Vorig jaar kwam de liberale minister van Justitie, mevrouw
Turtelboom, met de idee om de wet om minnelijke schikkingen ook in strafzaken
mogelijk te maken, serieus uit te breiden. Criminelen zouden hun vervolging dus
kunnen afkopen en – niet onbelangrijk – een blanco strafblad behouden. De
verschillende regeringspartijen hadden voor deze uitbreiding een resem
argumenten klaar: de uitbreiding zou het vooral mogelijk maken om
belastingfraudeurs en witteboordencriminaliteit te bestraffen. De gevangenissen
zouden voor een deel worden ontlast. En last but not least: dit was een bijna
natuurlijke evolutie, een evolutie die je bijvoorbeeld ook in het buitenland
(de VS) merkt.
Nu heb ik altijd geleerd dat het geniale van het Europese
rechtssysteem (het Romeins Recht, wie herinnert zich die cursussen nog?) hierin
zit dat het eigenlijk een sublimering is van de oude weerwraak. Voor bepaalde
zware misdrijven is het met andere woorden de rechter die de plaats inneemt van
het slachtoffer en die de weerwraak sublimeert in vrijheidsberovende straffen.
Dit is een vulgair tijdperk. Alles moet in geld worden
uitgedrukt, ook de strafbaarheid en de vervolging van criminele activiteiten
worden in geld omgezet. Zodat vermogende criminelen zich met dit instrument nog
eens gemakkelijk kunnen vrijkopen. Als alles in geld wordt omgezet, heeft niets
nog een waarde, zei ooit een Frans filosoof. Hoe terecht!
Vorig jaar hebben de parketten in 6.677 zaken minnelijke
schikkingen gesloten met criminelen. Slechts in 11 zuiver financiële zaken, en
slechts 6 over fiscale fraude (wat toch de bedoeling was van de uitbreiding). Maar
bijvoorbeeld wel in 182 gevallen van opzettelijke slagen en verwondingen. Of in
2.283 gevallen van verstoringen van de openbare orde. Bij meer dan 1.300
gevallen van diefstal.
Als het maar inkomsten voor de staatskas genereert, zullen de
dames en heren hebben gedacht. Of niet, denkt u?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten