Onafhankelijk van de discussie wat men nu juist moet
begrijpen onder de valstriktermen ‘rechts’ en ‘links’ bestaat bij het culturele
en politieke establishment van dit land de perceptie dat rechtse mensen dommer
zijn dan linkse. Als men een hoge opleiding heeft genomen, als men zijn weg
vindt in de huidige maatschappij, als men het gemaakt heeft, dan moet men
politiek en cultureel wel links zijn.
Ook in het buitenland werden hierover zogenaamde studies
afgeleverd, waarin zwart op wit werd “aangetoond” dat mensen die later rechts
stemmen, intellectueel inferieur zouden zijn. Zo bijvoorbeeld nog twee Canadese
academici vorig jaar (“Bright Minds and Dark Attitudes: Lower Cognitive Ability
Predicts Greater Prejudice Through Right-Wing Ideology and Low Intergroup
Contact).
Ook in de 19de eeuw had men dergelijke “studies”,
later vervolledigd in de 20ste eeuw in allerlei stalinistische of
nazitheorieën. Dat blijkt zich dus tot op vandaag verder te zetten, zelfs door
zelfverklaarde intellectuelen, die zich nochtans “liberaal” noemen en zich op
die “studies” beroepen om hun tegenstanders een pathologische mentaliteit op te
kleven. Terwijl het eigenlijk alleen gaat om een verschil in culturele en
sociale invloeden en voorkeuren.
Diezelfde heerschappen durven wel eens uit het oog verliezen
dat tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw bijvoorbeeld het
intellectuele leven voor een groot deel beheerst werd door zogenaamde rechtse
auteurs, schrijvers, filosofen. Het is in elk geval duidelijk dat vanaf de
jaren 40 van de vorige eeuw intelligentie als een cultureel wapen wordt
gehanteerd om status en autoriteit van individuen en groepen te vestigen. Wat
er dan weer toe heeft geleid dat een aantal conservatieven zich in een bittere
anti-intellectuele reactie hebben laten meeslepen. Terwijl het overduidelijk is
dat ook een rechtse beweging haar intellectuele onderbouw meer dan nodig heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten