POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





dinsdag 6 november 2007

0,0% verbetering

U kent onze standpunt ten voordele van de splitsing van het economisch leven in België ondertussen wel: Wij vinden het niet kunnen dat de inkomsten steeds weer voor een onevenredig deel worden opgehoest door Vlaanderen, terwijl Wallonië jaar in jaar uit met een onevenredig groot aandeel gaat lopen. Niet alleen met Vlaamse subsidies, trouwens, maar ook met flink wat Europees subsidiegeld (onrechtstreeks ook opnieuw Vlaams geld trouwens) is daar ondertussen menige binnenstad gerenoveerd.

Een puur economisch discours, lijkt het op het eerste gezicht wel. Alhoewel het mij niet in de eerste plaats om de cijfertjes te doen is. Maar de verschillen zijn té continu om nog toevallig te zijn en zijn té groot om zonder langdurig negatief effect op Vlaanderen en zijn welvaart te wegen. Voor het Vlaams Belang kan het economisch beleid maar efficiënt zijn als het is afgestemd op de realiteit. En die Belgische realiteit toont ten overvloede aan dat er twee totaal verschillende invalshoeken zijn, twee verschillende economische systemen en twee verschillende arbeidsmarkten. Vlaanderen staat er met zijn (eerder) kleinschalige economieën, zeer KMO-gericht en in privé-handen. Wallonië zag en ziet het globaal anders.

Is dit geen grove miskenning van de economische werkelijkheid in Waals-Brabant? Natuurlijk besef ik maar al te goed dat deze provincie een economische opbloei kent. Maar dan moet de globale economische toestand in Wallonië nòg negatiever worden ingeschat…

Zo stelde ik aan de minister van Financiën de vraag hoeveel de inkomsten bedroegen uit de vennootschapsbelasting in 2004 (aanslagjaar 2005) en 2005 (aanslagjaar 2006), met de verwachting dat hierdoor vastgesteld kon worden dat Wallonië inderdaad in een inhaalbeweging zat. En hoewel de minister voorbehoud maakt betreffende de absolute geldigheid van een regionale opdeling van de vennootschapsbelasting en er eveneens op wijst dat de buitengewone aanslagtermijnen nog lopen tot 2008-2009, zijn de cijfers toch wel veelbetekenend.

Vlaams Gewest:
- aanslagjaar 2005: 5.099.655 euro (of 54% van totale federale inkomsten vennootschapsbelasting)
- aanslagjaar 2006: 5.510.156 euro (54%)

Waals Gewest:
- aanslagjaar 2005: 1.306.786 euro (14%)
- aanslagjaar 2006: 1.390.627 euro (13,5%)

Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
- aanslagjaar 2005: 3.069.673 euro (32%)
- aanslagjaar 2006: 3.295.376 euro (32,5%)

Als we even abstractie maken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met zijn specifieke situatie (ongetwijfeld hebben ook veel Vlaamse vennootschappen in Brussel hun zetel en/of werkingsplaats), dan zijn de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië nog treffender. Zowel in 2004 als in 2005 genereert Vlaanderen 80% van de vennootschapsbelasting en Wallonië amper 20%. Tweede opmerking: van enige verbetering is in Wallonië absoluut géén sprake. Wordt het niet stilaan tijd, dames en heren, om het beleid ‘min of meer’ af te stemmen op deze werkelijkheid?

Geen opmerkingen: