De vraag was niet of het pamperen van allochtonen – uit louter humanitaire redenen? Uit angst om voor ‘racist’ te worden uitgescholden? Uit politiek-electorale overwegingen? – uiteindelijk de autochtonen in het verkeerde keelgat ging schieten, de vraag was eerder: wanneer zou dit gebeuren en met welke intensiteit?
Een Brusselaar klaagt de politie aan voor antiblank racisme, aldus Het Laatste Nieuws (28.04.2008). Een autochtone werknemer wilde het bedrijf, waar hij werkte, verlaten. Hij moest dit normaal rechts doen (éénrichtingsverkeer), maar ging nu linksaf, “omdat Afrikaanse autoverkopers al enkele uren de hele straat inpalmden met hun illegale handeltje”, aldus de advocaat van de man.
Het shockerende komt nu: “In plaats van de straat vrij te maken, besloot de politie de autochtone werknemer te beboeten (…) Nochtans belde het bedrijf vorig jaar zo’n 700 keer naar de politie om de ‘bezetting’ van de straat aan te klagen. Maar er verandert niets. Eigenlijk vraagt de politie met deze boete aan mijn cliënt om gewoon binnen te blijven”.
Kon deze Brusselaar dan niet op de verkeersborden letten, die toch aanduidden dat het om een éénrichtingsstraat ging? “Op het moment van de boete waren de éénrichtingsborden weg. Gestolen, verdwenen (…) Ik denk dat blanke mannen beboeten het simpelst is. Die zorgen niet voor rellen. Van Afrikanen heeft zo’n patrouille van twee man veel meer schrik”.
Resultaat: de ‘mensen’ hebben het door. Zogenaamd racisme is er alleen als het gaat om autochtone, blanke, Vlaamse of Belgische daders tegen allochtone slachtoffers. Kan het dan verbazen dat een extreem cynische en politiek absoluut niet correcte tekenfilm als “South Park” dan zo geliefd is bij de jongeren?
a
POLITIEKE COLUMN:
Wegens beëindiging van mijn politiek mandaat wordt deze blog niet langer bijgewerkt.
Oudere bijdragen blijven online staan.
woensdag 30 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten