Progressieven en voorstanders van het heilige axioma
“vrijheid van verkeer van goederen, van personen en van kapitalen” doen wel
eens smalend over sommige “rechtse”, “nationalistische”, “bekrompen”
maatregelen. Zo hebben deze lieden het steevast over de “vesting Europa” die
wij met een muur zouden willen beschermd zien. Enfin, dat is toch hetgeen wordt
beweerd.
In dit nieuw geloof – het onbeperkte vrije verkeer zal met
naam alle problemen oplossen, u weet wel, de zogenaamde onzichtbare hand – in
dit nieuwe geloof komen steeds vaker barstjes. De gelovigen lijken te wankelen,
en kunnen niet meer om de realiteit heen. Neem nu de gerenommeerde professor
economie, Paul Collier, die als pleitbezorger voor massale ontwikkelingshulp
aan Afrika, in Knack de stelling verdedigt – en mét verve – dat wij Afrikanen
niet helpen door hen illegaal in Europa binnen te laten.
Eerst en vooral helpt hij een mythe uit de wereld: de mensen
die op boten naar Lampedusa komen, zijn geen sukkelaars. Ze kunnen met naam de
georganiseerde criminele bendes betalen, die gespecialiseerd zijn in deze
mensenhandel.
Waarom zovelen blijven komen, wil Knack weten, want aan de
overtocht zijn toch heel wat gevaren verbonden? Collier is heel duidelijk: “Als
je als vluchteling aan boord van zo’n bootje geraakt, en voet aan wal kunt
zetten op het strand van Lampedusa, word je bedolven onder de mensenrechten (…)
De boodschap die we uitsturen, is: als Afrikaan heb je geen enkele kans om
Europa binnen te geraken, tenzij je erin slaagt voet op een van onze stranden
te zetten, dan zal je niets meer overkomen. Ik vind dat waanzin”.
Een muur is nodig, aldus de professor economie: Als we niets
doen, “loopt een land als Eritrea compleet leeg”.
Zo hoort u het ook eens van een ander.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten