Als men het over populisme heeft in de pers, dan krijg ik de
indruk dat de gevestigde partijen en hun persorganen het zich bijzonder
gemakkelijk maken. Populisten van allerlei slag – meestal gaat het dan om ‘identitaire’
partijen, partijen die gaan voor de bescherming van een nationale identiteit,
voor de verworvenheden (democratische, sociale, economische, taalkundige) die
met die identiteit samengaan – worden gemakkelijkheidshalve door hen in het
uiterst rechtse verdomhoekje geduwd.
Gemakkelijk, want er is géén verweer mogelijk: je zit als
populistische partij in het hoekje waar de slagen vallen, je bent
maatschappelijk ‘out’, en je wordt door de politieke beslissingsmakers nooit
als ‘serieus’ aanzien.
In het rechtse hoekje dus, terwijl dit beeld natuurlijk niet
met de werkelijkheid overeenstemt. Toch niet als je de partijen op de
sociaal-economische links-rechts-schaal plaatst, waar links staat voor
staatsinterventie en rechts staat voor ondernemerschap en liberaal kapitalisme.
Neem nu een partij als New Zealand First. Een wat vreemd land, want de
oorspronkelijke bewoners, de Maori’s, werden er verdrukt door de blanke
nieuwkomers, vooral uit Angelsaksische landen.
Een nieuwe invasie dreigt vanuit Azië, en schattingen
voorspellen dat tegen 2021 minstens 13% van de bevolking uit Aziaten zal
bestaan. Een revolutionaire bevolkingsverandering die samengaat met de langste
economische recessie die het land ooit heeft gekend. Het gevolg is een
verschrikkelijke ‘braindrain’ van de knapste koppen van Nieuw-Zeeland.
In 1978 werd de jonge advocaat Winston Peters als
afgevaardigde voor de conservatieve National Party in het parlement gekozen.
Het merkwaardige aan Peters was zijn afstamming: half-Schots en
half-Maori. Een godsgeschenk voor de
National Party die hiermee haar blazoen tegenover de Maori’s kon oppoetsen. Hij
werd fractiewoordvoerder voor Maori-aangelegenheden, en in 1990 werd hij zelfs
Minister voor Maori-aangelegenheden, maar moest het jaar daarop al aftreden na
een dispuut over buitenlandse zaken.
Peters kwam in 1993 als onafhankelijke kandidaat op en kreeg
90,8% van de stemmen in zijn kieskring achter zijn naam. Hetzelfde jaar richtte
hij een eigen partij op, New Zealand First, die zich tegen immigratie, politieke
correctheid, enzoverder richtte. Eerst met 2 parlementairen vertegenwoordigd,
waren dat er in 1996 al 17. De National Party vormde met NZF een coalitie en
Peters werd vice-ministerpresident. De
spanningen tussen National Party en New Zealand First liepen in die periode
echter zo hoog op, dat Peters tussen 2005 en 2008 in coalitie ging met Labour.
Is New Zealand First een populistische partij? Ongetwijfeld.
Maar is ze links of rechts? De zogenaamde 15 partijbasispunten zijn een
combinatie van een kleine, goed georganiseerde staat met beperkte belastingen,
gekoppeld aan eisen naar een protectionistische economische politiek en
maatregelen om het milieu streng te beschermen.
Men wil besparen op ontwikkelingssamenwerking, en de immigratiecijfers
drastisch beperken, men wil investeringen in gezondheid en ontwikkeling,
onderwijs en er moeten maatregelen komen tegen corruptie.
Links of rechts? Zegt u het maar…