Liberalen zullen de column van filosofe en auteur Tinneke
Beeckman in De Standaard (25.11.2013) niet graag hebben gelezen. Het gaat over
het noodzakelijke ‘wij’-gevoel, wil het Europese verhaal – welk Europees
verhaal dan ook! – een kans maken. Liberalen gaan uit van het ‘ik’-verhaal en
vinden dat elk ‘wij’-verhaal bijna rechtstreeks naar Auschitz leidt, tenzij het
over het multiculturele ‘wij’ gaat, maar eigenlijk gaat het dan altijd over de
optelling van verschillende ‘ik’-jes.
Beeckman schrijft dat de Europese verkiezingen van 2014 een
referendum dreigen te worden over Europa en de Europese Unie. De beleidsmakers
hebben het zeer moeilijk om symbolen en strategieën te vinden om het
EU-‘wij’-gevoel te stimuleren. “Dat is noodzakelijk: inwoners van een Unie
kunnen over hun verschillen pas discussiëren wanneer ze zich burgers weten van
eenzelfde politieke gemeenschap. Een ‘wij’-gevoel is niet het einde van het
politieke debat, maar wel de voorwaarde voor de democratisch discussie”.
Aan die democratische discussie schort er op het vlak van de
EU enorm veel. Zo schrijft mevrouw Beeckman: “Tijdens de noodtoestand toont
zich het centrum van de macht. En wie oefende effectief de macht uit tijdens de
financiële crisis van 2008? Een nieuwe trojka: het Internationaal Muntfonds, de
Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Het Europees parlement kon
alleen machteloos toekijken hoe deze niet-verkozen trojka beslissingen nam”.
Burgers voelen zich niet vertegenwoordigd in de EU. Burgers
voelen wel aan dat steeds vaker en over steeds fundamenteler zaken boven hun
hoofd wordt beslist. Burgers voelen aan dat zij zelfs niet meer beslissen wie
er hun land binnen komt en wie niet. Géén vat op de financiële draagkracht van
een land, géén vat meer op de werking van politie, justitie. Géén vat meer op
zoveel, maar wel steeds meer Europese regelgeving. Het creëren van een ‘wij’-gevoel is een
eerste stap, maar er zullen er nog heel veel moeten volgen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten