Voor wie de toestand in de Arabische landen volgt – vanop
afstand of van dichterbij – merkt zeker op dat de rust niet is teruggekeerd. In
een pak van die landen werden al dan niet radicale versies van islamitische
partijen aan de macht gebracht en werd het door allerlei liberale en
sociaaldemocratische Europeanen zo geroemde democratiseringsproces gestopt of
in een volledig tegenovergestelde richting geduwd. Zo ook Tunesië, waarover De
Tijd begin juli volgende achtergrondcommentaar schreef: “Daar komt nog bij dat
de militante moslims zich steeds driester gedragen. Onder Ben Ali was Tunesië
uitgegroeid tot een seculier baken in een regio waar de religieuze rigiditeit
domineerde. Nu lijken de salafisten aan een inhaalbeweging bezig. Ze vallen
iedereen lastig die wat minder streng in de leer is, de kortgerokte dames
eerst. En extremistische heethoofden verstoren om de haverklap muziekoptredens
en filmvoorstellingen omdat die een loopje zouden nemen met de islamitische
principes”.
En verder: “De evolutie is verontrustend, zeker omdat
Tunesië de bakermat is van de Arabische Lente”.
Eén vraagje aan de verlichte intellectuelen van de
verschillende Europese Sanhedrins, die het allemaal zo goed wisten uit te
leggen, en die de Europeanen de hand hebben omgedraaid om toch maar mee te
stappen in dit verhaal van de zogenaamde Arabische Lente: moesten daarvoor
troepen naar Libië worden gestuurd? Is dat de vooruitgang, waar jullie zo mee
dweepten? Hebben jullie niet opnieuw het “valse zwijn geslacht”?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten