POLITIEKE COLUMN:

Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.





vrijdag 1 oktober 2010

De schande van de Belgische pensioenen - of wat daar moet voor doorgaan.

In mijn berichtje gisteren had ik het over de sociale bijdragen in het algemeen, de fiscale en parafiscale lasten in België, en vooral wat wij, burgers van dit land, daarvoor in ruil van de staat terugkrijgen. De gemiddelde pensioenlasten liggen lager dan al onze naaste concurrenten en dat blijft verbazen.










De Leuvense professor Jos Berghmans publiceerde onlangs een zogenaamde pensioenatlas: Het Belgische pensioenstelsel, aldus de conclusies van dit werk, slaagt er niet in gepensioneerden het minimale behoud van hun levensstandaard te garanderen. De pensioenuitkeringen zijn volgens dat rapport ongelijk verdeeld. Alleenstaande gepensioneerden hebben het bijvoorbeeld veel moeilijker dan koppels om de eindjes aan elkaar te knopen.

In zijn studie bedraagt het Belgische pensioen gemiddeld 1200 euro. Maar zoals vaak met gemiddelden maskeert dat cijfer gigantische verschillen. Dat blijkt uit de pensioenatlas die de socioloog Jos Berghman (KU Leuven) samen met een aantal medewerkers opgesteld heeft. Sommige gepensioneerden moeten het doen met amper 600 euro per maand, anderen kunnen rekenen op een pensioenuitkering van meer dan 2000 euro. Een van de belangrijkste vaststellingen in de pensioenatlas is dat er in België grote verschillen zijn naargelang van het type pensioen, afhankelijk van het gewest, geslacht en leeftijd. Zo bedraagt het klassieke volwaardige pensioen of rustpensioen 1290 euro. Een overlevingspensioen dat aan weduwen en weduwnaars toekomt, bedraagt gemiddeld 1018 euro. De verschillen tussen werknemers, ambtenaren en zelfstandigen zijn nog groter. Het pensioenstelsel van de ambtenaren is zoals bekend het meest genereuze. Een rustgepensioneerde ambtenaar krijgt maandelijks gemiddeld 2227 euro.

Uit de pensioenatlas blijkt verder dat koppels gemiddeld een hoger equivalent pensioeninkomen hebben dan alleenstaanden (respectievelijk 1591 en 1380 euro). De goede score voor koppels is echter vooral te danken aan de koppels met twee alleenstaandenpensioenen (1690 euro), zo staat te lezen in de atlas. Koppels met één alleenstaandenpensioen hebben beduidend lagere equivalente inkomens dan alleenstaanden (respectievelijk 1121 en 1380 euro). De gepensioneerden die leven in een koppel met een gezinspensioen blijken het laagste equivalent inkomen per capita te hebben (933 euro).

Die cijfers tonen aan dat er onder de gepensioneerde koppels grote verschillen zijn. Zoals uit voorgaande cijfers blijkt, zijn de koppels waar beide partners een alleenstaandenpensioen ontvangen het beste af. Maar ook hier vinden we opnieuw grote verschillen afhankelijk van het feit of de gepensioneerden werknemers, zelfstandigen of ambtenaren waren. De pensioenatlas is duidelijk: koppels die twee ambtenarenpensioenen combineren krijgen gemiddeld het hoogste wettelijk pensioen (4653 euro), terwijl koppels die twee zelfstandigenpensioenen combineren gemiddeld het laagste wettelijk pensioen krijgen (1012 euro).

Die grote verschillen in pensioenuitkering, ook tussen koppels, maken dat de minimale bescherming van het pensioenstelsel vaak niet gehaald wordt, zo stelt Berghman in de studie. Vooral alleenstaande vrouwen en koppels die slechts kunnen rekenen op het pensioen van één partner hebben problemen om de eindjes aan elkaar te knopen.



België, sociaal land bij uitstek? Toch niet als we de cijfers mogen geloven, de resultaten van studies, én de reacties van mensen tijdens werkbezoeken. Ik ben ervan overtuigd dat alleen Vlaanderen in staat is een sociale zekerheidsstelsel aan te bieden dat de vergelijking met de toplanden van de EU kan doorstaan.

Geen opmerkingen: