zo ver gevorderd is dat noch chemo, noch troost, noch mededogen, noch waanbeelden de waarheid kunnen verbloemen. Dames en heren, stop de show, bespreek het einde van België”.

donderdag 13 september 2007

Die mooie, Belgische gelijkheid...

Er is deze dagen heel wat te doen over de EU-zetels van België. Los van de discussie ten gronde stelt de Vlaamse burger vast dat de Franstaligen moeilijk doen om een zetel af te staan – de Vlamingen zouden óók een zetel moeten inleveren. Nochtans, waarom klagen de Franstaligen? Voor een Franstalige EU-zetel hebben zij iets meer dan 400.000 stemmen nodig, de Vlamingen voor hun EU-zetel 500.000 stemmen.

En om toch nog eventjes door te gaan over de ‘kostprijs’ van de zetels. De Belgische ‘gelijkheid’ zorgt er voor dat een Vlaamse zetel in het federale parlement 45.944 stemmen ‘kost’, terwijl een Franstalige zetel al binnen is met slechts 39.285 stemmen (berekeningen Studiedienst Vlaams Belang). Gevolg van deze Belgische gelijkheid: de Franstalige PS haalde met 724.787 stemmen 20 zetels binnen, het Vlaams Belang met 799.844 stemmen slechts 17 zetels.

De federale loyaliteit is een mooi ding…

woensdag 12 september 2007

Bye Bye Belgium - waarom ook niet?

De discussie tussen voorstanders van Vlaamse onafhankelijkheid en voorstanders van het behoud van België deint uit. Daar zit de totaal geblokkeerde regeringsvorming natuurlijk voor een groot stuk tussen. Maar ook het jarenlang door de media verzwijgen en onder de mat vegen van allerlei communautaire problemen breekt het regime nu zuur op.

Voorstanders van het behoud van België reageren meestal vanuit een erg conservatieve reflex. In allerlei tv- en radioprogramma’s halen de Vander Kelens en andere ‘Belgische’ journalisten steeds weer dezelfde argumenten uit de kast. Ik overloop de voornaamste obstakels en voorzie ze van commentaar. Uw reacties zijn meer dan welkom.

1. België zou te klein zijn om politieke invloed uit te oefenen. En dat kleine België wil het Vlaams Belang nu nog eens splitsen!

Vlaanderen moet zich zeker niet schamen. Met zijn 6 miljoen inwoners en zijn internationaal georiënteerde economie staat het perfect zijn mannetje (of vrouwtje) tussen andere, kleine en welvarende landen. Ierland heeft een bevolking van 3,7 miljoen inwoners, Noorwegen 4,4, Finland 5,2, Denemarken 5,3, Zwitserland 7,1, Oostenrijk 8,1 en Zweden 8,9 miljoen Zweden.

Economisch doet we het nog beter: Bij een rangschikking naar bruto binnenlands product per hoofd laat Vlaanderen Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Zweden, Ierland, Finland, zelfs de Verenigde Staten en natuurlijk ook België achter zich. Alle nationale en internationale studies wijzen in dezelfde richting: Vlaanderen is een natie die dankzij de uitstekende ligging en de hoge productiviteit van zijn werknemers klaar staat voor de uitdagingen van de 21ste eeuw.

2. Wallonië is onze voornaamste handelspartner. Gaan we dat niet op het spel zetten door voor Vlaamse onafhankelijkheid te kiezen?

Dit veel gehoord argument werd ook al misbruikt om te waarschuwen voor de scheiding tussen Tsjechië en Slowakije. Er werd een catastrofescenario uitgetekend waarbij de scheiding gepaard zou gaan met een daling van de handel in beide landen en een stijging van de werkloosheid. Niets echter van dit alles: de splitsing bleek de beste oplossing voor twee landen met een sterk verschillend economisch stelsel en een andere politiek landschap. Dringen de vergelijkingen met België zich ook aan u op?

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Vlaanderen zijn uitstekende handelsrelaties met Wallonië niet zou verder zetten. Wallonië heeft daar trouwens ook alle belang bij. Vlaamse bedrijven hebben nu al uitstekende economische relaties met Duitsland, Italië, Nederland, Frankrijk, de Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk, enzovoort. Die economische netwerken blijven gewoon overeind staan en kunnen zich in een onafhankelijke Vlaamse staat alleen maar intensifiëren.

3. Vlaanderen moet solidair blijven met Wallonië. Zovéél bedraagt die solidariteit niet en in het verleden is Wallonië solidair geweest met Vlaanderen: tijd om eens iets terug te doen voor die arme Walen.

Oud-VLD-minister Patrick Dewael verklaarde reeds in 2002 (Humo): “In 1999 is 5 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië gegaan. Dat is in verhouding meer dan wat de West-Duitsers aan de voormalige DDR spenderen. Ik wil gerust genereus zijn, maar waarom zouden de Vlamingen dat allemaal blijven betalen?”

De totale transfer werd van vele kanten bestudeerd. De meest ophefmakende van de KBC en van de KULeuven becijferde de totale geldstroom – mét inbegrip dus van de federale staatsschuld en de interestoverdrachten – op meer dan 12 miljard euro.
Moet Vlaanderen dan niet de steeds weer vermelde solidariteitsstroom van Wallonië naar Vlaanderen in de 19de eeuw beantwoorden? Juul Hannes, emeritus hoogleraar Economische Geschiedenis aan de Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel, wees die mogelijkheid van de hand, immers: “Ik zoek al 40 jaar naar voorbeelden van solidariteit van het zuiden met het noorden. Ik heb er nooit gevonden”. Andere studies dan die van Hannes bevestigen bijvoorbeeld dat Vlaanderen ook in de periode 1832-1912 zwaarder werd belast dan Wallonië.

4. De internationale gemeenschap zou Vlaanderen als onafhankelijke staat niet aanvaarden. Ze zou een scheiding van België niet aanvaarden.

Ook dit argument moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Het is natuurlijk een feit dat een onafhankelijke staat Vlaanderen zijn kandidatuur zal moeten indienen voor de verschillende internationale niveaus waarvan België momenteel lid is: UNO, EU, enzovoort. Maar er is geen enkele reden om te geloven dat de Europese Unie bijvoorbeeld of de UNO Vlaanderen niet zou begroeten als de zoveelste lidstaat. Uit allerlei contacten met ambassadeurs in ons land blijkt trouwens dat verschillende landen een uitgewerkt ‘splitsingsscenario’ hebben voor het geval België zou worden opgedeeld. En als er één conclusie kan worden getrokken uit de vele internationale persberichten, dan is het toch wel deze: ook voor de internationale pers en voor de internationale politieke wereld behoort de splitsing van België tot een mogelijk, ja, zelfs aanvaardbaar alternatief voor de onregeerbaarheid van dit land.

We hebben ook de internationale verdragen aan onze kant. Immers, het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren is herhaaldelijk en uitdrukkelijk erkend. Bijvoorbeeld in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (1966), het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (1966), de Slotakte van Helsinki (1975) en de slotverklaring van de Wereldconferentie van Mensenrechten te Wenen (1993).


België is gedoemd om te verdwijnen. De dag dat wij Vlamingen beslissen om op eigen benen te staan, moet en zal de internationale politiek de Vlaamse onafhankelijkheid vaststellen en erkennen. Hebben wij met andere woorden niet eerder angst voor onze eigen schaduw?

5. Waarom België splitsen, Vlaanderen heeft in deze federale staat toch al bevoegdheden en kan op een aantal terreinen een eigen beleid voeren.


Het Belgisch federalisme is een valstrik. Van échte en fundamentele bevoegdheden voor Vlaanderen is geen sprake: Vlaanderen heeft een fiscale autonomie van amper 20%, terwijl in echte federale staten zoals de Verenigde Staten en Zwitserland de deelstaten over 50% van de inkomsten beschikken. De deelstaten in Duitsland zijn zelfs 2/3de fiscaal autonoom!

Het Belgisch federalisme is een valstrik. De Vlamingen beseffen door de werking van dit federalisme te weinig dat zij met 60% van de bevolking de meerderheid binnen België vormen. Wij zijn goed voor ruim 70% van de Belgische economie en ruim 80% van de export. Als België een normaal land was, zou het overwegend Nederlandstalig zijn. België is géén normaal land.

Het Belgisch federalisme is een valstrik. De ingewikkelde Belgische staatsstructuren verhinderen een efficiënt beleid. Ze verhinderen dat Vlaanderen noodzakelijke veranderingen kan uitvoeren (het lijstje is zéér lang), ze verhinderen Vlaamse verbeteringen. Vlaanderen en Wallonië hebben over alles een verschillende mening, maar door België zijn de deelstaten met handen en voeten gebonden aan de Belgische schoonmoeder en ontstaan er voortdurend wrijvingen en conflicten.

Professor em. R. Senelle in Knack (13.02.2002): “De kloof tussen Vlamingen en Walen is onder deze regering allesbehalve gedicht. Integendeel, elke dag opnieuw blijkt het verschil in politieke, economische, sociale en culturele visie”.

Als zelfs een tv-journalist als Siegfried Bracke in zijn weblog (10.09.2007) schrijft zich te kunnen voorstellen hoe de verdamping van België zich zal realiseren, dan heeft België zijn beste tijd overduidelijk gehad. België heeft voor Vlaanderen geen enkele meerwaarde meer.

Schokkende beelden

Dit is belgische democratie anno 2007 , duidelijk geëtaleerd voor het oog van de Europese pers. Hopelijk dragen ook deze beelden bij tot de ineenstorting van de belgische staat.
Op YouTube zijn er trouwens wel meer ontluisterende filmpjes te vinden over het machtsmisbruik van de troepen van Thielemans tijdens deze manifestatie, zoals hier bijvoorbeeld :

http://www.youtube.com/watch?v=ixi8jh76aoo

En wat vindt u van deze?

http://www.youtube.com/watch?v=Oh6lTrEF0hk

zondag 9 september 2007

België heeft zijn tijd gehad

Neen, géén slogan van het separatistische Vlaams Belang, maar een vaststelling in The Economist, een invloedrijk Brits opinieweekblad met een oplage van ongeveer één miljoen exemplaren. In de editie van 06.09.2007 buigt dit gezaghebbend blad zich over de situatie in België en opent met de vaststelling dat dit land, maanden na de verkiezingen, nog steeds geen regering heeft. Maar “de burgers lijken er niet echt wakker van te liggen (…) Zoals ook niet over het land zelf. Mocht België niet bestaan, zou iemand dan werkelijk de moeite nemen om dit land uit te vinden?”, is de retorische vraag van The Economist.

In opiniepeilingen laat een meerderheid van Belgen weliswaar weten dat België wat hen betreft best wordt behouden, maar het feit is wel, aldus het Britse weekblad, dat ze meer en meer volgens “etnisch-linguïstische criteria” stemmen. En dat de twee grote gemeenschappen in België “totaal en volledig gescheiden van elkaar leven en bestaan”.

Het weekblad merkt terecht op dat België eigenlijk slechts is kunnen ontstaan uit diplomatieke stappen van Frankrijk en Groot-Brittannië die op een bepaald moment tot de conclusie kwamen dat ze meer invloed zouden kunnen verwerven als een uit de Verenigde Nederlanden een nieuwe, kleine en neutrale staat zou ontstaan. België werd geboren. Het werd géén succesverhaal, is de boodschap in The Economist. En de toekomst ziet er nog slechter uit, vindt de commentator. De vrijheidsgeest die in 1830 in Brussel aanwezig was, is helemaal verdwenen. “Alles zit vast en de politiek is er zelfs zo gedevalueerd dat er zelfs geen regering meer kan samengesteld worden”.

De conclusie is kort en krachtig: “België heeft zijn tijd gehad. Een pralinezachte echtscheiding staat voor de deur”. Waarom zouden de België daarover trouwens triestig moeten zijn? “Landen komen en gaan. En als de koning nog ergens gewenst is, kan hij misschien wel een plaatsje krijgen. Een écht land heeft hij nooit gehad”.

Hopelijk lezen de opiniemakers in ons land The Economist.