POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





maandag 30 juni 2008

Natuurlijk daalt de overheidsschuld niet!

Volgens bepaalde persberichten en vooral volgens minister van Begroting en Financiën Reynders (MR) zou de Belgische overheidsschuld gunstig geëvolueerd zijn. Een bijna hilarisch bericht. Lees mee en oordeel zelf!

Volgens de persberichten is de overheidsschuld gezakt in 2007. Reden van dit optimistische bericht? “De schuldratio van de gezamenlijke overheid daalde van 88,2% in 2006 naar 84,8% vorig jaar” (De Tijd, 24.06.2008). Op het eerste gezicht is dat inderdaad een puik resultaat, maar de werkelijkheid ziet er niet zo rooskleurig uit. Reynders spreekt steeds over de schuldgraad, zijnde de nominale schuld ten opzichte van het BBP. Met een comfortabele economische groei van 2,6% in 2007, is het niet echt verwonderlijk dat de schuldgraad afneemt.

In absolute cijfers – en daar gaat het uiteindelijk toch om – daarentegen neemt de schuld niet af. Integendeel zelfs. De federale brutoschuld nam met 7 miljard euro toe tot bijna 286 miljard euro. Ook de evolutie van de rentelasten is onrustwekkend: na een jarenlange daling, stegen ze vorig jaar met bijna een half miljard euro tot 12,32 miljard. De burgers van dit land hebben er weinig boodschap aan wat de ‘schuldratio’ is van België. Wat mij, wat u, wat hen vooral interesseert, is te weten wat we zullen moeten terugbetalen. We zullen geen 84,8% moeten terugbetalen, maar wel 285,81 miljard euro, of 7 miljard euro meer dan vorig jaar. Dat is de realiteit.

Met andere woorden: de mooie façade van de schuldgraad camoufleert een paar verontrustende cijfers. In 2008 wordt het ongetwijfeld nog moeilijker om de schijn op te houden. Door de forse terugval van de economische groei, mogelijk tot slechts 1,5%, kan de schuldgraad enkel substantieel verlaagd worden door een afbouw van de nominale schuld. Daarvoor is een overschot op de begroting nodig; een quasi onmogelijke taak, nu zelfs een begrotingsevenwicht geen evidentie meer is.

Geen opmerkingen: