Het is niet de eerste keer dat Carl Huybrechts zich laat opmerken met politiek getinte en politiek niet correcte uitspraken. In het verleden kwam deze oud sportjournalist al eens aardig in beeld met bijtende kritiek op België, en op het feit dat Vlaanderen in een dodelijke Belgische wurggreep zit.
In de Franstalige krant La Dernière Heure (24.01.2010) werd hij ondervraagd over Brussel – weliswaar voor de zware rellen en de nog zwaardere politieke commotie. Hij heeft het over de vakanties die hij als jonge knaap met zijn ouders in Wallonië doorbracht: “Dit was voor mij als een reis naar het buitenland. Alles was er anders: de taal, de cultuur, het voedsel, zelfs de manier van eten”.
Over Brussel is Carl Huybrechts zeer duidelijk: “Ik als Vlaming verteer het erg moeilijk dat men zo gemakkelijk vergeet dat Brussel een Vlaamse stad was, niet langer dan enkele eeuwen geleden. Aan het stadhuis vind je spreuken in het oud Vlaams. Weinig Franstaligen weten dit. Als ik door Brussel wandel, voel ik mij precies een aboriginal. Ik ben een paria”.
“Een tijd geleden was ik met een functionaris en wij aten ergens in de buurt van de Grote Markt. Onmogelijk een restaurant te vinden met een menukaart in goed en correct Nederlands. Onmogelijk een plaats te vinden waar men u in uw eigen taal aanspreekt (…) Ik vind Brussel geen aangename stad meer om in te leven.”
Op de vraag van de Franstalige krant wat B-H-V te maken heeft met zijn oordeel over Brussel, antwoordt de sportjournalist, die méér in zijn mars heeft dan de vlotte jongen te zijn: “De Francofonen verlaten de hoofdstad om in de Vlaamse randgemeenten te gaan wonen, en willen er alleen ‘onder elkaar’ leven. Dat Brussel op die manier verfranst werd, is één zaak, maar men moet vooral niet proberen verder te gaan”.
Het besluit van Carl Huybrechts wil ik u vooral niet onthouden: “Dat België één land blijft, of twee, of drie, wat kan het mij schelen. Maar in elk geval moet elk deel kunnen leven volgens haar eigen snelheid en ritme”. Waarom telt ons land niet meer journalisten zoals Huybrechts?
In de Franstalige krant La Dernière Heure (24.01.2010) werd hij ondervraagd over Brussel – weliswaar voor de zware rellen en de nog zwaardere politieke commotie. Hij heeft het over de vakanties die hij als jonge knaap met zijn ouders in Wallonië doorbracht: “Dit was voor mij als een reis naar het buitenland. Alles was er anders: de taal, de cultuur, het voedsel, zelfs de manier van eten”.
Over Brussel is Carl Huybrechts zeer duidelijk: “Ik als Vlaming verteer het erg moeilijk dat men zo gemakkelijk vergeet dat Brussel een Vlaamse stad was, niet langer dan enkele eeuwen geleden. Aan het stadhuis vind je spreuken in het oud Vlaams. Weinig Franstaligen weten dit. Als ik door Brussel wandel, voel ik mij precies een aboriginal. Ik ben een paria”.
“Een tijd geleden was ik met een functionaris en wij aten ergens in de buurt van de Grote Markt. Onmogelijk een restaurant te vinden met een menukaart in goed en correct Nederlands. Onmogelijk een plaats te vinden waar men u in uw eigen taal aanspreekt (…) Ik vind Brussel geen aangename stad meer om in te leven.”
Op de vraag van de Franstalige krant wat B-H-V te maken heeft met zijn oordeel over Brussel, antwoordt de sportjournalist, die méér in zijn mars heeft dan de vlotte jongen te zijn: “De Francofonen verlaten de hoofdstad om in de Vlaamse randgemeenten te gaan wonen, en willen er alleen ‘onder elkaar’ leven. Dat Brussel op die manier verfranst werd, is één zaak, maar men moet vooral niet proberen verder te gaan”.
Het besluit van Carl Huybrechts wil ik u vooral niet onthouden: “Dat België één land blijft, of twee, of drie, wat kan het mij schelen. Maar in elk geval moet elk deel kunnen leven volgens haar eigen snelheid en ritme”. Waarom telt ons land niet meer journalisten zoals Huybrechts?